Operation Manual
30 NL
… / … / Opmerkingen rondom de garantie en het afhandelen van de service
Bediening
Digital-Display-toets
1
: Maakt het wisselen
van de digitale weergave van de spanning en het
laadproces in procent (Battery %) mogelijk. Gebruik
deze toets om tussen de volgende weergaven te
wisselen:
– Accu %: geeft het laadproces van de aange-
sloten accu in procent weer.
– Spanning: geeft de spanning van de aangeslo-
ten accu aan.
– Alternator %: uitgangsvermogen in procent
Battery-Type-toets
2
: Gebruik deze toets om
het type van de te laden accu in te stellen. U kunt
hier tussen de diverse accutypes kiezen. Het accu-
type moet per sé correct worden ingesteld voordat
het laadproces begint:
– 12 V Regular: Deze accu‘s (loodzuur accu‘s)
worden normaal gesproken in auto‘s, vrachtau-
to‘s en motors gebruikt. Deze hebben ventila-
tiedopjes en worden vaak als “onderhoudsarm“
of “onderhoudsvrij“ gekenmerkt. Het accutype
is
daarvoor bestemd, snel energie over te drage
n
(bijv. het starten van een motor). “Regular“ ac-
cu‘s mogen niet voor “Deep Cycle“-toepassin
gen
worden gebruikt.
– 12 V Deep Cycle: Deze accu‘s zijn normaal
gesproken ook als “Deep Cycle“ of “Marine“
gekenmerkt. Accu‘s van dit type zijn normaal ge-
sproken groter dan andere accutypes. Deze le-
vert minder kortstondige energie, maar daarvoor
een langer aanhoudende energietransmissie.
Deze accu‘s houden tal van ontladingscycli uit.
– 12 V AGM / gel: Het accutype AGM is normaal
gesproken een goede Deep Cycle accu. Zij heb-
ben de beste “levensduur“ als ze weer worden
opgeladen, voordat ze meer dan 50 % werden
ontladen. Bij volledige ontlading houdt deze
ongeveer 300 laadcycli uit. Het accutype GEL
lijkt op het accutype AGM. De spanning bij het
hernieuwd laden is lager dan bij de andere
loodzuur-accu‘s. Als u voor een gel-accu de fou-
te lader gebruikt, moet u rekening houden met
een verminderd vermogen resp. een verkorting
van de levensduur.
– 6 V Regular: Deze modus kiest u voor gangbare
6 V accu‘s.
Charge-Start-toets
3
: Gebruik deze toets om
een keuze te maken tussen de volgende opties:
– Fast Charge: snel laden (aanbevolen bij lage
omgevingstemperaturen / winter)
– Normal Charge: normaal laadproces (normale
snelheid)
– Start: levert kortstondig 75 Ampère, om een
zwak geladen of lege accu voor het starten
van de motor te overbruggen
Let op: Modus kan alleen worden beëindigd door
het trekken van de stroomkabel
9
.
Starterfunctie gebruiken
Voer per sé alle aan-
sluitingen zoals beschreven en in de aangegeven
volgorde uit. Anders kan de elektronica van het
voertuig beschadigd raken.
Bij een omgang welke tegenstrijdig is met de aange-
geven informatie, is dit op eigen gevaar en verant-
woordelijkheid.
Let op: Deze functie is niet geschikt voor accu‘s
kleiner dan 45 Ah. Bij accu‘s kleiner dan 45 Ah kan
deze functie tot een beschadiging van de accu leiden.
Bij dieselvoertuigen en benzinemotoren met groot
volume worden deels hogere stroomsterkte als 75 A
voor het starten benodigd.
Opmerking: De lader heeft een analyseprogram-
ma, dat in het bijzonder bij de starterfunctie de accu
beschermt tegen beschadigingen (bijv. sulfatatie, te
sterke daling van de spanning). Bij zeer sterk ontla-
den of sterk belaste accu‘s schakelt het apparaat ter
bescherming van de accu de starterfunctie niet aan.
Tijdens dit proces wordt de accu reeds met een lage
stroom geladen (Charging brandt). Het display blijft
dan op “0“ staan. In dit geval is de starterfunctie niet
mogelijk. Deze beschermt de accu tegen beschadi-
gingen. De accu dient dan eerst te worden geladen.
Hiervoor kunt u ook de functie “Fast Charge“ of
“Normal Charge“ gebruiken.
Sluit de stroomkabel
9
van de auto-acculader
aan op het stopcontact.
Bevestig de rode accuklem
6
aan de pluspool
van uw accu. (De pluspool is voorzien van een
“+“ en een rode markering).
100683_uls_Kfz-Ladegeraet mit Starthilfefunktion ULG 12 A1_content_SE_NL.indd 30 29.09.14 12:20