User Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- 1 Aanwijzingen bij de gebruikshandleiding
- 2 Veiligheid
- 3 Informatie over het apparaat
- 4 Transport en opslag
- 5 Montage en installeren
- 6 Bediening
- 7 Nabestelbare accessoires
- 8 Defecten en storingen
- 9 Onderhoud
- 9.1 Onderhoudsintervallen
- 9.2 Onderhouds- en verzorgingsrapport
- 9.3 Werkzaamheden voor aanvang van het onderhoud
- 9.4 Motorcondensator
- 9.5 Koudemiddelkringloop
- 9.6 Veiligheidssymbolen en plaatjes op het apparaat
- 9.7 Behuizing reinigen
- 9.8 Visuele controle van het inwendige van het apparaat op vervuilingen
- 9.9 Luchtfilter reinigen
- 9.10 Activiteiten na het onderhoud
- 10 Technische bijlagen
- 11 Recycling
- 12 Conformiteitsverklaring
10 NL
luchtontvochtiger TTK 655 S
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
1. Zorg dat de condensafvoerslang correct is aangesloten op
het apparaat en onbeschadigd is.
2. Zet een opvangreservoir met voldoende inhoud (min.
20liter, aanbevolen wordt een speciekuip van 60 liter)
naast het apparaat en leg het slanguiteinde hierin.
Controleer regelmatig het vulpeil van het reservoir.
3. Zorg dat de condensafvoerslang altijd afloopt.
4. Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
afgezekerd stopcontact.
5. Schakel het apparaat in met de netschakelaar (14).
6. Controleer of het lampje in de netschakelaar (14) brandt.
7. Regel de ruimteluchtvochtigheid met de
draaischakelaar(13).
Info
De compressor start altijd met vertraging. Dit dient ter
bescherming van de compressor en zorgt voor een
langere levensduur. Deze vertraging is actief tijdens
het optionele hygrostaatbedrijf. Neemt de
ruimteluchtvochtigheid toe via de instelling van de
voorkeuzeschakelaar, schakelt de compressor pas na
een tijdsvertraging weer in. De ventilator draait altijd
door, onafhankelijk van de compressor.
Bedrijfsmodus continubedrijf
Bij continubedrijf ontvochtigt het apparaat de lucht continu en
onafhankelijk van het vochtgehalte. Voor het starten van
continubedrijf, de draaischakelaar (13) naar max. draaien.
Automatische ontdooiing
Is de ruimtetemperatuur lager dan 11°C, bevriest de verdamper
tijdens het ontvochtigen. Het apparaat voert vervolgens een
automatische ontdooiing uit. De duur van het ontdooien kan
variëren.
• Schakel het apparaat tijdens het automatisch ontdooien
niet uit. De netstekker niet uit het stopcontact trekken.
Temperatuurbegrenzing (oververhittingsbeveiliging)
Het apparaat is uitgerust met een temperatuurbegrenzing. Zo
wordt bijv. de compressor beveiligd tegen oververhitting.
• Bovenste temperatuurgrens: +35°C +/- 2°C
• Onderste temperatuurgrens: -3°C +/- 2°C
Komt de omgevingstemperatuur boven of onder deze grenzen,
schakelt het apparaat de compressor automatisch uit en blijft
alleen de ventilator draaien. Deze eigenschap beschermt het
apparaat tegen overbelasting, omdat het apparaat extreem
wordt belast bij hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid.
Bovendien is een droging bij dergelijk hoge temperaturen niet
meer economisch en vormt een risico voor de inventaris van de
te drogen ruimte. Houd er graag rekening mee dat de
uitschakeling werkt met een inschakelhysterese van -2°C.
Bedrijf met condenspomp (optioneel)
Let op
De slangadapteraansluiting bevindt zich binnenin het
apparaat.
Waarschuwing voor elektrische spanning
De condenspomp altijd bij de stekkerverbinding
scheiden. voordat u de pomp aansluit. Deze procedure
moet worden uitgevoerd bij een gescheiden stroomnet.
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok!
Optioneel kan het gecondenseerde water via een naderhand te
installeren condenspomp uit het apparaat worden gepompt (zie
hoofdstuk nabestelbare accessoires). Met een pompcapaciteit
van max. 50m en een maximale opvoerhoogte van 4m, kan
een permanente condensafvoer ook naar hogere etages
plaatsvinden.
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• Schakel het apparaat uit.
• De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
• Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.