Operation Manual

114
5.HET GEBRUIK VAN DE BEWERKINGSFUNCTIES
5.2 IN 1/4 IN 1 (vervolg)
5
-4 IN 1 DUBBELZIJDIG (a: kant 1, b: kant 2)
* Wanneer een kopie wordt gedraaid met de ------ lijn als as, worden de originelen volgens bovenstaande
afbeelding op kant 2 (achterzijde) afgedrukt.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
- "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" pagina 36.
- Als u deze functie gebruikt bij het kopiëren met handinvoer
("7.KOPIËREN MET HANDINVOER" pagina 59) moet u niet
vergeten het papierformaat te specificeren.
Druk op de [ZOOM...] toets om kopieën te maken op een
papierformaat dat afwijkt van het origineel. Het rechts afgebeelde
scherm verschijnt. Druk vervolgens op het gewenste papierformaat
en op de [AMS] toets.
2
Plaats het origineel/de originelen.
- "2.ORIGINELEN PLAATSEN" pagina 45.
3
Druk op de [EDIT] toets om het
bewerkingsmenu te openen en druk
vervolgens op de [2 IN 1/4 IN 1] toets.
a
a
b
b