Operation Manual
Gebruikershandleiding 4-6
Grondbeginselen
Ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los te
koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de
connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde manier los van de computer.
LAN
De computer is uitgerust met netwerkhardware die ondersteuning
biedt voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en
Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde).
De LAN-kabel aansluiten
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT5- of een CAT3-kabel.
Als u gebruikmaakt van 100BASE-TX Fast Ethernet, dient u de computer
aan te sluiten met een CAT5-kabel.
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.
Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering
op LAN is ingeschakeld.
Activering op LAN werkt niet op accu-energie. Bij gebruik van deze functie
dient de computer altijd aangesloten te zijn op de netadapter.
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met
een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.