User Manual

NL 11
luchtontvochtiger / klimaatmanager DH 15 VPR+
Ruimteluchtvochtigheid regelen
1. De gewenste luchtvochtigheid instellen met de
draairegelaar(8) van de hygrostaat.
2. De draairegelaar naar het midden tussen Off en Cont.
draaien, daarna moet binnen 2dagen een luchtvochtigheid
van 50 tot 55% worden bereikt.
3. Controleer de luchtvochtigheid met een thermohygrometer.
Is de lucht te droog (luchtvochtigheid te laag), draai dan de
regelaar van de hygrostaat ca. 1cm linksom, is de lucht te
vochtig (luchtvochtigheid te hoog), draai dan de regelaar
ca. 1 cm verder rechtsom (in de richting van het woord
Cont.).
4. Wacht telkens na het wijzigen van de hygrostaatinstelling
2 dagen en herhaal deze procedure, tot de gewenste
ruimteluchtvochtigheid is bereikt.
8
ð Bij het bereiken van de gewenste ruimteluchtvochtigheid
schakelt de compressor automatisch uit.
ð De ventilator draait nog door, om een doorlopende
luchtcirculatie voor het filteren van de lucht te waarborgen,
zodat evt. geuren worden geneutraliseerd en de
luchtvochtigheid constant wordt bewaakt.
ð Wordt de ingestelde luchtvochtigheid overschreden, wordt
de compressor automatisch weer geactiveerd en wordt de
ruimtelucht weer ontvochtigd.
Automatisch ontdooien
Is de ruimtetemperatuur lager dan 15 °C, bevriest de
warmtewisselaar tijdens het ontvochtigen. Het apparaat voert
vervolgens een automatische ontdooiing uit. De duur van het
ontdooien kan variëren, afhankelijk van de ruimtetemperatuur.
Bij lagere temperaturen duurt dit proces langer.
Ionisatie
De DH-VPR+luchtontvochtiger is vanuit de fabriek uitgerust met
een speciale, hoogwaardige NTP-luchtreinigingseenheid, die in
z'n plasmazone luchtgedragen geuren, schadelijke stoffen en
micro-organismen, die primair voorkomen binnen het
aanbevolen toepassingsgebied van de VPR+serie, via
oxidatieve omzetting effectief kan neutraliseren.
Door elektrische stimulatie wordt hierbij de belaste lucht bij het
doorstromen van de ionisatie-eenheid geneutraliseerd tot voor
de natuur en de mens gevaarloze singletzuurstof met gesplitste
waterstof- en zuurstofmoleculen.
De in de VPR+serie gebruikte ionisatoren zijn hierbij in staat de
meeste typen van deze toepassingsspecifieke geurstoffen in de
ruimtelucht doorlopend te neutraliseren. Hierdoor neemt de
geurbelasting langzaam, maar continu af.
Bediening ionisatie
LEVEL 5
8
9
10
11
Cont.
Off
De extra ionisatiefunctie wordt via de toets(10) ingeschakeld.
Bij geactiveerde ionisatiefunctie brandt de toets(10).
Het apparaat heeft een regelaar voor 5 intensiteitsniveaus(11).
Met de niveaus 1 tm. 4 kan de singletzuurstofproductie van de
minimale waarde tot de maximale waarde voor een standaard-
duurbehandeling worden ingesteld.
Bovendien is voor kortstondige, intensieve behandeling een
extra 5e niveau instelbaar.
Bij dit vijfde niveau wordt binnenin het apparaat een
geringe hoeveelheid ozon gegenereerd, echter in een
concentratie die bij bedoeld gebruik niet schadelijk is voor
de gezondheid of voor materialen.
Aanbevolen werkwijze bij standaardbehandeling
(niveau 1 - 4)
Geurwaarneming is subjectief. Bovendien beïnvloeden
schommelende klimaatparameters, zoals luchtvochtigheid en
ruimtetemperatuur, niet alleen de diffusie van geurdeeltjes in de
ruimte, maar ook het reactiepotentieel voor de oxidatieve
omzetting van de luchtgedragen geuren en schadelijke stoffen.
Hierdoor kan geen lineaire richtwaarde worden gegeven voor de
regeling, bijvoorbeeld afhankelijk van de ruimtegrootte. In plaats
hiervan wordt een actief, individueel afregelen, afgestemd op de
lokale omstandigheden en uw persoonlijke eisen aanbevolen:
1. Ventileer de ruimte voor het eerste gebruik grondig.
2. Schakel de ionisator eerst naar niveau 3 en de ventilator
nar niveau 1 en laat het apparaat maximaal 7 dagen
draaien met deze instellingen.
3. Tijdens, resp. op z'n laatst na het verstrijken van de
behandelingsduur, moet een vermindering van de
geurintensiteit en/of een lichte ozongeur merkbaar zijn.
In dit geval kunt u de ionisator dan 1 niveau lager instellen
en deze stap evt. afhankelijk van de geurwaarneming
herhalen tot en met het terugstellen naar niveau 1.