Operation Manual
Gebruikershandleiding 4-23
Grondbeginselen
■ Aangezien de disc is gebaseerd op de DVD-standaard, wordt deze
aangevuld met dummygegevens als er minder dan 1 GB aan gegevens
naartoe worden geschreven. Zelfs als u een kleine hoeveelheid
gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met
dummygegevens te vullen.
■ Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
■ Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde
station schrijft.
■ Sluit de netadapter aan voor u begint met schrijven of herschrijven.
■ Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is
voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
■ Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
■ Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
■ Gebruik de computer met volledige stroomvoorziening. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
■ Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele
op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
■ Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u
het risico van storingen en gegevensverlies.
■ Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of
andere netwerkapparaten.
■ Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! wordt niet
aanbevolen.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u een CD-R/RW, DVD-R/-R DL/
-RW/-RAM of DVD+R/+R DL/+RW beschrijft of herschrijft.
■ Vermijd de volgende handelingen:
■ het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
■ Gebruik van de pc, zoals de muis of het touchpad gebruiken of het
LCD-scherm sluiten/openen.
■ Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
■ handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
■ Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe stations zoals:
PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten en
optische digitale apparaten.