Operation Manual

Gebruikershandleiding Woordenlijst-5
A350/A350D
COM1, COM2, COM3 en COM4: de namen voor de seriële en
communicatiepoorten.
compatibiliteit: 1) het vermogen van een computer om gegevens op
dezelfde manier te gebruiken als een andere computer zonder deze
gegevens of de gegevensindeling te hoeven wijzigen. 2) De
mogelijkheid om een apparaat aan te sluiten op of te laten
communiceren met een ander systeem of onderdeel.
Composietvideo (YUV): een standaardvideosignaal dat wordt gebruikt
voor de overdracht van beelden, bijvoorbeeld van een
videorecorder naar een tv.
computerprogramma: een reeks instructies die de computer uitvoert om
een bepaald resultaat te bereiken.
computersysteem: een combinatie van hardware, software, firmware en
randapparaten die dient voor het verwerken van gegevens.
configuratie: de specifieke onderdelen van het systeem (zoals de
terminal, printer en schijfstations) en de instellingen die bepalen hoe
het systeem werkt. U beheert uw systeemconfiguratie met het
programma HW Setup.
controller: ingebouwde hardware en software die de functies van een
specifiek intern of randapparaat besturen (bijvoorbeeld een
toetsenbordcontroller).
coprocessor: een schakeling die in de processor is ingebouwd en dient
voor het verrichten van intensieve rekenkundige bewerkingen.
CPU: Central Processing Unit (centrale verwerkingseenheid). Het deel van
de computer dat instructies interpreteert en uitvoert.
CRT: Cathode Ray Tube. Een vacuümbuis waarin een elektronenbundel
een scherm aftast dat met een fluorescerend laagje is bedekt,
waardoor lichtpuntjes ontstaan. De CRT-techniek wordt bijvoorbeeld
gebruikt in tv’s.
cursor: een klein, knipperend blokje of streepje dat de huidige
invoerpositie op het beeldscherm aanduidt.
D
DC: Direct Current (gelijkstroom). Elektrische stroom die in één richting
loopt. Dit type stroom wordt normaal gesproken door accu’s en
batterijen geleverd.
dialoogvenster: een venster dat invoer van de gebruiker accepteert om
systeeminstellingen te maken of andere gegevens vast te leggen.
Digitale Audio: een norm voor audiocompressie die het mogelijk maakt
geluidsbestanden optimaal over te dragen en real-time af te spelen.
diskette: een verwisselbaar schijfje voor het opslaan van magnetisch
gecodeerde gegevens.
diskettestation: een elektromechanisch apparaat dat gegevens van een
diskette leest en ernaar wegschrijft.