Operation Manual
Trust Wireless Alarm System 200SA
4
3. Functiebeschrijving
Voordat u het alarmsysteem installeert, dient u eerst de functies van de diverse onderdelen van het
alarmsysteem te kennen. Zie onderstaande hoofdstukken voor de functiebeschrijving van de diverse
onderdelen:
3.1 Alarmcentrale
De alarmcentrale (ontvanger) is het “hart” van uw alarmsysteem en heeft een ingebouwde sirene en
telefoonkiezer. De ontvanger zet binnenkomende signalen van de detectoren om in een alarmsignaal. De
alarmcentrale kan bediend worden met het toetsenbord of heel eenvoudig met de afstandsbediening.
Er kunnen meerdere alarmgevers zoals externe sirenes en flitslichten op aangesloten worden.
Oplaadbare batterijen kunnen ingebouwd worden die er voor zorgen dat er bij eventueel wegvallen van de
netspanning het systeem gewoon blijft functioneren. Een ingebouwde batterijlader zorgt ervoor dat de
batterijen geladen blijven.
Zie figuur 1 en onderstaande tabel voor een overzicht van de diverse functies van de alarmcentrale:
Figuur 1: diverse functies van alarmcentrale
Functie Omschrijving
A
Toetsenbord Voor het programmeren van de beveiligingscode, de herstelfuncties en
het bedienen van het complete systeem.
B
7 Segment display Geeft een aanduiding weer van verschillende functies van het
alarmsysteem.
C
Paniek knop Knop om in geval van nood het alarm direct te activeren.
D
Power LED Gaat branden wanneer het systeem is ingeschakeld met de
voedingsadapter of met de oplaadbare batterijen.
E
Memory LED Gaat knipperen wanneer een van de beveiligde zones een signaal naar
de centrale heeft verzonden, of bij het wachten op het aflezen van de
huiscode.
F
Lage batterijspanning
LED
Gaat knipperen gelijktijdig met zone LED om aan te geven dat de
batterijspanning van een sensor in een bepaalde zone laag is.
G
Compleet aan LED Gaat knipperen bij de inschakel vertragingstijd, en daarna branden als
het systeem compleet aan staat.