Operation Manual
4-8 Gebruikershandleiding
A300/A300D
Vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten van het systeem
Algemeen
Het systeem voor vingerafdrukverificatie kan worden gebruikt als
vervanging van de wachtwoordverificatie tijdens het opstarten van het
systeem.
Als u de vingerafdrukverificatie niet wilt gebruiken tijdens het opstarten,
maar liever een wachtwoord invoert, drukt u op de toets ESC of klikt u op
de knop Switch User (Van gebruiker wisselen) wanneer het venster
Fingerprint System Boot Authentication wordt weergegeven. Het scherm
waarin u een wachtwoord met het toetsenbord kunt invoeren wordt nu
weergegeven.
De instellingen voor vingerafdrukverificatie tijdens het
opstarten inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met het programma TrueSuite Access
Manager voordat u de functie voor vingerafdrukken kunt inschakelen en
gebruiken.
Controleer of uw vingerafdruk is vastgelegd voordat u de instellingen
configureert.
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken. U kunt ook uw
Windows-wachtwoord invoeren en op Volgende klikken.
2. Klik op Instellingen.
3. Het venster Administrator Settings (Beheerdersinstellingen)
verschijnt. Plaats vervolgens een vinkje in het vakje ’Enable Pre-OS
Fingerprint Authentication’ (Vingerafdrukverificatie inschakelen voordat
het besturingssysteem is opgestart) en klik op OK.
De gewijzigde configuratie voor de vingerafdrukfunctie wordt toegepast
wanneer u het systeem opnieuw opstart.
■ U moet een gebruikerswachtwoord registreren als u de
vingerafdrukfunctie wilt gebruiken voordat het besturingssysteem is
opgestart, en om de aanvullende functie, enkelvoudige aanmelding via
vingerafdrukken, te gebruiken. Gebruik TOSHIBA HW Setup om het
gebruikerswachtwoord te registreren.
■ Als de vingerafdrukverificatie vaker dan vijfmaal mislukt, moet u het
gebruikers- of supervisorwachtwoord handmatig invoeren om de
computer te starten.
■ Haal uw vinger langzaam en met een constante snelheid langs de
sensor. Als het verificatiepercentage hierdoor niet toeneemt, pas dan
de snelheid aan.
■ Als er wijzigingen zijn in de omgeving of instellingen die te maken
hebben met verificatie, moet u de verificatiegegevens opgeven, zoals
een gebruikerswachtwoord en een wachtwoord voor de vaste schijf.