User Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- 1 Opmerkingen m.b.t. de bedieningshandleiding
- 2 Veiligheid
- 3 Informatie over het apparaat
- 4 Transport en opslag
- 5 Montage en installeren
- 6 Bediening
- 7 Defecten en storingen
- 8 Onderhoud
- 8.1 Onderhoudsintervallen
- 8.2 Onderhouds- en verzorgingsrapport
- 8.3 Werkzaamheden voor aanvang van het onderhoud
- 8.4 Koudemiddelkringloop
- 8.5 Veiligheidssymbolen en plaatjes op het apparaat
- 8.6 Behuizing reinigen
- 8.7 Visuele controle van het inwendige van het apparaat op vervuilingen
- 8.8 Luchtfilter reinigen
- 8.9 Condensreservoir legen
- 8.10 Activiteiten na het onderhoud
- 9 Technische bijlagen
- 10 Recycling
NL 13
luchtontvochtiger TTK 54 E / TTK 66 E
Condenslekkage:
• Controleer het apparaat op lekkages.
De compressor start niet:
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens. Het kan zijn dat het apparaat niet
start door te lage omgevingstemperaturen (< 5°C).
• Controleer of de relatieve ruimteluchtvochtigheid
overeenkomt met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde relatieve
ruimteluchtvochtigheid. De luchtvochtigheid in de
opstelruimte moet boven het gekozen bereik liggen.
• Controleer of het apparaat werkt in de bedrijfsmodus
Comfortbedrijf. De compressor schakelt hierbij bij een
relatieve ruimteluchtvochtigheid van minder dan 45%
automatisch uit.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging van de
compressor is geactiveerd. Scheid het apparaat van het
stroomnet en laat het ca. 10 minuten afkoelen, voor het
weer aansluiten hiervan op het stroomnet.
• Het apparaat kan op dat moment evt. een automatische
ontdooiing uitvoeren. Tijdens een automatisch ontdooiing
vindt geen ontvochtiging plaats.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. verliest
capaciteit:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig vervuild
apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het
gebied van koel- en koudetechniek of door Trotec.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
indien nodig voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op
het gebied van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
Foutcodes
Op de segmentweergave(20) kunnen de volgende
foutmeldingen worden weergegeven:
Foutcode Oorzaak Maatregel
AS Fout bij
vochtigheidssensor
Het apparaat kort scheiden
van het stroomnet.
Mocht de fout na het
herinschakelen nog steeds
aanwezig zijn, neem dan
contact op met de
klantenservice.
ES Fout bij
temperatuursensor
E3 Algemene fout bij het
apparaat
EC Koelvloeistof lekt
weg
Schakel het apparaat uit en
neem contact opnemen met
de klantenservice.
P1 Automatisch
ontdooien
Hierbij gaat het niet om een
fout of een storing. Wacht
korte tijd. Is de
automatische ontdooiing
beëindigd, gaat de indicatie
uit.
P2 Condensreservoir vol
of niet goed geplaatst
Het condensreservoir legen,
resp. controleren of het
condensreservoir goed is
geplaatst.