Operation Manual
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN
66 Gebruik van de handinvoerbak
2
Controleer het menu.
Indien het papierformaat al is vastgelegd, wordt het navolgende menu weergegeven.
Ga in dat geval door met stap 5.
Is het papierformaat nog niet vastgelegd, dan wordt het navolgende menu weergegeven.
Ga in dat geval door met stap 3.
3
Druk op de keuzetoetsen (midden, rechts) om het papierformaat dat
in de lade is aangebracht, te selecteren. Dit kan ook met toets of
gedaan worden. Druk vervolgens op de [ENTER] toets.
bijv.) Instellen A4 formaat
Wanneer het papier geen standaardformaat is, selecteer dan “GEEN_FORMAAT”.
4
Druk op de keuzetoets (rechts) en selecteer “PAPIERSOORT”. Dit
kan ook met toets of gedaan worden. Druk vervolgens op de
[ENTER] toets.
U kunt een keuze maken uit de volgende vier papiersoorten:
DIK PAPIER 1: Dik papier (81 tot 105 g/m
2
)
DIK PAPIER 2: Dik papier (106 tot 163 g/m
2
), etiketten
OHP: Overhead sheets
NORMAAL: Normaal papier (64 tot 80 g/m
2
), calqueerpapier
Opmerking
Indien u een andere papiersoort selecteert dan u op de handinvoerbak heeft gelegd,
zou dit een papierstoring kunnen veroorzaken of zou de kwaliteit van de afdruk minder
kunnen worden.
1
100% SORTEREN
ZOOM AFWERK BEWERK
Gereed voor
Handinvoer
KIES PAPIER FORMAAT
GEEN
COMP
13LG
KIES PAPIER FORMAAT
A4
ST-R
A3
PAPIER SOORT DIK PAPIER1
DIK PAPIER2
OHP