Operation Manual

Grondbeginselen
TOSHIBA A60-serie 4-35
TOSHIBA A60-serie
Version
1
Last Saved on 18/05/2004 11:53
DUTCH using Euro_M.dot –– Printed on 18/05/2004 as IM_A60NL
De LAN-kabel aansluiten
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding
met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen
op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer aan te sluiten met een categorie 5-kabel
(CAT5) of hoger.
Gebruikt u Gigabit Ethernet (1000 megabits per seconde, 10BASE-T), dan
kunt u de computer aansluiten met een categorie 3-kabel (CAT3) of
hoger.
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vastklikt.
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.
Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt de LAN-
actief-LED oranje. Wanneer de computer op een LAN-hub is aangesloten
maar geen gegevens uitwisselt, brandt de Verbindings-LED groen.