Operation Manual
313
Probleemoplossing
Overzicht Geluid 1 Geluid 2 Geluid 3 Pad Sampler
Menu/systeem
AppendixSequencer
• Controleer de Scale Tune instelling.
(Systeem instelling:p.296, Part Setting: p.138).
Het geluid wordt onderbroken.
Geluiden worden onderbroken als meer dan 128 stemmen
gelijktijdig worden gebruikt.
• Reduceer het aantal Tones dat u gebruikt.
• Verhoog de Voice Reserve instelling voor Parts die niet mogen
uitvallen (p.141).
Als ik op het toetsenbord speel, stoppen de noten niet.
Is de polariteit van het Hold pedaal omgekeerd?
Controleer de instelling van de Hold Pedal Polarity parameter
(p.287).
Als ik op een Pad druk, blijft het geluid doorklinken.
I s het [HOLD] Pad verlicht?
Druk nogmaals op het [HOLD] Pad, zodat het lampje uitdooft.
Het geluid wordt onderbroken als ik in de Studio mode van stu-
dio set verander.
De Fantom-G kan multi-effecten gebruiken om een brede reeks
effecten toe te passen, en als u van studio set verandert, zal het
multi-effect type dat door de Patch is gespecificeerd ook veran-
deren. In de Studio mode kan het geluid onderbroken worden
als dit gebeurt. Als u, terwijl u speelt van geluid wilt verande-
ren zonder onderbrekingen, gebruikt u de Live mode of Single
mode.
Het geluid wordt onderbroken als ik van Patch verander in Sin-
gle mode of Live mode.
Als u de Patch Remain parameter (p.294) op ‘ON’ zet, kunt u
van Patch veranderen zonder dat het geluid onderbroken
wordt. Deze functie is echter alleen op het meest recent geselec-
teerde geluid van toepassing, noten van een geluid dat daar-
voor werd geselecteerd zullen onderbroken worden.
Als ik in de Single mode van Patch verander, wordt het volume
en andere parameters die met Control Changes zijn ingesteld
opnieuw ingesteld.
Zet de Control Remain parameter (p.294) op ‘ON’. Zelfs nadat
deze de Patch hebben veranderd, worden Control Change
berichten verzonden, dus zelfs als een Patch waarvan het
niveau door een Control Change volume bericht helemaal laag
is gezet wordt veranderd, blijft het niveau ongewijzigd.
Als de Tone Delay tijdwaarde op de noot is ingesteld, verandert
de delaytijd dan niet boven een vaststaande lengte als het
tempo lager wordt?
Er is een maximale toegestane waarde voor de Delay Time para-
meter (p.103). Als de tijdinstelling in een nootwaarde is gespeci-
ficeerd, en het tempo wordt verlaagd, zal deze maximale toege-
stane waarde bereikt worden, en kan niet verder toenemen. De
hoogte tijdslimiet voor elk is de maximale waarde die ingesteld
kan worden, afgezien van de numerieke waarde van de beat.
Zelfs als ik de Pan van een Patch geheel op één kant instel, is er
nog steeds geluid via het andere kanaal te horen.
De interne effecten van de Fantom-G zijn stereo, dus als u effec-
ten op een Patch heeft toegepast, zult u nog steeds geluiden van
het effect component van het andere kanaal horen, zelfs als de
Pan helemaal op één kant is ingesteld.
Soms als ik legato speel, gaat de toonhoogte niet omhoog.
Waarom is dat?
Als de Legato Switch parameter (p.105) op ‘ON’ staat, en de
Legato Retrigger parameter (p.105) op ‘OFF’ staat, en u toetsen
in het hoge register ingedrukt houdt om legato te spelen, kan de
hoogte toonhoogte limiet van de golf worden overschreden,
zodat de toonhoogte niet zo ver stijgt als u verwacht, maar op
een bepaald punt stopt met stijgen.
Bovendien, als er verschillende hoge toonhoogte limieten wor-
den gebruikt voor de golven van een Patch die meerdere tones
gebruikt, kan deze mogelijk niet meer hoorbaar zijn in MONO.
Wanneer grote veranderingen in toonhoogte worden gemaakt,
zet u de Legato Trigger parameter op ‘ON’.
De noten in de hoge registers van het toetsenbord klinken raar.
Wanneer de toetsen in het hoogste gedeelte van het toetsenbord
worden gespeeld, kan het geluid stoppen of kan de toonhoogte
niet verder stijgen. Bij bepaalde toetsen kan er een ruis optre-
den. Dit gebeurt hoofdzakelijk wanneer de hoogste toonhoogte
limiet van de Fantom-G is bereikt, dus dit zal niet optreden in
de reeksen die normaalgesproken gebruikt worden. In elk geval
duidt dit niet op een storing.
Hetzelfde Patch geluid klinkt anders, afhankelijk van de
geluidsgenerator mode.
In de Live/Studio mode kunnen de parameters van elk Part van
de Live/Studio Set verdere wijzigingen op parameters als pan,
octave, en filter toepassen, gerelateerd aan de instellingen die
door de Patch zijn gespecificeerd. Daarom kunnen Patches in
een Live/Studio Set anders klinken dan in de Single mode. Om
deze instellingen op de beginwaarden terug te zetten, selecteert
u de Patch nadat een Factory Reset Temporary voor de Live/
Studio Set is uitgevoerd (p.280).
Het volumeniveau van het instrument dat op de Fantom-G is
aangesloten is te laag.
Controleer de volgende punten.
• Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat?
Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat.
• Controleer de ‘Input Setting’ (p.258).