Operation Manual
7 NL
Bedieningshandleiding – luchtontvochtiger TTK 75 S
Ontvochtiging
Het apparaat draait tot het bereiken van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Daarna schakelt de compressor uit en
draait de ventilator door. Wordt de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid overschreden, schakelt de compressor
weer in.
De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid kan op ieder
moment worden ingesteld.
U kunt op ieder moment kiezen tussen een lage en een hoge
ventilatorsnelheid (wasdroogfunctie).
Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig continubedrijf of onbewaakte ontvochtiging,
moet een geschikte condensafvoerslang worden aangesloten op
het apparaat.
ü Een geschikte slang (diameter: 15mm) ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verwijder de rubberplug uit de slangaansluiting.
2. Schuif het ene uiteinde van de slang op de
slangaansluiting.
3. Verwijder het condensreservoir uit het apparaat.
4. Steek de rubberdop in de condensafvoer.