Operation Manual
Table Of Contents
- Voorwoord
- Inhoud
- VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM
- HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
- BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
- Vóór gebruik Kopieerfuncties
- Papierselectie
- Selecteren van kleurinstellingen
- Instellen van modi voor originelen
- Densiteitaanpassing
- Vergroten en verkleinen
- Afwerkfunctie selecteren
- Dubbelzijdig kopiëren
- Functie kopiëren & opslaan uitvoeren
- BEWERKEN-FUNCTIES
- BEELDCORRECTIE
- TEMPLATES
- TAAKSTATUS BEVESTIGEN
- OVERIGE INFORMATIE
- TREFWOORDENREGISTER

2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
30 Originelen plaatsen
Gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (RADF)
Aanwijzingen
Gebruik geen originelen zoals onder punt 1 tot 8 aangegeven omdat dergelijke originelen papierfouten of beschadiging
van het multifunctionele systeem kunnen veroorzaken.
1. Erg gekreukelde, gevouwen of omgekrulde originelen
2. Originelen met carbonpapier
3. Originelen met plakband, met opgeplakte teksten of geknipte originelen
4. Originelen met paperclips of nietjes
5. Originelen met gaten of scheuren
6. Vochtige originelen
7. Overhead transparanten of calqueerpapier
8. Gecoat papier (gecoat met was etc.)
Behandel originelen zoals aangegeven onder punt 9 en 10 met extra zorg.
9. Originelen die niet met de vingers kunnen worden verschoven of originelen met speciaal behandeld oppervlak (de
vellen van dergelijke originelen mogen niet van elkaar worden gescheiden)
10. Gevouwen of gekrulde originelen (deze moeten voor gebruik worden gladgestreken)
Wanneer er zwarte strepen verschijnen
Indien het scangebied of het geleidingsgebied vuil is, kunnen er zich afdrukproblemen zoals zwarte strepen op de
afdrukken voordoen. Het wekelijks reinigen van deze gebieden wordt aanbevolen. Voor reiniging zie de Snelstartgids.
132
5
6
78
4
9
10