Operation Manual
Table Of Contents
- Voorwoord
- Inhoud
- VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
- HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
- BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
- Vóór gebruik Kopieerfuncties
- Papierselectie
- Selecteren van kleurinstellingen
- Instellen van modi voor originelen
- Densiteitaanpassing
- Vergroten en verkleinen
- Afwerkfunctie selecteren
- Dubbelzijdig kopiëren
- Functie kopiëren & opslaan uitvoeren
- BEWERKEN-FUNCTIES
- BEELDCORRECTIE
- TEMPLATES
- TAAKSTATUS BEVESTIGEN
- OVERIGE INFORMATIE
- TREFWOORDENREGISTER

3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Afwerkfunctie selecteren 81
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
5
Selecteer de gewenste modus: [BROCHURE], [BROCHURE&RUGHECHTEN] of
[RUGHECHTEN].
[BROCHURE&RUGHECHTEN] en [RUGHECHTEN] kunnen alleen worden geselecteerd als de finisher voor
rughechten (optie) is geïnstalleerd.
6
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de
[START] toets op het bedieningspaneel.
Perforatie-modus
Afdrukken kunnen worden geperforeerd als de perforatie-unit (optie) op de finisher is geïnstalleerd.
y Papierformaten A3, A4, A4-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R en COMP alsmede papiergewichten
van 64 tot 256 g/m
2
(17 lb. Bond tot 140 lb. Index) zijn hiervoor geschikt.
y Speciaal papier zoals overhead transparanten of etiketten is niet van toepassing.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in.
2
Plaats de originelen.