Operation Manual
Gebruikershandleiding 5-3
Het toetsenbord
Druk op Fn + F10 of Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te
activeren. De toetsen met witte markering op de onderrand worden
hierdoor cijfertoetsen (Fn + F11) of cursorbesturingstoetsen (Fn + F10).
Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk
voor meer informatie over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn
beide functies bij het opstarten van de computer uitgeschakeld.
Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te
vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Met Fn + Enter emuleert u de Enter-toets op het numerieke toetsenblok
van het uitgebreide toetsenbord.
Met Fn + Ctrl emuleert u de rechter Ctrl-toets van het uitgebreide
toetsenbord.
Met Fn + Alt emuleert u de rechter Alt-toets van het uitgebreide
toetsenbord.
Sneltoetsen
Met sneltoetsen (Fn + functietoets of Esc-toets) kunt u bepaalde
computerfuncties in- en uitschakelen.
Geluid dempen: Als u in een Windows-omgeving op Fn + Esc drukt, wordt
het geluid in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt
de huidige instelling als pictogram weergegeven.