Operation Manual
135
Een Live/Studio Set creëren
Overzicht Geluid1 Geluid2 Geluid3 Pad Sampler
Menu/systeem
AppendixSequencer
External Bank Select MSB
Als u wilt, dat een Bank Select nummer MSB (controllernummer 0)
ook verzonden wordt als u van Live/Studio set verandert, specifi-
ceert u voor elk Part de waarde die u wilt verzenden (0-127). Als u
wilt, dat dit bericht niet wordt verzonden, zet u dit op ‘---‘.
Waarde: 0-127, ---
De data van het Part waarvan de Keyboard Switch is
uitgeschakeld zal niet verzonden worden.
External Bank Select LSB
Als u wilt, dat een Bank Select nummer LSB (controllernummer 32)
ook verzonden wordt als u van Live/Studio set verandert, specifi-
ceert u de waarde (0-127) voor elk Part. Als u wilt, dat dit bericht niet
wordt verzonden, zet u dit op ‘---‘.
Waarde: 0-127, ---
De data van het Part waarvan de Keyboard Switch is
uitgeschakeld zal niet verzonden worden.
External Program Number
(Extern Program Change nummer)
Als u wilt, dat een Program Change nummer ook verzonden wordt
als u van Live/Studio set verandert, specificeert u de waarde 0-128)
voor elk Part. Als u wilt, dat dit bericht niet wordt verzonden, zet u
dit op ‘---‘.
Waarde: 0-128, ---
De data van het Part waarvan de Keyboard Switch is
uitgeschakeld zal niet verzonden worden.
External Level
Als u wilt, dat Volume berichten ook verzonden wordt als u een
Live/Studio set selecteert, specificeert u de waarde (0-127) voor het
Part. Als u wilt, dat dit bericht niet wordt verzonden, zet u dit op ‘---
‘.
Waarde: 0-127, ---
De data van het Part waarvan de Keyboard Switch is
uitgeschakeld zal niet verzonden worden.
External Pan
Als u wilt, dat Pan berichten ook verzonden wordt als u een Live/
Studio set selecteert, specificeert u de waarde (L64-0-63R) voor het
Part.
Als u wilt, dat dit bericht niet wordt verzonden, zet u dit op ‘---‘.
Waarde: L64-0-63R, ---
Deze berichten worden niet verzonden door Parts waarvan de
Keyboard Switch is uitgeschakeld.
Keyboard Switch
Specificeert voor elk Part of de keyboard controller sectie al dan niet
met de interne geluidsgenerator is verbonden.
Normaalgesproken laat u dit uitgeschakeld. U kunt dit aanzetten als
u geluiden wilt stapelen.
Waarde: On, OFF
Keyboard Range Lower
(Lage deel Keyboard Range bereik)
Specificeert de laagste noot die de tone voor elk Part zal laten klin-
ken.
Waarde: C – UPPER
Keyboard Range Upper
(Hoge deel Keyboard Range bereik)
Specificeert de hoogste noot die de tone voor elk Part zal laten klin-
ken.
Waarde: LOWER-G9
Wanneer de Key Range (p.94) voor elke individuele Tone in een
Patch is ingesteld, worden geluiden geproduceerd in de reeks
waar de Key Range van elke Tone en de Key Range van het Part
elkaar overlappen.
fig.09-006.e
* Keyboard Range is alleen geldig voor Parts waarvan de ‘
Keyboard
Switch
’ (p.135) is ingeschakeld.
Velocity Range Lower
(lage aanslaggevoeligheid)
Specificeert voor elk Part de onderkant van de Velocity reeks.
Waarde: 1-127
Velocity Range Upper
(hoge aanslaggevoeligheid)
Specificeert voor elk Part de bovenkant van de Velocity reeks.
Waarde: 1-127
* Velocity Range is alleen geldig voor Parts waarvan de ‘
Keyboard
Switch
’ (p.135) is ingeschakeld
Wanneer de Velocity Range (p.95) voor elke individuele Tone in
een Patch is ingesteld, worden geluiden geproduceerd in de
reeks waar de Key Range van elke Tone en de Key Range van
het Part elkaar overlappen.
Level/Pan
(Als de Part Group External is)
Key Range (Toonhoogte bereik)
Toetsenreeks gespecificeerd voor de uitvoering
Toetsenreeks gespecificeerd voor de patch
De reeks waarbinnen noten zullen spelen