Operation Manual
54
LED 4 groen knippert als er na het inschakelen van de af-
standsbediening nog geen radioverbinding tot
stand is gebracht
brandt als het apparaat gereed is voor gebruik en
de dataverbinding stabiel is
knippert in combinatie met pieptoon
– na 10 seconden vanaf het inschakelen van de afstandsbe-
diening als de besturing niet bedrijfsklaar is
– als de besturing is uitgeschakeld
– na 1 minuut zonder toetsen van de afstandsbediening aan
te raken
– na afbreken van de radioverbinding
Alle LED's „Uit” en geen pieptoon
Systeem uit (eventueel batterijen van de afstandsbediening
controleren)
Vervanging van de batterijen in de
afstandsbediening
Gebruik alleen lekdichte micro-batterijen met een stalen be-
huizing, LR03, AAA, AM4, MN 2400 (1,5 V).
Bij het inzetten van nieuwe batterijen op de plus- / minpool
letten!
Afbeelding 3
Lege, verbruikte batterijen kunnen lekken en de af-
standsbediening beschadigen! Verwijder de batterijen
als de afstandsbediening langere tijd niet wordt gebruikt.
Geen garantie voor schade door lekkende batterijen.
Vóór het weggooien van een defecte afstandsbediening
altijd eerst de batterijen verwijderen en als chemisch afval
behandelen.
Manoeuvreren van de caravan
Vóór het gebruik van de Mover®XT4 de „veilig-
heidsrichtlijnen” in acht nemen!
Bij afgekoppelde caravan de handrem aantrekken.
De 13-polige stekker / adapter uit de stekkerdoos van de auto
trekken en in het veiligheidsstopcontact van de caravan steken.
De Mover®XT4 kan uit veiligheidsoverwegingen alleen
worden gebruikt als de 13-polige stekker / adapter van
de caravan in het veiligheidsstopcontact zit.
In geval van een storing mag de 13-polige stekker /
adapter alleen uit het veiligheidsstopcontact worden
getrokken als de handrem is aangetrokken, omdat de elektro-
nische beveiligingsfuncties buiten werking worden gesteld.
Afstandsbediening inschakelen – groene LED 4 knippert tot de
besturing bedrijfsklaar is. Indien de besturing niet bedrijfsklaar
is, schakelt de afstandsbediening na ca. 10 seconden uit.
De beide toetsen (i) voor het aanzetten tegelijkertijd indruk-
ken, na ca. 3 seconden (veiligheidsvertraging) begint het
aanzetten.
Controleer aan de hand van de positieweergave of alle
aandrijfrollen correct tegen de band aanliggen.
Vóór het in gebruik nemen van de Mover®XT4 de cara-
van van de handrem zetten.
Met de draai- en schuifregelaar kan de caravan in alle richtin-
gen worden verplaatst.
Bij de Mover®XT4 kan met de eindaanslag op de draairege-
laar (linker en rechter aanslag) een draaiing rond de verticale
as van ca. 30 cm per kant (gemeten bij de dissel) worden
uitgevoerd.
Door de softstart / softstop wordt de caravan bij het
gaan rijden zonder schokken in beweging gezet resp. bij
het stoppen zacht afgeremd.
Bij loslaten van de draai- en schuifregelaar resp. wanneer het
radiosignaal gestoord of te zwak wordt, stopt de caravan. Ra-
diografische apparatuur of andere Mover®-afstandsbedienin-
gen kunnen uw Mover® niet in werking zetten.
Na het op gang komen verplaatst de Mover®XT4 zich met
een gelijkmatige snelheid (afhankelijk van de positie van de
schuifregelaar). De snelheid neemt iets toe op een aflopende
resp. neemt af op een oplopende ondergrond.
Na het manoeuvreren eerst de handrem aantrekken en
daarna de aandrijfrollen vrijzetten van de band.
Zet de schuifschakelaar van de afstandsbediening in de
stand „Uit” om de afstandsbediening uit te schakelen
(Mover®XT4 gaat in stand-by).
De schuifschakelaar doet ook dienst als
'Noodstop'-schakelaar.
Na het manoeuvreren de stekker / adapter uit het veilig-
heidsstopcontact trekken, anders schakelt de besturing
automatisch na een uur uit. Met de stekker / adapter in het
stopcontact zal de accu met een ruststroom van ca. 80mA
(na een uur met ca. 150 µA) ontladen.
Aankoppelen aan een auto
Met behulp van de Mover®XT4 is een schokvrij, op de mil-
limeter nauwkeurig aankoppelen aan de auto mogelijk. Dit
vereist echter zorgvuldigheid en enige oefening.
Volgens de gebruiksaanwijzing de caravan in de buurt van de
auto brengen (handrem aantrekken en in de versnelling zet-
ten). Voor het exact positioneren van de koppeling de draai-
en schuifregelaar bedienen tot de koppeling van de caravan
precies boven de trekhaakkogel van de auto staat. Daarna de
caravan door het indraaien van het neuswiel zoals gewoonlijk
aan de auto koppelen.
De caravan zoals gebruikelijk voorbereiden voor de rit.
Met aangezette aandrijfrollen mag de caravan niet wor-
den getrokken.
Onderhoud
Verwijder grof vuil van de straat van de aandrijfelementen. Bij
het schoonmaken van de caravan de Mover®XT4 afspuiten
met een waterslang om modder enz. te verwijderen. Zorg
ervoor dat er geen stenen, takken enz. vastgeklemd zitten. De
besturing is onderhoudsvrij. De afstandsbediening moet op
een droge plaats worden bewaard.
Jaarlijks (resp. vóór het overwinteren) de Mover®XT4 reinigen
zoals hierboven beschreven. De caravan niet met aangezette
aandrijfrollen parkeren.
Om ontlading van de accu te voorkomen, moeten bij een
langere periode van stilstand de polen van de accu worden
losgemaakt en moet de accu tussendoor worden opgeladen.
Vóór ingebruikname de accu van de caravan opladen.