Instructions
4
Opbouw
1. De aansluitdraden van het gloeilampje zoals te zien is in de
afbeelding, vanaf de onderkant door de gaten in het midden van de
lampenkap steken en de lamp helemaal in de opening schuiven.
2. Vervolgens de draden telkens door de gaten links en rechts naar
beneden leiden.
3. De draden tot een lengte van ca. 6 mm, bekeken vanaf de
openingen van de lampenkap, inkorten. Om contactproblemen te
voorkomen, één van de afgeknipte draadstukken met een pincet
vasthouden en een paar keer in de buisopeningen boven aan de
mast in- en uitschuiven.
4. Nu de draadeinden van de lamp in de lampenkap in de bovenste
buisopeningen van de mast voorzichtig invoeren en de lamphouder
op het buiseinde steken.
5. Aansluitend de lampenkap zacht vanaf boven op de lamphouder
drukken.
6. Aan de bruine kabel met de aangesoldeerde weerstand, wordt nu op
het vrije uiteinde ca. 25 mm van de isolatie voorzichtig verwijdert. De
nu openliggende draad wordt in het midden omgebogen en
vervolgens vanaf de onderkant in de buis op de mastvoet
ingeschoven tot aan het begin van de isolatie. Ter beveiliging tegen
per ongeluk uitvallen, kan de kabel aan het buiseinde gefixeerd
worden met een druppel secondelijm.
7. Schuif nu nog de mast in de insteekvoet, en klaar is de lamp.