User Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- 1 Opmerkingen m.b.t. de bedieningshandleiding
- 2 Veiligheid
- 3 Informatie over het apparaat
- 4 Transport en opslag
- 5 Montage en installeren
- 6 Bediening
- 7 Defecten en storingen
- 8 Onderhoud
- 8.1 Onderhoudsintervallen
- 8.2 Onderhouds- en verzorgingsrapport
- 8.3 Werkzaamheden voor aanvang van het onderhoud
- 8.4 Koudemiddelkringloop
- 8.5 Veiligheidssymbolen en plaatjes op het apparaat
- 8.6 Behuizing reinigen
- 8.7 Visuele controle van het inwendige van het apparaat op vervuilingen
- 8.8 Luchtfilter reinigen
- 8.9 Condensreservoir legen
- 8.10 Activiteiten na het onderhoud
- 9 Technische bijlagen
- 10 Recycling
NL 11
luchtontvochtiger TTK 54 E / TTK 66 E
Memory-functie
Na een stroomuitval tijdens lopend bedrijf schakelt het apparaat
na enige tijd weer automatisch in. De gekozen instellingen zijn
opgeslagen. De evt. geprogrammeerde timer-instellingen
worden niet opgeslagen.
Auto-stop-functie
Is het waterreservoir vol, niet goed geplaatst of is de ingestelde
relatieve ruimteluchtvochtigheid bereikt, stopt het apparaat
automatisch.
Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig bedrijf of onbewaakte ontvochtiging moet de
meegeleverde condensafvoerslang worden aangesloten op het
apparaat.
ü De meegeleverde slang (diameter: 14mm) ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verwijder de rubberplug.
2. Schuif een uiteinde van de slang op de slangaansluiting.
3. Het andere uiteinde van de slang naar een geschikte
afvoer (bijv. afvoerputje of een voldoende groot
opvangreservoir) leiden. Zorg dat de slang niet wordt
geknikt.
Verwijder de slang als het condens weer moet worden
opgevangen via het condensreservoir. Laat de slang voor het
opslaan drogen. De slang kan in elke willekeurige
bedrijfsmodus worden aangesloten voor permanent gebruik.
Automatisch ontdooien
Bij lage omgevingstemperaturen kan de verdamper tijdens het
ontvochtigen bevriezen. Het apparaat voert dan een
automatische ontdooiing uit. Tijdens de ontdooifase wordt de
ontvochtiging kort onderbroken. De ventilator blijft draaien. De
foutcodeP1 voor de automatische ontdooiing wordt op de
segmentweergave(20) weergegeven.
De duur van het ontdooien kan variëren. Schakel het apparaat
tijdens het automatisch ontdooien niet uit. Trek de netstekker
niet uit het stopcontact.