Operation Manual
Table Of Contents
- Voorwoord
- Inhoud
- VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
- HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
- BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
- Vóór gebruik Kopieerfuncties
- Papierselectie
- Selecteren van kleurinstellingen
- Instellen van modi voor originelen
- Densiteitaanpassing
- Vergroten en verkleinen
- Afwerkfunctie selecteren
- Dubbelzijdig kopiëren
- Functie kopiëren & opslaan uitvoeren
- BEWERKEN-FUNCTIES
- BEELDCORRECTIE
- TEMPLATES
- TAAKSTATUS BEVESTIGEN
- OVERIGE INFORMATIE
- TREFWOORDENREGISTER

2.HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Kopiëren met handinvoer 45
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
6
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de
[START] toets op het bedieningspaneel.
Bij het kopiëren van overhead transparanten dienen de gekopieerde transparanten één voor één te worden
verwijderd nadat deze in de kopieopvangbak zijn uitgevoerd. Indien de overhead transparanten zich
opstapelen, kunnen deze gaan krullen en zijn dan niet meer geschikt voor gebruik.
Kopiëren op andere dan bovenstaande standaard papierformaten
1
Plaats de originelen en het papier zoals beschreven in stap 1 en 2 in “Kopiëren op A3-,
A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem behalve voor Noord-Amerika) /
LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika)” (
P.4 2)
2
Druk op [INSTELLING FORMAAT] op het aanraakscherm.
3
Druk op de toets voor hetzelfde formaat als van het papier dat in de handinvoerbak is
geplaatst.