User Manual

20 NL
luchtontvochtiger / klimaatmanager DH 15 VPR+
6. Verwijder de zeef en de vlotter uit het condensreservoir.
7. Reinig het condensreservoir met een doek.
8. Het condensreservoir en de condensopvangbak(12) goed
uitspoelen met schoon water.
9. De zeef en de vlotter weer in het condensreservoir
plaatsen. Houd rekening met de inbouwrichting van de
vlotter (ring naar boven).
10. Sluit het condensreservoir en controleer alle
slangverbindingen.
11. Test daarna de pomp: Het apparaat aansluiten op het
stroomnet. Giet een beetje schoon water in de
condensopvangbak. De pomp moet het water afpompen.
Zorg dat er geen lekkage is bij de slangverbindingen.
12. Monteer de behuizing, zie hoofdstuk montage.
13. Plaats de filterklep(3) weer.
3
Koudemiddelkringloop
De gehele koudemiddelkringloop is een onderhoudsvrij,
hermetisch gesloten systeem en mag alleen door
gespecialiseerde bedrijven op het gebied van koude- en
klimaattechniek of door Trotec worden onderhouden, resp.
gerepareerd.
Luchtfilter vervangen
Deze activiteit elke 6 maanden een keer uitvoeren. Bij sterke
stof- en/of roetbelasting moet het luchtfilter na maximaal
2 maanden worden vervangen. Controleer de toestand van het
filter regelmatig.
Let op
Controleer of het luchtfilter niet versleten of
beschadigd is. De hoeken en randen van het luchtfilter
mogen niet zijn vervormd of afgerond. Controleer voor
het weer plaatsen van het luchtfilter of het
onbeschadigd en droog is!
Let op
Een vervuild luchtfilter leidt tot het hinderen van de
luchtstroom. Hierdoor ontstaat schade aan de
koudemiddelkringloop en ionisator. Tijdens bedrijf met
een vervuild luchtfilter, vindt geen ontvochtiging en
geen ionisatie plaats.
1. Open de filterklep(3).
3
2. Verwijder het luchtfilter.
3. Plaats het nieuwe luchtfilter. Zorg hierbij dat de witte kant
van het combinatiefilter naar buiten wijst.
Het luchtfilter moet in de hoeken en aan de zijkanten vlak
aansluiten op het frame, om ongefilterde luchtstromingen
te voorkomen!
4. Het gebruikte filter recyclen volgens de nationale
wetgeving.
5. Plaats de filterklep(3) weer.
3