Operation Manual

Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste
schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat
de vorige toestand wordt hersteld wanneer de computer weer wordt
aangezet. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de
computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van
de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U
kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig
opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid,
gaan gegevens verloren.
Schakel niet over naar de sluimerstand terwijl gegevens worden
overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia
of andere externe geheugenapparaten, aangezien er dan gegevens
verloren gaan.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt inschakelen, klikt u op het aan/uit-pictogram (
) op het startscherm en selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Aan/uit, moet u de
volgende stappen uitvoeren:
1. Klik op Desktop Assist -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Energiebeheer op het bureaublad.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van
het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
Gebruikershandleiding 2-15