Operation Manual

29 NL
Bediening
Veiligheidsinstructies
Bediening
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat
u werkzaamheden aan de auto-acculader uitvoert.
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK!
GEVAAR VOOR MATERIËLE SCHADE!
GEVAAR VOOR LETSEL!
Producteigenschappen
Dit apparaat is ontwikkeld voor het laden van tal
van SLA-accu‘s (verzegelde loodzuur-accu‘s), die
vooral in auto‘s, motors en enkele andere voertuigen
worden gebruikt. Dit kunnen bijv. WET- (met vloei-
baar elektrolyt), GEL- (met gelvormig elektrolyt) of
AGM-accu‘s (met elektrolyt absorberende matten)
zijn. Een speciale ontwikkeling van het apparaat
(ook “Drie-fasen-laadstrategie“ genoemd) maakt een
hernieuwd opladen van de accu tot bijna 100 % van
zijn capaciteit mogelijk. Bovendien kan een langdu-
rige aansluiting van de accu met de auto-acculader
plaatsvinden, om deze zo mogelijk altijd in optimale
toestand te houden.
Aansluiten
Haal voor het oplaad- en druppellaadproces, bij
een voortdurend in het voertuig aangesloten
accu, eerst de minpool-aansluitkabel (zwart)
van het voertuig van de minpool van de accu.
De minpool van de accu is normaal gesproken
verbonden met de carrosserie van het voertuig.
Haal vervolgens de pluspool-aansluitkabel (rood)
van het voertuig van de pluspool van de accu.
Sluit pas dan de “+“-pool snelcontact accuklem
(rood)
7
van de auto-acculader aan op de
“+“-pool van de accu.
Sluit de “–“-pool snelcontact accuklem (zwart)
6
op de “–“-pool van de accu aan. Sluit de
stroomkabel
9
van de auto-acculader aan op
een contactdoos.
Opmerking: Als de klemmen correct zijn aange-
sloten, verschijnt op het display de spanning en de
weergave “connected“ begint te branden. Bij een
verkeerde aansluiting toont het display 0.0 en de
weergave “connected“ brandt niet.
Verbinding verbreken
Verbreek de verbinding van het apparaat en het
stroomcircuit.
Haal de “–“-pool snelcontact accuklem (zwart)
6
van de “–“-pool van de accu.
Haal de “+“-pool snelcontact accuklem (rood)
7
van de “+“-pool van de accu.
Sluit de pluspool-aansluitkabel van het voertuig
weer aan op de pluspool van de accu.
Sluit de minpool-aansluitkabel van het voertuig
weer aan op de minpool van de accu.
Laadmodus selecteren
U kunt voor het laden van diverse accu‘s bij verschil-
lende omgevingstemperaturen uit diverse laadmodi
kiezen. In vergelijk met gangbare auto-acculaders
heeft dit apparaat een speciale functie voor het her-
nieuwd gebruiken van een lege batterij / accu. U kunt
een volledig ontladen batterij / accu weer opladen.
Een bescherming tegen het verkeerd aansluiten en
kortsluiting waarborgt een veilig laadproces. Dank-
zij de ingebouwde elektronica begint de auto-accu-
lader niet direct na aansluiten van de accu te laden
maar pas dan, als u de laadmodus hebt geselecteerd.
Als de accuklemmen met de accu zijn verbonden
en het apparaat aan het stroomnet is aangesloten,
begint op de digitale weergave
10
de weergave
“connected“ te branden. Nadat u de laadmodus
hebt gekozen, brandt de weergave “Charging“. Als
het laadproces is afgerond, brandt de weergave
“Charged“.
Als het digitale display compleet brandt, voordat
de accu compleet is geladen, is er sprake van een
storing.
Controleer in dit geval nogmaals, of de acc
uklem-
men
6
,
7
correct zijn aangesloten op de accu
en of het accutype correct werd geselecteerd.
Mocht het display nog steeds niet branden, is
er wellicht sprake van dat de accu defect is.
115064_uls_Kfz-Ladegeraet mit Starthilfefunktion ULG 12 A2_content_GB_IE_SE_NL.indd 29 13.08.15 11:46