Operation Manual
Gebruikershandleiding 6-10
Stroomvoorziening en spaarstanden
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
■ het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
■ beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer opstarten met een wachtwoord
Voer de volgende stappen uit om de computer op te starten met het
gebruikerswachtwoord:
1. Schakel de computer in volgens de aanwijzingen in hoofdstuk1, Aan de
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Wachtwoord invoeren [ ]
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op ENTER{.
Spaarstanden
De computer heeft de volgende spaarstanden:
■ Afsluitmodus: de computer zal worden afgesloten zonder gegevens op
te slaan. Daarom moet u altijd uw werk opslaan voordat u de computer
afsluit.
■ Sluimerstand: de gegevens in het geheugen worden op de vaste schijf
opgeslagen.
■ Slaapstand: de gegevens blijven aanwezig in het geheugen van de
computer.
Windows-hulpprogramma’s
U kunt diverse instellingen voor de slaapstand en de sluimerstand
configureren via Energiebeheer (dat u opent via Start
Configuratiescherm Systeem en beveiliging Energiebeheer).
Sneltoetsen
U kunt de sneltoets FN + F3 gebruiken om de slaapstand in te schakelen of
FN + F4 voor de sluimerstand. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord,
voor meer informatie.
Op dit moment werken de sneltoetsen FN+F1 tot en met F9 niet. U kunt ze
pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten. In dat geval schakelt u de computer opnieuw in en
probeert u opnieuw het wachtwoord in te voeren.
Raadpleeg de paragrafen De stroom inschakelen en De computer
uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de slag, voor meer informatie.