Operation Manual

252
Songs bewerken
Omdat een frase een grote hoeveelheid sequencer data bevat, kan het
beeld rommelig, en moeilijk te lezen worden. Dit is de reden dat u
het type sequencer data die in het scherm getoond zal worden op de
Fantom-G kunt specificeren. Dit is gemakkelijk als u alleen een
specifiek type sequencer data wilt controleren of bewerken.
1. Ga naar het Microscope scherm (p.250).
2. Druk op [F8 (View)].
Het View Select venster verschijnt.
3. Gebruik of om de sequencer data die
weergegeven zal worden te selecteren.
Note: Noot berichten. Deze MIDI berichten
vertegenwoordigen noten.
Poly Aftertouch: Polyfone aftertouch. Deze MIDI
berichten passen aftertouch op
individuele toetsen toe.
Control Change: Control Change berichten. Deze MIDI
berichten passen verscheidene effecten
toe, zoals modulatie of expressie.
Program Change: Program Change berichten. Deze MIDI
berichten selecteren geluiden.
Channel Aftertouch: Channel Aftertouch berichten. Deze
MIDI berichten passen aftertouch op een
geheel MIDI kanaal toe.
Pitch Bend: Pitch Bend berichten. Deze MIDI
berichten veranderen de toonhoogte.
System Exclusive: System Exclusive berichten. Deze MIDI
berichten worden gebruikt om
instellingen uniek voor de Fantom-G te
maken, zoals die voor de
geluidsparameters.
Tune Request: Dit MIDI bericht maakt dat een analoge
synthesizer zichzelf stemt.
4. Druk op [INC] of [DEC] om te veranderen.
Als u op [F6 (ALL OFF)] drukt, zal geen sequencer data worden
weergegeven.
Als u op [F7 (ALL ON)] drukt, zal alle sequencer data worden
weergegeven.
5. Druk op [F8 (Close)] om het View Select venster te sluiten.
U kunt nieuwe sequencer data in een gewenste locatie van een frase
voegen.
Voor details over sequencer data die ingevoegd kan worden, zie
Sequencer data die door frases wordt verwerkt’ (p.251).
1. Ga naar het Microscope scherm van de frase waarin u
sequencer data wilt voegen (p.250).
2. Druk op [F1 (Create)].
Het Create Event venster verschijnt.
3. Druk op of om de in te voegen sequencer data te
selecteren.
4. Druk op [F8 (Execute)] om de uitvoeringsdata in te voegen.
5. De sequencer data die werd ingevoegd heeft de standaard
parameterwaardes, dus bewerkt deze, indien nodig.
Indien gewenst, kan slechts een individueel event aan sequencer
data gewist worden.
Data die in de tempo track (p.236) of beat track (p.237) is
opgenomen, kan ook op dezelfde manier gewist worden.
De tempo verandering aan het begin van de tempo track of de
beat verandering en Phrase Beat aan het begin van de beat track
kunnen niet gewist worden.
1. Ga naar het Microscope scherm van de frase waaruit u
sequencer data wilt wissen (p.250).
2. Druk op of om de cursor naar de sequencer data
die u wilt wissen te verplaatsen.
Om meerdere, opeenvolgende data te wissen, houdt u [SHIFT]
ingedrukt, en drukt u op of om de sequencer data te
selecteren.
3. Druk op [F2 (Erase)] om de sequencer data te wissen.
Sequencer data bekijken (View) Sequencer data invoegen (Create)
Sequencer data wissen (Erase)