Operation Manual

Table Of Contents
2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
44 Kopiëren met handinvoer
y Indien u een verkeerde papiersoort selecteert, kunnen papierstoringen of aanzienlijke afdrukproblemen
ontstaan.
y Wanneer u een papiersoort selecteert, kunt u deze bevestigen door middel van de pictogrammen zoals
weergegeven in het onderstaande meldingsgebied voor de status van het systeem.
"ACHTERZIJDE"
Wanneer dubbelzijdige afdrukken op speciale papiersoorten zoals DIK 4 worden gemaakt waarbij automatisch
dubbelzijdig kopiëren niet mogelijk is, dient een papiersoort voor één zijde te worden geselecteerd en een afdruk te
worden gemaakt waarna "(ACHTERZIJDE)" van dezelfde papiersoort voor de andere zijde wordt gekozen.
Voorbeeld: Bij het maken van een dubbelzijdige afdruk op DIK4 papier
y Automatisch dubbelzijdig kopieën kan worden toegepast op normaal papier, gerecycled papier, DIK 1, DIK
2, DIK 3 en SPECIAAL 1.
y Dubbelzijdig kopiëren kan niet worden toegepast op overhead transparanten.
Papiersoort Pictogram Papiersoort Pictogram
NORMAAL
DIK 4
DIK 4
(ACHTERZIJDE)
NORMAAL 1 OHP-FOLIE
NORMAAL 2 Gerecycled papier
DIK 1 SPECIAAL 1
DIK 1
(ACHTERZIJDE)
SPECIAAL 1
(ACHTERZIJDE)
DIK 2 SPECIAAL 2
DIK 2
(ACHTERZIJDE)
SPECIAAL 2
(ACHTERZIJDE)
DIK 3
DIK 3
(ACHTERZIJDE)
1. Leg papier in de handinvoerbak.
2. Selecteer "DIK 4" voor de papiersoort en start het kopiëren.
3. Leg het in stap 2) gekopieerde papier weer in de handinvoerbak met de kopieerzijde naar boven
gekeerd.
4. Selecteer "DIK 4 (ACHTERZIJDE)" en start het kopiëren.