User Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- 1 Opmerkingen m.b.t. de bedieningshandleiding
- 2 Veiligheid
- 3 Informatie over het apparaat
- 4 Transport en opslag
- 5 Montage en installeren
- 6 Belangrijke aanwijzingen m.b.t. ontvochtigingscapaciteit en drogingssnelheid
- 7 Bediening
- 8 Nabestelbare accessoires
- 9 Defecten en storingen
- 10 Onderhoud
- 11 Technische bijlagen
- 12 Recycling
NL 5
luchtontvochtiger / klimaatmanager DH 15 VPR+
Beschrijving van het apparaat
Via het condensatieprincipe zorgen de luchtontvochtigers uit de
VPR+-serie voor een automatische luchtontvochtiging van
ruimten.
De ventilator zuigt de vochtige ruimtelucht aan via de
luchtinlaat(3), door de verdamper en door de daar achter
liggende condensor. Bij de koude verdamper wordt de
ruimtelucht tot onder het dauwpunt afgekoeld. De in de lucht
opgenomen waterdamp slaat als condens, resp. rijp neer op de
verdamperlamellen. Bij de condensor wordt de ontvochtigde,
afgekoelde lucht weer verwarmd en met een temperatuur die
ca.5°C hoger is dan de ruimtetemperatuur weer uitgeblazen.
De zo bereide droge lucht wordt via de luchtuitlaat(1) weer met
de ruimtelucht vermengd. Door de doorlopende circulatie van de
ruimtelucht door het apparaat wordt de luchtvochtigheid in de
opstelruimte verlaagd. Afhankelijk van de luchttemperatuur en
de relatieve luchtvochtigheid, druppelt het gecondenseerde
water doorlopend of alleen tijdens de ontdooifasen in de
condensopvangbak.
Binnenin het apparaat bevindt zich een hygrostaat met
draairegelaar(8) voor het instellen van de gewenste
luchtvochtigheid. Deze draairegelaar is bereikbaar na het
verwijderen van de filterklep(3).
Het apparaat maakt het verlagen van de relatieve
luchtvochtigheid tot ca.30% mogelijk.
Bij een ruimtetemperatuur van 15°C geven de apparaten het
1,6- tot 3-voudige van hun stroomverbruik aan warmte af aan
de ruimtelucht (zie hoofdstuk technische gegevens, COP-
waarde). Door de warmte die ontstaat tijdens het gebruik, kan
de ruimtetemperatuur daarom ca. 1 tot 3°C toenemen.
Een hoog vochtgehalte in de lucht (vanaf 70% r.v.) vormt een
ideale voedingsbodem voor schimmel en bederf. De ruimtelucht
mag ook niet te droog zijn (< 40% r.v.). Materialen, zoals leer
of rubber worden poreus, hout zal uitdrogen en gaat scheuren.
Bij de opslag van voertuigen wordt een relatieve
ruimteluchtvochtigheid tussen 45 - 50% aanbevolen. Andere
materiaalspecifieke vochtigheidswaarden kunt u vinden in de
betreffende gegevens van de fabrikanten van de opgeslagen
goederen.
Daarnaast is het apparaat uitgerust met een ionisator, die naar
behoefte geuren en bacteriën in de ruimtelucht elimineert.
Een ingebouwd filter neemt, afhankelijk van het model, stof en /
of roet op uit de ruimtelucht.
De ingebouwde pomp helpt bij het afvoeren van het condens,
hierbij kunnen hoogteverschillen tot 10m worden overwonnen.
Dit maakt bijv. het afvoeren van condens via meerdere etages
mogelijk.
Overzicht van het apparaat
LEVEL 5
1
2
3
6
4
5
3
8
7
Nr. Aanduiding
1 Luchtuitlaat (achter voorzetplaat)
2 Behuizing
3 Luchtinlaat met filterklep
4 Wandhouder
5 Slangaansluiting voor condensafvoerslang
6 Condensreservoir
7 Bedieningspaneel ionisator
8 Draairegelaar hygrostaat (tegen manipulaties beveiligd
binnenin het apparaat)