Operation Manual
Problemen oplossen
TOSHIBA A60-serie 9-2
TOSHIBA A60-serie
Version
1
Last Saved on 18/05/2004 11:53
DUTCH using Euro_M.dot –– Printed on 18/05/2004 as IM_A60NL
Algemene controlepunten
Overweeg eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn
eenvoudig te controleren maar kunnen ten grondslag liggen aan
schijnbaar ernstige problemen.
■ Zet alle randapparatuur aan alvorens u de computer aanzet. Hiertoe
behoren ook de printer en alle externe apparatuur waarvan u gebruik
maakt.
■ Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Het
nieuwe apparaat wordt automatisch herkend wanneer u de computer
weer inschakelt.
■ Zorg dat alle opties correct zijn ingesteld in het Setup-programma.
■ Controleer alle kabels. Zijn ze correct en stevig aangesloten? Losse
kabels kunnen signaalfouten veroorzaken.
■ Inspecteer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pinnen.
■ Controleer of de diskette correct in het station is geplaatst en of het
schrijfbeveiligingsschuifje van de diskette in de juiste stand is gezet.
Maak notities van uw waarnemingen in een permanent foutenlogboek.
Hierdoor kunt u gemakkelijker aan uw dealer uitleggen wat de problemen
zijn. Als een probleem zich nogmaals voordoet, kunt u het probleem aan
de hand van dit logboek sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft het systeem aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt
bepalen wat er aan de hand is. Stel uzelf bij het oplossen van problemen
de volgende vragen:
■ Welk deel van het systeem werkt niet naar behoren: toetsenbord,
diskettestations, vaste schijf, printers, beeldscherm? De symptomen
die u waarneemt, geven aan om welk apparaat het gaat.
■ Is het besturingssysteem correct geconfigureerd? Controleer de
configuratie-opties.
■ Wat is er op het beeldscherm te zien? Zijn er berichten, of tekens in
willekeurige volgorde? Maak een afdruk van het scherm als er een
printer is aangesloten. Zoek de berichten op in de documentatie bij de
software en het besturingssysteem. Controleer of alle kabels correct
zijn aangesloten en goed vastzitten. Losse kabels kunnen foutieve of
onderbroken signalen veroorzaken.
■ Branden er lampjes? Welke? Welke kleur hebben ze? Branden ze
ononderbroken of knipperen ze? Noteer wat u ziet.
■ Hoort u pieptonen? Hoeveel? Zijn ze lang of kort? Zijn het hoge of
lage pieptonen? Maakt de computer ongebruikelijke geluiden? Noteer
wat u hoort.
Registreer uw waarnemingen, zodat u ze aan uw dealer kunt beschrijven.