Operation Manual
Table Of Contents
- Voorwoord
- Inhoud
- VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
- HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
- BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
- Vóór gebruik Kopieerfuncties
- Papierselectie
- Selecteren van kleurinstellingen
- Instellen van modi voor originelen
- Densiteitaanpassing
- Vergroten en verkleinen
- Afwerkfunctie selecteren
- Dubbelzijdig kopiëren
- Functie kopiëren & opslaan uitvoeren
- BEWERKEN-FUNCTIES
- BEELDCORRECTIE
- TEMPLATES
- TAAKSTATUS BEVESTIGEN
- OVERIGE INFORMATIE
- TREFWOORDENREGISTER

2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Afdrukken maken 33
Afdrukken maken
Basiskopieerprocedure
Maak afdrukken zoals hieronder beschreven.
1
Controleer of er (voldoende) papier in de papierlade(n) zit.
Voor de geschikte papiersoorten en -formaten alsmede het plaatsen ervan zie:
P.11 “Geschikt kopieerpapier”
P.13 “Kopieerpapier in papierladen plaatsen”
P.21 “Papier in het dubbele, extra grote papierinvoermagazijn plaatsen”
P.23 “Papier in het externe extra grote papierinvoermagazijn (optie) plaatsen”
2
Plaats de originelen.
Voor de formaten en soorten originelen alsmede het plaatsen ervan zie:
P.27 “Aanvaardbare originelen”
P.30 “Gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (RADF)”
P.28 “Originelen plaatsen op de glasplaat voor originelen”
P.29 “Boeken”
3
Toets het gewenste aantal afdrukken in wanneer u meer dan één afdruk wilt maken.
Druk op de [WISSEN] toets op het bedieningspaneel om het ingetoetste aantal te annuleren.
4
Selecteer de kopieerinstellingen naar behoefte.
P.51 “BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES”
P.95 “BEWERKEN-FUNCTIES”
P.145 “BEELDCORRECTIE”
RADF
Glasplaat voor
originelen
OF
2
53
1
4