Operation Manual
1.5 Eingabe der persönlichen Daten
152
Kompastoepassingen
Positiebepaling met de
achterwaartse peiling
Zoek op uw actuele positie
twee afb. achterwaartse peiling
verwijderde, markante punten
(berg, toren of dergelijke), bi-
jvoorbeeld berg A en berg B, die
ook op uw landkaart uitgezet
zijn. Noteer de achterwaartse
peiling van de bergen A en B
vanuit uw actuele positie, zoals
Opslag van de kompas-
richting
De klok kan de voornaamste
richtingsmeting opslaan.
Druk in de modus “Kompas”
de toets „LAP/RESET“ in om
de opslag te (de)activeren.
Als de Lock-aanduiding „ “
op het display verschijnt, zijn
kompasrichting, peilrichting en
135° voor berg A en 270°
voor berg B. Zet de lijn 135°,
beginnend aan berg A, met
een liniaal op uw kaart uit.
Zet de lijn 270°, beginnend
aan berg B, op uw kaart uit.
Uw actuele positie bevindt
zich op het kruispunt van
de lijnen 135° en 270° op
de kaart.
wordt automatisch gedeac-
tiveerd als de klok naar de
modus “Stand-by” overgaat.
de pointer van de magnetische
noordpool opgeslagen. De
opslag van de kompasrichting
TRE_GA_GC350-400.indd 152 22.12.2006 12:00:03 Uhr










