Operation Manual

2. Training
2.1 Vooropgestelde trainingsgegevens
vastleggen
Druk de toets „MODE“ zo vaak in tot op
het display de modi „SETUP“ en „USER“
verschijnen. Door een druk op de toets
„CHRONO“ gaat u over naar het instellings-
display „ALERT“. Druk ca. 2 seconden lang
de toets „SET / LAP“ in tot „EX GOAL“ (=
trainingsintensiteit) weergegeven wordt.
Stel met de toetsen „CHRONO“ en „SET /
LAP“ de gewenste trainingsintensiteit in:
1 = laag (lichts training voor beginnelingen)
In deze trainingszone staat de vet- en
koolhydraatverbranding in de spieren op de
voorgrond. De hartslagfrequentie ligt in het
bereik van 55–70% van de maximumwaarde.
2 = gemiddeld (vooraf ingesteld, voor gevor-
derden) In deze zone voor een intensievere
training wordt de energie hoofdzakelijk uit
de verbranding van koolhydraten gehaald.
De hartslagfrequentie ligt in het bereik van
70 80% van de maximumwaarde.
3 = hoog (intensieve training)
Trainingszone uitsluitend voor getrainde
sportbeoefenaars. De hartslagfrequentie ligt
in het bereik van 80 100% van de maxim-
umwaarde.
(Als u de instellingen voor geslacht [SEX]
en / of leeftijd [AGE] in het menu „USER
PROFILE“ wijzigt, wordt de trainingsintensiteit
automatisch op „2“ gezet.)
Druk de toets „MODE“ ter bevestiging in en
u geraakt aan de volgende instelling. Ga voor
de volgende instellingen op dezelfde manier
te werk.
g
oed
103