Operation Manual
208
Een song afspelen
De song kan herhaaldelijk worden afgespeeld, volgens de door u
aangegeven loop punten.
Voor een frase kunnen geen Loop punten worden
gespecificeerd.
1.
Druk op [SONG].
Het Song Play scherm verschijnt.
2.
Druk op [F5 (Loop)].
Het Loop venster verschijnt.
fig.19-006_50
3.
Verplaats de cursor naar de gewenste parameter, en draai
aan de VALUE draaiknop of gebruik [INC] [DEC] om de
waarde in te stellen.
* Stop de sequencer, voordat deze instellingen worden gemaakt. Deze
instellingen kunnen niet gemaakt worden als de sequencer in werking
is.
• Repeat Times
Specificeert het aantal keren (1-99) dat de gespecificeerde regio
herhaald wordt. Als u wilt herhalen totdat u op [STOP] drukt,
kiest u ‘INF’.
• Start Point
Specificeert het startpunt van de Loop regio.
Als u op [F5 (Set Start)] drukt, zal de huidige locatie in de song
als het Loop Start punt worden gespecificeerd.
• End Point
Specificeert het eindpunt van de Loop regio. De locatie die u
specificeert behoort niet tot de Loop regio.
Als u op [F6 (set End)] drukt, zal de huidige locatie in de song
als het Loop End punt worden gespecificeerd.
4.
Om Loop instellingen in te schakelen, drukt u op [F7 (Loop)]
om dit aan te zetten.
De [LOOP] knop op het paneel kan gebruikt worden om
looping aan of uit te zetten.
Dit scherm kan geopend worden door [SHIFT] ingedrukt te
houden en op [LOOP] te drukken.
5.
Druk op [F8 (Close)] om het venster te sluiten.
Maximaal zestien markeringen kunnen op eenheden van één maat in
een song worden geplaatst. Dit maakt songbewerking gemakkelij-
ker, omdat de structuur van de song duidelijker te zien is of om snel
naar de locatie van de markering te gaan.
Hier ziet u, hoe een lijst met markeringen in een song bekeken en
bewerkt kan worden.
1.
Druk op [SONG].
Het Song Play scherm verschijnt.
2.
Druk op [F6 (Marker)].
Het Marker venster verschijnt.
De knoppen voeren de volgende handelingen uit.
• VALUE knop, [INC] [DEC],
Selecteer een markering in de lijst. De huidige locatie zal ook
verspringen.
• [F4 (Name)]
Wijst een naam aan de op dat moment geselecteerde markering
toe. Kies een naam uit de weergegeven lijst, en druk op [F8
(Select)] om uw keuze te bevestigen.
• [F5 (set)]
Voegt een markering aan het begin van de huidige maat toe.
• [F6 (Clear)]
Verwijdert de geselecteerde markering.
• [F7 (Jump)]
Specificeert de markering waarnaar u zult springen als u op de
[JUMP] knop op het voorpaneel drukt.
3.
Druk op [F8 (Close)] om het venster te sluiten.
Als het Marker scherm open is, kunt u op een Pad 1-16 drukken
om naar de markering met het corresponderende nummer te
springen.
Het scherm kan geopend worden door [SHIFT] ingedrukt te
houden en op [JUMP] te drukken.
Naar een markering springen
Zo kan naar markeringen binnen een song worden gesprongen.
Naar de vorige markering springen:
Houdt [SHIFT] ingedrukt en druk op .
Naar de volgende markering springen:
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op .
Naar het begin van de song springen:
Druk op .
Naar de JUMP markering springen:
Druk op [JUMP].
Een song herhaaldelijk afspelen
(Loop)
Markeringen in een song plaatsen
(Marker)