Operation Manual
Woordenlijst-10 Gebruikershandleiding
A350/A350D
menu: een software-interface die een lijst met opties op het scherm
weergeeft. Ook wel scherm genoemd.
microprocessor: een geïntegreerde schakeling die instructies uitvoert;
een van de belangrijkste hardwareonderdelen van de computer.
Ook wel CPU of centrale verwerkingseenheid genoemd.
modem: afgeleid van modulator/demodulator. Een apparaat dat digitale
gegevens omzet (moduleert) voor transmissie via telefoonlijnen en
de gemoduleerde gegevens bij aankomst weer omzet
(demoduleert) naar een digitale indeling.
modus: een werkingsstatus van de computer, zoals de afsluitmodus,
de slaapstand of de sluimerstand.
moederbord: de belangrijkste printplaat in gegevensverwerkende
apparatuur. Het moederbord bevat meestal geïntegreerde
schakelingen die voorzien in de basisfuncties van de computer en
aansluitingen voor het toevoegen van andere kaarten die speciale
functies verrichten.
monitor: een apparaat dat rijen en kolommen pixels gebruikt om
alfanumerieke tekens of grafische beelden weer te geven.
Zie ook CRT.
MP3: een norm voor audiocompressie die het mogelijk maakt
geluidsbestanden optimaal over te dragen en realtime af te spelen.
N
netwerk: een verzameling computers en bijbehorende apparaten die
verbonden zijn door communicatiefaciliteiten. Met een netwerk kunt
u gegevens en randapparaten, zoals printers, delen met andere
gebruikers en e-mail uitwisselen.
niet-systeemschijf: een schijf voor het opslaan van programma’s en
gegevens die niet kunnen worden gebruikt voor het opstarten van
de computer. Vergelijk systeemschijf.
niet-vluchtig geheugen: geheugen, doorgaans ROM, waarin informatie
permanent kan worden opgeslagen. De gegevens in het niet-
vluchtige geheugen blijven bewaard wanneer de computer wordt
uitgeschakeld.
O
OCR: Optical Character Recognition ofwel optische tekenherkenning. Een
techniek waarbij tekens door middel van lichtgevoelige apparatuur
worden geïdentificeerd en in de computer worden ingevoerd.
onderdelen: de componenten van een systeem waaruit het geheel is
opgebouwd.
online stand: de stand waarin een randapparaat gereed is voor het
ontvangen of verzenden van gegevens.
opdrachten: instructies die u via het toetsenbord invoert om de acties van
de computer of de randapparatuur te besturen.