Operation Manual

7
Hoofdstuk 2: INSTALLATIE
2.1 INSTALLATIE VAN DE HOOFDUNIT
BOVENPANEEL VAN DE HOOFDUNIT
1. Verwijder het bovenpaneel door de schroef los te draaien en sluit de
adapterstekker voor 12 V aan. Leid de adapterkabel door de sleuf in de achterzijde
van unit en steek de stekker in het wandcontact (zie figuur 2).
Figuur 2
2. Plaatsen van de backupbatterij:
De backupbatterij wordt alleen gebruikt als de normale stroomtoevoer wegvalt.
Plaats zes oplaadbare loodzwavelzuurbatterijen van het type 1,2 V/700 mA in de
batterijhouder (zie figuur 1). De hoofdunit zorgt ervoor dat de batterijen
automatisch worden opgeladen (de adapter moet altijd zijn aangesloten).
3. Plaats het bovenpaneel terug en draai de schroef vast.
HUISCODE:
1. De draadloze PIR-detector, de magnetische deur-/raamdetector en de afstandsbediening
zijn voorzien van 8 DIP-schakelaars die in drie standen kunnen worden gezet (‘+’, ‘0’ of
‘-’) om ervoor te zorgen dat andere alarmsystemen van Trust, bijvoorbeeld dat van uw
buurman, niet dezelfde code hebben. Raadpleeg de paragraaf over het instellen van de
code bij de installatie van de detector.
2. Dit systeem maakt gebruik van een draadloze code.
De hoofdunit heeft geen DIP-schakelaar nodig zolang de PIR-detector, de magnetische
deur-/raamdetector en de afstandsbediening dezelfde huiscode hebben. druk op de knop
DISARM van de afstandsbediening aan de voorzijde van de hoofdunit. Het systeem leest
dan uw huiscode in en slaat deze op in het geheugen.
3. De gehele instellingsprocedure is voltooid als er een pieptoon klinkt en de LED’s niet
meer knipperen en dus uit zijn.
TOETSENBLOK INSTELLEN EN PROGRAMMEREN
1. Zorg dat alle sensoren en accessoires (magneetcontacten, PIR-detectoren etc.) op de