Operation Manual
51
Veiligheidsrichtlijnen
– Vóór het eerste gebruik van de Mover®XT4 op open terrein
oefenen om u met de functies van resp. de afstandsbedie-
ning en de Mover®XT4 vertrouwd te maken.
– Voor ieder gebruik van de Mover®XT4 banden en aandrijf-
rollen controleren; eventueel scherpe stenen en dergelijke
verwijderen.
– Tijdens het gebruik mogen zich geen personen in de cara-
van bevinden.
– Binnen het manoeuvreerbereik van de Mover®XT4 mogen
zich geen personen (vooral geen kinderen) ophouden.
– Bij het gebruik van de Mover®XT4 moet u erop letten dat
er geen haren, ledematen, kleding of andere op lichaam
gedragen voorwerpen tussen bewegende en / of draaiende
onderdelen (bijv. aandrijfrollen) kunnen komen.
– Bij het manoeuvreren mag de afstand tussen de draad-
loze afstandsbediening en het midden van de caravan
max.10 m bedragen!
– Bij storingen de handrem aantrekken.
– Om omslaan van de caravan te voorkomen, bij het manoeu-
vreren op hellingen de dissel naar onderen (bergaf) richten.
– Na het manoeuvreren altijd eerst de handrem aantrekken,
de aandrijfrollen van de band vrijzetten en de wielen
(met name op hellende ondergronden!) blokkeren. De
Mover®XT4 is niet geschikt als parkeerrem voor als de
caravan op zijn plaats staat.
– Zorg ervoor dat de draadloze afstandsbediening nooit onbe-
voegd kan worden gebruikt (let vooral op kinderen!).
– Trek de caravan nooit terwijl de aandrijfrollen tegen de ban-
den zijn aangezet, aangezien dit kan leiden tot schade aan
de banden, aan de trekauto en aan de aandrijfeenheden.
– Alle wielen en banden van de caravan moeten van dezelfde
maat en hetzelfde type zijn.
– Om een correct functioneren van de Mover®XT4 te waar-
borgen, moet de afstand tussen banden en weggedraaide
aandrijfrollen 20 mm bedragen. Alle banden moeten – vol-
gens gegevens van de fabrikant – dezelfde bandenspanning
hebben (controleer dit regelmatig!). Door slijtage van de
banden of montage van nieuwe banden is eventueel een
nieuwe instelling van de afstand aandrijfrollen / banden no-
dig (zie „Montage van de aandrijfelementen”).
– De caravan mag niet onder de Mover®XT4 worden opge-
krikt, omdat dit tot beschadiging van de aandrijfeenheid kan
leiden.
– Gevoelige voorwerpen, zoals camera's, DVD-spelers enz.
mogen niet in de bergruimte in de buurt van de besturing
of van de motorbekabeling worden bewaard. Deze zouden
schade kunnen oplopen door de sterke elektromagnetische
velden.
– Door het gewicht van de Mover®XT4, wordt het ledig ge-
wicht van het voertuig hoger, daardoor wordt de nuttige
belasting van het voertuig minder.
– Na het manoeuvreren de stekker / adapter uit het veilig-
heidsstopcontact trekken, omdat anders de accu leeg raakt.
Ruststroom bij ingestoken stekker / adapter < 80 mA. Rust-
stroom bij uitgetrokken stekker / adapter < 150 µA.
Inhoudsopgave
Gebruikte symbolen ............................................................ 51
Veiligheidsrichtlijnen ....................................................... 51
Algemene aanwijzingen .................................................. 52
Accu's ................................................................................. 52
Functiebeschrijving ........................................................ 52
Gebruiksaanwijzing
Afstandsbediening ........................................................... 53
Inschakelen van de afstandsbediening ............................... 53
LED-knippercode en pieptoon van de afstandsbediening .. 53
Vervanging van de batterijen in de afstandsbediening ..... 54
Manoeuvreren van de caravan ...................................... 54
Aankoppelen aan een auto ............................................. 54
Onderhoud ........................................................................ 54
Controles ............................................................................. 55
Noodbediening vrijzetten aandrijfrollen .............................. 55
Fouten zoeken .................................................................. 55
Elektronische besturing en draadloze afstandsbediening
opelkaar inregelen .............................................................. 55
Technische gegevens ...................................................... 55
Verklaring van overeenstemming ................................. 56
Truma fabrieksgarantieverklaring ................................. 56
Inbouwhandleiding
Gebruiksdoel ....................................................................... 57
Toelating .............................................................................. 57
Benodigd gereedschap en benodigde voorzieningen ........ 57
Minimale inbouwmaten ..................................................... 57
Bepaling van de chassishoogte .......................................... 57
Vaststelling van de montagesituatie ................................... 57
Montage speciale toebehoren en accessoires ................... 58
Plaatskeuze ......................................................................... 58
Spatlappen ........................................................................ 58
Montage van de aandrijfelementen .............................. 59
Elektrische bedrading en besturing ............................. 60
Aansluiting van de accu ...................................................... 61
Aansluiting van het veiligheidsstopcontact ............... 62
Controle van de werking ................................................ 62
Waarschuwingen ................................................................ 62
Gebruikte symbolen
Inbouw en reparatie van het apparaat mogen alleen
door geschoold personeel worden uitgevoerd.
Symbool wijst op mogelijke gevaren.
Opmerking met informatie en tips.