User Manual

NL 9
luchtontvochtiger TTK 54 E / TTK 66 E
Bediening
Opmerkingen:
• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
• De ventilator draait bij ontvochtigingsbedrijf permanent,
ook na het bereiken van de ingestelde gewenste waarde,
tot het uitschakelen van het apparaat.
Bedieningselementen
10 11 12 13 14
1718
16
1920212223
15
Nr. Aanduiding Betekenis
10 LED TIMER Brandt bij geactiveerde timer
11 LED's Ventilatorsnelheid Indicatie ventilatorsnelheid:
Low = laag
Med = middelmatig
High = hoog (Low + Med)
12 LED Full Condensreservoir vol of niet
goed geplaatst
13 LED Dryer Bedrijfsmodus Wasdroogfunctie
actief
14 LED Cont. Bedrijfsmodus Continubedrijf
actief
15 LED Comfort Bedrijfsmodus Comfortbedrijf
actief
16 LED Power Brandt tijdens bedrijf
17 Toets ON/OFF Aan-/uit-toets:
Apparaat in-, resp. uitschakelen
18 Toets MODE Keuzetoets voor bedrijfsmodi:
Ontvochtiging (geen indicatie)
Dryer = wasdroogfunctie
Cont. = continubedrijf
Comfort = comfortbedrijf
19 Toets Waarde verhogen Relatieve
ruimteluchtvochtigheid instellen
Aantal uren voor de timer-
functie instellen
Nr. Aanduiding Betekenis
20 Segmentweergave Weergave van de actuele
relatieve ruimteluchtvochtigheid
Weergave van de relatieve
ruimteluchtvochtigheid tijdens
het instellen
Weergave van het aantal uren
tijdens het programmeren van
de timer
Weergave van foutcodes
21 Toets Waarde verlagen Relatieve
ruimteluchtvochtigheid instellen
Aantal uren voor de timer-
functie instellen
22 Toets FAN Hoge, middelmatige of lage
ventilatorsnelheid instellen
23 Toets TIMER Schakelt de timer-functie aan
of uit
Info
Een signaaltoon klinkt elke keer als een instelling
wordt geactiveerd.
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
1. Druk op de toetsON/OFF(17).
ð Het apparaat start in de bedrijfsmodus Ontvochtiging.
Bedrijfsmodi instellen
• Ontvochtiging
• Continubedrijf
• Comfortbedrijf
• Wasdroogfunctie
Ontvochtiging
Het apparaat draait tot het bereiken van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Daarna schakelt de compressor uit en
draait de ventilator door. Wordt de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid overschreden, schakelt de compressor
weer in.
De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid kan in deze
bedrijfsmodus worden ingesteld, het instelbereik ligt tussen 35
% en 85 % in stappen van 5%.
1. Druk op de toetsMODE(18), tot alleen de LEDPower(16)
brandt.
2. Druk op de toetsenWaarde verhogen(19) en Waarde
verlagen(21), om de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid te kiezen.
ð De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid wordt ca.
5seconden op de segmentweergave(20) weergegeven,
daarna wordt de actuele relatieve
ruimteluchtvochtigheid weergegeven.