Operation Manual

Gebruikershandleiding 4-11
Grondbeginselen
De batterij niet herladen, verhitten, uit elkaar halen of kortsluiten, of in
een vlam houden.
Gebruik geen batterij waarvan de aanbevolen vervaldatum (erop
gedrukt) voorbij is, of een droge batterij die geheel leeg is.
Vervoer de batterij niet samen met metalen kettingen, haarspelden of
metalen onderdelen.
Let er bij het bewaren of weggooien van gebruikte batterijen op dat er
isolatietape, bijvoorbeeld cellofaantape op de terminals zit (+ en -).
Bij het niet naleven van deze voorzorgsmaatregelen kan verhitting, lekkage
of ontploffing voorkomen. Hierdoor kunnen brandwonden of ander letsel
ontstaan. Wanneer de huid of kleding aan batterijvloeistoffen wordt
blootgesteld, moet u die onmiddellijk wassen met schoon water. Wanneer
batterijvloeistof in de ogen komt, moet u onmiddellijk spoelen met schoon
water en een arts consulteren. Raak de batterijvloeistof op instrumenten of
apparaten niet met blote handen aan. Veeg de vloeistof af met een doek of
papieren handdoek.
Het soort batterij dat kan worden gebruikt voor de
afstandsbediening
Wanneer de droge batterijen die met de afstandsbediening zijn geleverd
leeg zijn, vervangt u deze met algemeen verkrijgbare droge batterijen. Het
type batterij dat kan worden gebruikt voor de afstandsbediening is CR2016.
Andere soorten batterijen kunnen niet worden gebruikt.
De batterijen plaatsen
1. Open de batterijklep aan de achterzijde van de afstandsbediening.
Druk op de batterijklep en verwijder deze.
Open de batterijklep
2. Plaats de batterijen op de juiste plaats.
Let er op dat de batterijen met hun polariteiten (+ en -) in juiste positie
worden geplaatst.
De batterijen plaatsen
3. Sluit de batterijklep
Sluit de klep goed tot het klikt.