Operation Manual
NL
9
5) Bedieningselementen en aansluitingen
A) Status-LED
B) Micro-USB-poort
C) Schrijfbeveiligingsschakelaar (enkel bij de variant met Write Protection)
6) Het aansluiten van de DataStation
i
Voor toestellen met een schrijfbeveiligingsschakelaar
Schuif de schrijfbeveiligingsschakelaar (C) naar de gewenste positie aub
vooraleer u het toestel met een computer verbindt. Hierbij wijst het gesloten
hangslot-symbooltje op een geactiveerde schrijfbeveiliging en het geopende
hangslot-symbooltje wijst op een gedeactiveerde schrijfbeveiliging.
a) Verbind de USB 3.0 poort van je DataStation met een USB 3.0 poort van je
computer. Maak alleen gebruik van de bijgeleverde USB 3.0 kabel.
i
Dankzij de compatibiliteit met lagere systemen van USB 3.0 kun je ook je
DataStation verbinden met een USB 2.0 of USB 1.1 poort van je computer.
In dit geval kun je niet profiteren van de grotere dataoverdrachtcapaciteit die
je krijgt als je de DataStation verbindt via USB 3.0. Als je verbindt via een oudere
USB-standaard, maak dan ook gebruik van de bijgeleverde USB 3.0 kabel.
b) Je besturingssysteem herkent de DataStation automatisch en voegt
de DataStation toe als een "
LokaLe Schijf" (of "LokaaL Station") aan "Mijn
coMputer"/"coMputer" (Microsoft Windows) of "DeSktop" (Mac OS X en Linux).
7) Data-uitwisseling
i
Voor toestellen met een schrijfbeveiligingsschakelaar
Indien de schrijfbeveiliging geactiveerd is, kunt u de bestanden op de
DataStation openen, bekijken, bewerken en van de DataStation kopiëren naar
de computer waarop het toestel aangesloten is. U kunt de bestanden wel niet
verplaatsen, overschrijven of verwijderen.
Windows® 8.1 / 8/ 7 / Vista® / XP
a) Selecteer de gewenste bestanden of mappen met je muis.
b) Plaats je muisaanwijzer op de geselecteerde bestanden of mappen,
en druk op de rechter muisknop. Selecteer "
copy" van het contextmenu dat
verschijnt.
c) Onder "
Mijn coMputer"/"coMputer", selecteer je het gewenste doel.