Operation Manual
20 NL/BE
Bediening
Zo worden vonken, die vaak optreden bij het aan-
sluiten, voorkomen. Bovendien wordt de acculader
gestuurd door een interne MCU (microcomputer-
eenheid).
Q
Reset / instellingen wissen
Na aansluiting op de stroomvoorziening gaat het
apparaat automatisch over op de basisstand en
blijft het in de standbystand.
Q
Omschakelen tussen de modi
1, 2, 3 en 4
j Druk de keuzetoets MODE
9
dienovereen-
komstig vaak achter elkaar in.
Het apparaat schakelt in de volgende volgor-
denaardelaadmodi:Stand-by
, MODE 1
„6 V“, MODE 2
, MODE 3 , MODE 4
en start vervolgens de volgende cyclus.
OPMERKING: Wanneer u op de toets
9
drukt,
schakelt het apparaat over op de volgende laad-
stand en wordt deze uitgevoerd.
OPMERKING: Wanneer een accu echter na
volledig opladen niet van het lader wordt losge-
koppeld, blijft de druppellaadstand actief, zelfs
wanneer de gebruiker overschakelt op een andere
stand. Dit dient om een volledig opgeladen accu te
beschermen tegen beschadiging.
Q
Stand 1 „6 V” (7,3 V / 0,8 A)
Deze modus is geschikt om 6 V-loodzuuraccu’s met
een capaciteit van minder dan 14 Ah te laden.
j Druk op de toets MODE
9
om stand 1 te kie
zen.
Nadat dit is gedaan, brandt de bijbehorende
LED-indicatie „6 V“
2
. Wanneer u verder niets
doet, wordt de elektronica automatisch samen
met de LED-indicatie
8
geactiveerd en wordt
de laadprocedure gestart met (een stroom van)
0,8A±10%.Alsdeprocedurezonderpro-
blemen verloopt, blijft de LED-indicatie
8
tijdens de volledige laadprocedure branden, tot
deaccuisopgeladentot7,3V/±0,25V.
Wanneer de accu volledig is opgeladen, brandt
de LED-indicatie
7
en verdwijnt de LED-in-
dicatie
8
. Het apparaat schakelt automa-
tisch naar de druppelladingsmodus.
Q
Stand 2 „12 V” (14,4 V / 0,8 A)
Deze modus is geschikt om 12 V-loodzuuraccu’s
met een capaciteit van minder dan 14 Ah te laden.
j
Druk op de toets MODE
9
om stand 2 te kiezen.
Na dit proces brandt de dienovereenkomstige
LED-weergave
3
. Wanneer u vervolgens
geen ander proces uitvoert, schakelt de elektro-
nica samen met de LED-weergave
8
auto-
matisch in en begint het laadproces.
Als de procedure zonder problemen verloopt,
blijft de LED-indicatie
8
tijdens de volledige
laadprocedure branden, tot de accu is opgela-
den. Wanneer de accu volledig is opgeladen,
brandt de LED-indicatie
7
en verdwijnt de
LED-indicatie
8
. Het apparaat schakelt
automatisch naar de druppelladingsmodus.
Q
Stand 3 „12 V” (14,4 V / 3,6 A)
Deze modus wordt hoofdzakelijk gebruikt om 12 V-
loodzuuraccu’s met een capaciteit van meer dan
14 Ah onder normale voorwaarden op te laden.
j D
ruk op de toets MODE
9
om stand 3 te kiezen
.
Wanneer u vervolgens geen ander proces uit-
voert, schakelt de elektronica samen met de LED-
weergave
4
in en begint het laadproces.
Wanneer het proces probleemloos uitgevoerd
wordt, blijft de LED-weergave
8
tijdens het
complete ladingsproces ingeschakeld totdat de
accu opgeladen is. Wanneer de accu volledig
opgeladen is, brandt de LED-weergave
7
en de LED-weergave
8
dooft. Het apparaat
schakelt automatisch naar de druppelladings-
modus.
33211_Battery charger_Content_LB2.indd 20 15.06.09 12:42