Operation Manual
Gebruikershandleiding 3-3
Aan de slag
Plaatsing van de computer
Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid
gewaarborgd zijn.
■ Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op
oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen.
■ Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u
werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere
apparaten te bedienen.
■ Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan
dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
■ Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.
Stoel en werkhouding
De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord,
en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen
van de werkbelasting. Hanteer de volgende richtlijnen (zie ook de volgende
afbeelding).
Werkhouding en plaatsing van de computer
■ Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met
uw schouders ontspannen.
■ Uw knieën moeten iets hoger zijn dan uw heupen. Gebruik zo nodig
een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk op de
achterkant van uw dijen te verminderen.
■ Zorg dat de rugleuning van de stoel uw onderrug steunt.
■ Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Buig niet te ver voorover
en leun niet te ver naar achteren.
Voetsteun
Hoeken van 90°
Onder ooghoogte