Operation Manual
Knijpen of spreiden Plaats twee vingers op het touchpad en beweeg
ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af
(spreiden). Hiermee geeft u verschillende
informatieniveaus weer of kunt u in- of
uitzoomen.
Schuiven met twee
vingers
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster
bedienen.
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
touchpad zonder te pauzeren wanneer u het
touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende
apps weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken,
Delen, Starten, Apparaten, Instellingen) openen
of sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van
de app openen of sluiten.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen
ondersteund in bepaalde toepassingen.
Functietoetsen
De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het
toetsenbord.
U kunt functietoetsmodi zoals 'Speciale functiemodus' of 'Standaard F1-
F12-modus' configureren door te tikken op Desktop Assist (in weergave
Apps) -> Hulpprogramma's -> Functietoets op het bureaublad.
In de speciale functiemodus kunt u de speciale functies gebruiken zonder
op de toets FN te drukken.
Speciale
functiemodus
Standaard F1-
F12-modus
Functie
F1 FN + F1 Start het Help-bestand van de
software.
F2 FN + F2 Hiermee verlaagt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
F3 FN + F3 Hiermee verhoogt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
Gebruikershandleiding 4-20