Operation Manual
3.
Koplamp
1. Aan / Uit
2. licht knop
4. Rijprogramma knop
5. Ondersteunings niveau
1. Knop voor het aan- en uitschakelen van het systeem
2.
Knop voor aan en uitschakelen van het licht
Batterij Belading — Ieder blokje staat voor een deel van de
batterijcapaciteit. Vijf blokjes geven aan dat de batterij volledig is
opgeladen.
Knop voor de juiste ondersteuning in te schakelen
5.
Weergave van de ondersteuning
NL 4
3. Batterij belading
Verstelbare stuurpen
4.
Door de mode knop ingedrukt te houden wordt de meeloophulp ingeschakeld.
Batterij Trans-x
Display R|A|T.
Motor Controller R|A|T Motor Trans-x
Trans-x Nexus met R|A|T systeem Display R|A|T
Trapas sensor R|A|T