In deze handleiding worden specifieke functies van uw machine uitgelegd en vindt u aanwijzingen voor het verhelpen van eventuele storingen en fouten. Op de Documentatie cd-rom, welke bij het apparaat wordt geleverd, staan diverse handleidingen waarin alle functieonderdelen worden uitgelegd. Bezoek ook onze website www.toshibatec.nl hierop is diverse informatie te vinden; zoals diverse documentatie, Nederlandse printerdrivers en FAQ’s.
Voorwoord Hartelijk dank voor de aanschaf van het multifunctionele digitale systeem e-STUDIO167/207/237 van TOSHIBA. Wij hebben de navolgende handleiding voor de bediening van deze kopieerapparatuur voor u samengesteld. In dit bedieningsvoorschrift wordt het volgende beschreven: y Het gebruik van de e-STUDIO167/207/237 y Het controleren en het uitvoeren van het onderhoud van de e-STUDIO167/207/237 y Het oplossen van mechanische problemen en kopieerproblemen Lees a.u.b.
Mededeling aan de gebruikers Is eenmaal een geschikte plaats voor de installatie van de e-STUDIO167/207/237 gekozen, verander deze dan niet meer. Vermijd overmatige warmte, trillingen en direct zonlicht. Zorg ook voor voldoende ventilatie omdat de copier een geringe hoeveelheid ozon uitstoot. Waarschuwing: Dit is een klasse A product. Binnenshuis kan deze copier radiostoring veroorzaken. In voorkomend geval kan de gebruiker genoodzaakt zijn om passende maatregelen te nemen.
De navolgende informatie is uitsluitend bestemd voor EU-landen: Dit product is gemarkeerd volgens de eisen in de EU-richtlijn 2002/96/EG. (Richtlijn afgedankte elektrische en elektronische apparatuur - AEEA) Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd als ongesorteerd huisafval en gescheiden moet worden aangeboden.
Voordat u deze handleiding leest Overzicht van onze handleidingen De navolgende handleidingen zijn beschikbaar voor gebruik met de e-STUDIO167/207/237. Selecteer en lees de handleiding die het beste bij uw behoefte past. Deze handleiding is het Bedieningsvoorschrift voor de kopieerfuncties. Basisfuncties Bedieningsvoorschrift voor de kopieerfuncties (in boekvorm, deze handleiding) In deze handleiding worden de basishandelingen, voornamelijk de kopieerfuncties, van deze copier beschreven.
Netwerkbeheerhandleiding voor de afdrukfuncties (PDF-bestand) In deze handleiding worden de voor het configureren van een netwerk en het gebruik van de afdrukfuncties vereiste handelingen, zoals het verbinden met een netwerk en het instellen van componenten, beschreven. Instelhandleiding voor de afdrukfuncties (PDF-bestand) Deze handleiding bestaat uit deze twee delen. Bedieningspaneel:In dit deel wordt beschreven hoe de afdrukinstellingen m.b.v.
Gebruik van deze handleiding Pictogrammen in deze handleiding In dit bedieningsvoorschrift worden veiligheidsmaatregelen volgens de drie hieronder weergegeven niveaus beschreven teneinde een juist en veilig gebruik van de e-STUDIO167/207/237 te waarborgen. U dient volledig op de hoogte te zijn van de bedoeling en het belang van deze aandachtspunten voordat u deze handleiding verder leest.
Displays Displays in deze handleiding kunnen afwijken van de actuele displays, afhankelijk van de gebruikersomgeving van de copier zoals de installatie van opties. Handelsmerken y Microsoft en Windows zijn de handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. y Adobe, Acrobat, Adobe Reader en Adobe Acrobat Reader zijn de handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
INHOUDSOPGAVE Voorwoord ....................................................................................................................1 Mededeling aan de gebruikers ...................................................................................2 Voordat u deze handleiding leest...............................................................................4 Overzicht van onze handleidingen............................................................................
Hoofdstuk 2 HET MAKEN VAN KOPIEËN ..................................................51 Originelen plaatsen.................................................................................................... 52 Aanvaardbare originelen.........................................................................................52 Originelen op de glasplaat voor originelen leggen..................................................53 Een boekje, zoals een boek of een catalogus, als origineel plaatsen ...............
Hoofdstuk 4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES................................83 Kopieermenu ..............................................................................................................84 Werken met het kopieermenu.................................................................................84 Overzicht kopieerfuncties ....................................................................................... 85 Kopiëren in dezelfde paginavolgorde als de originelen - Kopiëren en sorteren - ....
Hoofdstuk 5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN .....................119 Voorafgaande aan het wijzigen van de instellingen .............................................121 Weergave van het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” ...........................121 Bedieningstoetsen voor het wijzigen van de instellingen......................................122 Datum en tijd ............................................................................................................123 Klokinstelling.........
Hoofdstuk 6 STORINGZOEKEN ................................................................173 Wanneer deze melding verschijnt ..........................................................................174 Papierstoringen........................................................................................................176 Plaats van de papierstoringen controleren ...........................................................176 Wanneer papierstoringen regelmatig voorkomen..................................
Configuration page list ..........................................................................................215 NIC status page list...............................................................................................215 Menu list ...............................................................................................................216 INDEX .......................................................................................................................................
De ongeëvenaarde TOSHIBA kwaliteit Aanbevolen tonercartridges Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen de TOSHIBA tonercartridges te gebruiken. Indien u een door TOSHIBA geadviseerde tonercartridge gebruikt, kunt u gebruik maken van de navolgende twee controlefuncties van dit onderdeel: Cartridgecontrolefunctie: Deze functie controleert of de tonercartridge op een juiste wijze is aangebracht en geeft aan wanneer dit niet het geval is.
Verbruiksmaterialen / onderdelen Betrouwbaarheid Originele Toshiba verbruiksmaterialen worden onderworpen aan zeer strenge controles, zodat alle verbruiksmaterialen die u ontvangt zo optimaal mogelijk presteren. Grote productiviteit Originele Toshiba verbruiksmaterialen zijn gemaakt om te voldoen aan de eisen van onze prestatiegerichte maatschappij en leveren snel en probleemloos betrouwbare kopieën op het moment dat u ze nodig heeft.
Kenmerken van de e-STUDIO167/207/237 De e-STUDIO167/207/237 is een zwart-wit copier met een kopieersnelheid van 16 kopieën per minuut*1(de e-STUDIO167), 20 kopieën per minuut*1 (de e-STUDIO207) en 23 kopieën per minuut*1 (de e-STUDIO237). Alle uitvoeringen kunnen als printer en als scanner gebruikt worden wanneer ze via een USB-kabel met uw PC zijn verbonden.
Algemene veiligheidsmaatregelen Bij het installeren of verplaatsen Waarschuwing y Deze copier vereist een stroomvoorziening van 220-240 V, 8 A, bij een frequentie van 50/60 Hz. Gebruik geen stroomvoorziening met een ander voltage dan hier is opgegeven. Sluit geen andere apparaten aan op dezelfde wandcontactdoos. Hierdoor kan brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Neem contact op met een elektra-installateur als u het aantal wandcontactdozen wilt uitbreiden.
Voorzichtig y Installeer de copier op een plaats die het gewicht van het apparaat kan dragen en controleer of de ondergrond vlak is. Als de copier omvalt, kunt u ernstig persoonlijk letsel oplopen. Het gewicht van de copier bedraagt circa 32,5 kg y Gebruik de stelschroeven (anti-kantel stopper) om de copier stabiel op de vloer te plaatsen na verplaatsing/installatie. Controleer of de copier stabiel staat. Indien de copier beweegt, kan deze omvallen en iemand letsel bezorgen.
y Gebruik de antislipvoorzieningen om de copier te blokkeren wanneer de pedestal voor papierinvoer wordt geïnstalleerd. Onder de pedestal voor papierinvoer (optie) zitten 4 antislipvoorzieningen en 2 stoppers om te voorkomen dat de copier omvalt. Draai ze, bij het verplaatsen van deze copier, in de richting van de pijlen (zie afbeeldingen hieronder) en draai ze omhoog om de copier los te zetten.
Het gebruik van de copier Waarschuwing y Haal het deksel niet van de copier af, anders bestaat de kans dat u letsel oploopt of een elektrische schok krijgt. y Verwijder of breng de stekker niet met natte handen aan in de wandcontactdoos omdat u hierdoor een elektrische schok kunt krijgen. y Plaats geen voorwerpen die vloeistoffen bevatten (bloemenvazen, koffiekopjes, enz.) op of in de buurt van de copier. Hierdoor kan brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen.
Plaats van identificatieplaatje, enz.
Overige aandachtspunten y Schakel de stroomvoorziening niet UIT wanneer er zich nog vastgelopen papier in de copier bevindt. Dit kan storingen veroorzaken wanneer de hoofdschakelaar weer wordt ingeschakeld. y Controleer of de stroomvoorziening UIT is gezet wanneer het kantoor wordt verlaten of als er een stroomstoring is. y Wees voorzichtig omdat het papieruitvoerbereik en het papier direct na het kopiëren heet zijn. y Plaats niets anders dan papier op de kopieopvangbak.
Afwijzing van aansprakelijkheid De onderstaande kennisgeving bevat de aansprakelijkheidsuitsluitingen en -beperkingen van TOSHIBA TEC CORPORATION (inclusief haar werknemers, tussenpersonen en toeleveranciers) jegens enige koper of gebruiker (‘Gebruiker’) van de e-STUDIO167/207/237, met inbegrip van bijbehorende accessoires, opties en programmapakket (‘Product’). 1. De in deze kennisgeving vermelde aansprakelijkheidsuitsluitingen en -beperkingen zijn van kracht in de hoogste mate die de wet toelaat.
Milieu-informatie ENERGY STAR®-programma Toshiba Tec Corporation bevestigt, als deelnemer aan het Energy Star-programma, dat dit product voldoet aan de in het Energy Star-programma gestelde eisen. Het Energy Star-programma wil de ontwikkeling en verder gebruik van kantoorapparatuur met inbegrip van energiezuinige computers aanmoedigen teneinde iets te doen aan milieuproblemen zoals het broeikaseffect.
VOORDAT U GAAT KOPIËREN 0. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet weten voordat u deze copier gaat gebruiken, zoals hoe u de stroomvoorziening moet inschakelen of hoe u kopieerpapier moet bijvullen. Beschrijving van elk onderdeel .............................................................................28 Voorzijde / rechterzijde......................................................................................................................28 Linkerzijde / binnenzijde.......................
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Beschrijving van elk onderdeel Voorzijde / rechterzijde 1 2 3 12 11 4 10 5 9 8 6 7 1. Afdekklep (optie, KA-1640PC) Leg een origineel op de glasplaat voor originelen, sluit deze klep en start het kopiëren. 2. Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie, MR-3019) / automatisch documentinvoersysteem (optie, MR-2017) Een stapel originelen die hierop zijn aangebracht, worden vel na vel gescand.
6. Papierinvoerdeur (boven: papierinvoereenheid / onder: pedestal voor papierinvoer) 7. indicator papierformaat 8. Papierlademoduul (optie, MY-1028) Gebruik deze optie om één extra papierlade toe te voegen aan de pedestal voor papierinvoer (optie, KD-1022). Maximaal 500 vel normaal papier kan tegelijk worden aangebracht. 9. Pedestal voor papierinvoer (optie, KD-1022) Gebruik deze pedestal om één extra papierlade aan de copier toe te voegen.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN 1. Glasplaat voor originelen Gebruik deze glasplaat voor het kopiëren van 3-D originelen, boeken en speciaal papier zoals overhead sheets of calqueerpapier alsmede normaal papier. P.52 “Originelen plaatsen” 2. Bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om te kopiëren, toets het aantal kopieën in of stel andere functies in. P.32 “Bedieningspaneel” 3.
Optionele uitrusting De hieronder opgesomde opties zijn beschikbaar. Neem voor meer informatie contact op met uw servicetechnicus of leverancier.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Bedieningspaneel 12 3 4 5 25 24 23 6 7 8 22 21 9 20 19 18 10 11 17 16 12 13 15 14 1. APS/AMS selectietoets/LED's Automatische papierselectie (APS): De copier bepaalt het formaat van het origineel en selecteert automatisch hetzelfde formaat kopieerpapier. P.71 “Papierselectie” Automatische zoomselectie AMS): Stel vooraf het formaat van het kopieerpapier in dat zal worden gebruikt.
6. [SETTINGS] toets Gebruik deze toets om de actueel ingestelde kopieerfuncties te bevestigen. P.70 “Ingestelde functies bevestigen” 7. Keuzetoetsen (links, midden, rechts) Gebruik deze toetsen om in ieder menu onderdelen of handelingen te selecteren. Onderdelen of handelingen die met iedere toets overeenkomen, verschijnen in het onderste gedeelte van het LCD-scherm. bijv.) Hoofdscherm “Kopieerinstelling” BEDRIJFSKLAAR 100% ZOOM 1 GEEN SORT AFWERK BEWERK keuze toetsen P.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN 16. Meldingen LED Deze LED knippert wanneer een storing zoals papierstoringen of het opraken van toner plaatsvindt. P.174 “Wanneer deze melding verschijnt” 17. [DATA] LED De LED knippert wanneer er afdrukgegevens worden ontvangen. 18. [CANCEL] toets Gebruik deze toets om de actuele instelling te annuleren en terug te keren naar het vorige menu. 19. [ENTER] toets Gebruik deze toets om de in ieder menu geselecteerde onderdelen of handelingen vast te leggen. 20.
Hoofdscherm “Kopieerinstelling” Nadat de stroomvoorziening van de copier is ingeschakeld en het opwarmen is voltooid, verschijnt de onderstaande weergave op het LCD-scherm. Dit scherm wordt het hoofdscherm “Kopieerinstelling” genoemd. 1 2 BEDRIJFSKLAAR 100% ZOOM 3 1 GEEN SORT AFWERK 5 BEWERK 4 Tip Dit hoofdscherm “Kopieerinstelling” verschijnt standaard nadat de stroomvoorziening is ingeschakeld.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Stap 1 - Stroomvoorziening inschakelen Stroomvoorziening inschakelen 1 Open de klep van de aan/uit-schakelaar en druk vervolgens de aan/ uit-schakelaar in de stand “ ” (IN). De copier begint zich op te warmen. De opwarmtijd bedraagt ong. 25 seconden. Wanneer het opwarmen is voltooid, is de copier gereed om te kopiëren. Op het LCD-scherm verschijnt “BEDRIJFSKLAAR”.
Energie besparen wanneer de copier niet wordt gebruikt Energiebesparingsstand Om het stroomverbruik te verminderen, komt de copier, na verloop van een vastgesteld tijdsbestek sinds het laatste gebruik van de copier, automatisch in de energiebesparingsstand. U kunt de copier ook handmatig in deze stand schakelen. Tip Het aantal minuten waarna de copier in deze stand komt, is bij verzending vanuit de fabriek als volgt ingesteld.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Stap 2 - Kopieerpapier aanbrengen Plaats het kopieerpapier in een geschikt papiermagazijn voordat u met kopiëren begint. Aanvaardbare papiersoorten Aanvaardbare papiersoorten onderscheiden zich afhankelijk van het papiermagazijn. Zie onderstaande tabel voor meer informatie.
Aanbevolen papier Om de beste kopieerkwaliteit te kunnen garanderen, adviseert TOSHIBA de hieronder vermelde papiersoorten. Indien u papier wilt gebruiken, anders dan wij adviseren, neem dan contact op met uw servicetechnicus.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Papier in laden plaatsen Volg de onderstaande werkwijze voor het aanbrengen van papier in de lade. Voor het aanvaardbare papier, zie: P.38 “Aanvaardbare papiersoorten” 1 Zet de stroomvoorziening van de copier aan. 2 Trek de lade voorzichtig naar buiten. Opmerking Trek de lade naar buiten totdat deze niet verder kan. 3 Druk de papierplaat naar beneden. Opmerking Druk de plaat naar beneden totdat u een klikgeluid hoort en de plaat niet langer naar boven komt.
4 Trek de breedtegeleiding (A) uit en breng de geleiding vervolgens aan op de plaats van het gewenste papierformaat. A Tip Het papierformaat wordt aangegeven op de binnenzijde van de ladebodem. 5 Maak de tussenruimte tussen de papiergeleiders groter, terwijl de groene knop van deze geleiders geheel wordt ingedrukt. Opmerking Stel de papiergeleiders met beide handen in. 6 Leg het papier in de lade.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Opmerkingen y Maximaal kan 250 vel (80 g/m2) in één keer worden aangebracht. Zorg ervoor dat de stapelhoogte van het papier niet hoger komt dan de lijn die op de binnenzijde van de geleider staat. P.38 “Aanvaardbare papiersoorten” y Maak het papier goed los voordat het in de lade wordt gelegd, anders zou een meervoudige papiertoevoer kunnen plaatsvinden. y Leg het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar boven. Deze “bovenzijde” is vermeld op de verpakking van het papier.
9 10 Verander de papierformaatindicator zodat deze overeenkomt met het papierformaat in de lade. Duw de lade langzaam en recht in de copier tot deze niet verder kan. Voorzichtig Zorg er bij het sluiten van de lade voor, dat uw vingers niet beklemd raken. Hierdoor kunt u letsel oplopen. Leg het papierformaat vast in de copier. Wanneer u het kopieerpapier in de copier legt, leg dan ook het papierformaat in de copier vast.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Papier in de laden van de pedestal voor papierinvoer (optie) aanbrengen Volg de onderstaande werkwijze voor het aanbrengen van kopieerpapier in de laden van de pedestal voor papierinvoer (optie). Voor het aanvaardbare papier, zie: P.38 “Aanvaardbare papiersoorten” 1 Trek de lade voorzichtig naar buiten. Opmerking Trek de lade naar buiten totdat deze niet verder kan. 2 Trek de middengeleider eruit door het indrukken van het onderste gedeelte in de richting van de pijl.
3 Duw de rechterzijde van de zijgeleidervergrendeling in om deze te ontgrendelen. 4 Duw de groene knop van de zijgeleiders in, tijdens het verstellen van de zijgeleiders naar de plaats van het gewenste papierformaat. Opmerking Verstel de zijgeleiders met twee handen. 5 Leg het papier in de lade. Opmerkingen y Maximaal kan 500 vel (80 g/m2) in één keer worden aangebracht. Zorg ervoor dat de stapelhoogte van het papier niet hoger komt dan de lijn die op de binnenzijde van de geleider staat. P.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN 6 Stel de papiergeleiders in. Zorg ervoor dat er een ruimte van ong. 0,5 mm (minder dan 1,0 mm totaal) blijft tussen het papier en iedere papiergeleider (weergegeven als “A” op de afbeelding). Indien de ruimte onvoldoende is, kan het papier hierdoor vastlopen. A 46 7 Duw de linkerzijde van de papiergeleiderblokkering in, om deze vast te zetten. 8 Verander de papierformaatindicator zodat deze overeenkomt met het papierformaat in de lade.
9 Duw de lade recht naar binnen totdat deze niet verder kan. Voorzichtig Zorg er bij het sluiten van de lade voor, dat uw vingers niet beklemd raken. Hierdoor kunt u letsel oplopen. Leg het papierformaat vast in de copier. Wanneer u het kopieerpapier in de copier legt, leg dan ook het papierformaat in de copier vast. Zorg ervoor dat het papierformaat juist is vastgelegd anders zou hierdoor een papierstoring kunnen ontstaan. Voor het vastleggen van het papierformaat, zie: P.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Stap 3 - Vastleggen van het formaat van het kopieerpapier Wanneer u voor de eerste keer papier in een lade aanbrengt of u brengt papier aan waarvan het formaat afwijkt van het papier dat hiervoor in de lade aanwezig was, moet het nieuwe papierformaat in de copier worden vastgelegd. Het vastleggen van standaardformaten (A3, A4, A4-R, A5-R, B4) wijkt af van het vastleggen van andere standaardformaten.
3 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het papierformaat dat u in de lade heeft opgeslagen, gaat branden. Indien in deze fase de toets [CANCEL] wordt ingedrukt, wordt het formaat niet vastgelegd en keert de copier terug in zijn normale toestand. 4 Druk de toets [ENTER] in. Het papierformaat is nu vastgelegd. Andere standaardformaten vastleggen Wanneer andere standaard papierformaten dan A3, A4, A4-R, A5-R of B4 worden aangebracht, leg dan dit formaat vast als “OTHER” formaat.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN 2 Druk een aantal malen op de toets [DRAWER] totdat de LED van de lade waarin u het papier heeft aangebracht, gaat branden. 3 Druk een aantal malen op de toets [DRAWER] totdat de LED [OTHER] gaat branden. 4 Druk op de keuzetoetsen (midden, rechts) om het papierformaat van het in de lade aangebrachte papier te selecteren. Dit kan ook met toets of gedaan worden. bijv.) Instellen LT formaat KIES PAPIER FORMAAT 5 Druk de toets [ENTER] in.
HET MAKEN VAN KOPIEËN 2. In dit hoofdstuk worden de basiskopieeropdrachten beschreven. Originelen plaatsen.................................................................................................52 Aanvaardbare originelen ...................................................................................................................52 Originelen op de glasplaat voor originelen leggen ............................................................................
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Originelen plaatsen Aanvaardbare originelen Boeken, 3-D voorwerpen en een aantal soorten speciaal papier kunnen, net zo goed als normaal papier, op de glasplaat voor originelen worden neergelegd. Wanneer het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie) wordt gebruikt, kan een stapel originelen van normaal papier een voor een worden gescand.
Wanneer het ingebouwde geheugen vol raakt tijdens het scannen Wanneer het in de copier ingebouwde geheugen tijdens het scannen van de kopieeropdracht vol raakt, stopt het scannen, zelfs indien het aantal gescande originelen de maximumwaarde nog niet heeft overschreden. “Op het LCD-scherm verschijnt “Geheugenopslag is vol”. Geheugenopslag is vol TAAK ANNULEREN Print Selecteer op het LCD-scherm “Print” om de tot dusver gescande gegevens te kopiëren.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Wanneer zeer transparante originelen moeten worden gekopieerd Wanneer zeer transparante originelen moeten worden gekopieerd, zoals overhead sheets of calqueerpapier, leg dan een blanco vel papier (A), met hetzelfde formaat als het origineel of groter, over het origineel (B). A B 3 Sluit de afdekklep (optie) of het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie) zorgvuldig.
3 Sluit de afdekklep (optie) of het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie) zorgvuldig. Opmerkingen y Probeer, wanneer het origineel vrij dik is, de afdekklep (optie) of het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie) niet met kracht te sluiten. Er ontstaat geen kopieerprobleem, zelfs niet wanneer de klep niet volledig is gesloten.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN De navolgende soorten originelen zijn bruikbaar maar hebben extra aandacht nodig: y Originelen die niet met de vingers kunnen worden verschoven of waarvan het oppervlak speciaal is behandeld (de kans bestaat dat ze niet door het invoersysteem van elkaar kunnen worden gescheiden) y Gevouwen of gekrulde originelen (moeten voor gebruik worden gladgestreken) Wanneer zwarte strepen op het gekopieerde beeld verschijnen Indien het scangebied of het geleidingsgebied vuil is, kunnen afdrukp
Kopiëren Volg de onderstaande werkwijze voor het maken van kopieën. Tip Verschillende kopieerfuncties zijn beschikbaar. Zie de navolgende pagina's voor meer informatie: P.69 “KOPIEERFUNCTIES” P.83 “GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES” 1 Controleer of er papier in de lade zit. 2 Plaats het origineel. 3 Toets het gewenste aantal kopieën in (= aantal kopieën) wanneer u meer dan één set wilt kopiëren. Voor aanvaardbare soorten en formaten, zie de pagina's: P.38 “Aanvaardbare papiersoorten” P.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN 5 Druk op de [START] toets. Het kopiëren begint. De kopieën worden uitgevoerd met de gekopieerde zijde naar beneden. Opmerking Tijdens en direct na het kopiëren is het papieruitvoerbereik en het uitgevoerde papier heet. Ga daarom voorzichtig te werk.
Kopieerproces stoppen/doorgaan Druk op de toets [CLEAR/STOP] om het scannen of kopiëren te stoppen. 1 Druk op de toets [CLEAR/STOP] om het scannen of kopiëren te stoppen. Het scannen of kopiëren stopt en het LCD-scherm geeft het navolgende beeld: Geheugenopslag wissen JA NEE of Taak ANNULEREN? JA NEE Druk op de keuzetoets (rechts) of toetsen en en selecteer “JA” om de kopieeropdracht te beëindigen. Druk vervolgens op de toets [START] of [ENTER].
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren met onderbreking en een andere kopie maken - Kopiëren met onderbreking U kunt het scannen of kopiëren van een opdracht onderbreken en een andere kopieeropdracht uitvoeren (= kopiëren met onderbreking). Het aantal kopieën of functies die van toepassing zijn op de onderbroken kopieeropdracht worden opgeslagen in het geheugen van deze copier, zodat u deze niet opnieuw behoeft in te stellen wanneer de onderbroken kopieeropdracht wordt hervat. 1 Druk op de toets [INTERRUPT].
Gebruik van de handinvoerbak Leg papier op de handinvoerbak wanneer u de navolgende papiersoorten als kopieerpapier gebruikt: y Dik papier (81 tot 163 g/m2) y Speciale papiersoorten zoals calqueerpapier, etiketten of overhead sheets y Standaard papierformaat dat niet in de laden van de copier en de papierinvoereenheid (optie) kan worden geplaatst (bijv. A5-R) Gebruik van de handinvoerbak wordt ook geadviseerd voor het kopiëren op ander standaard papierformaat dan in de laden is aangebracht.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Vastleggen standaardformaat (A3, A4, A4-R, A5-R, B4) Als voorbeeld wordt in deze paragraaf de werkwijze beschreven van het vastleggen van A4 papier dat op de handinvoerbak is gelegd. 1 Druk tegelijk de toetsen [COPY] en [DRAWER] in en houd deze langer dan twee seconden ingedrukt. Het LCD-scherm geeft het navolgende beeld: KIES PAPIER FORMAAT 100% ZOOM 2 62 GEEN SORT AFWERK 1 BEWERK Druk een aantal malen op de toets [DRAWER] totdat de LED van de handinvoerbak gaat branden.
3 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het papierformaat, dat u in de handinvoerbak heeft aangebracht, gaat branden. Indien in deze fase de toets [CANCEL] wordt ingedrukt, wordt het formaat niet vastgelegd en keert de copier terug in zijn normale toestand. 4 Druk de toets [ENTER] in. Het papierformaat is nu vastgelegd.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN 2 Druk een aantal malen op de toets [DRAWER] totdat de LED van de handinvoerbak gaat branden. 3 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de [OTHER] LED gaat branden. 4 Druk op de keuzetoetsen (midden, rechts) om het papierformaat dat in de lade is aangebracht, te selecteren. Dit kan ook met toets of gedaan worden. bijv.
Kopiëren met handinvoer op standaard papierformaat Standaard papierformaat kan worden gebruikt voor kopiëren met handinvoer. Als voorbeeld wordt in deze paragraaf de werkwijze beschreven met dik papier (90 g/m2) op A4 formaat, dat op de handinvoerbak is gelegd. Opmerking Leg vooraf het papierformaat in de copier vast. P.61 “Voorbereiding - Vastleggen papierformaat geplaatst op de handinvoerbak” 1 Breng het papier op de handinvoerbak in lijn, met de af te drukken zijde naar beneden.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN 2 Controleer het menu. Indien het papierformaat al is vastgelegd, wordt het navolgende menu weergegeven. Ga in dat geval door met stap 5. Gereed voor Handinvoer 100% SORTEREN ZOOM AFWERK 1 BEWERK Is het papierformaat nog niet vastgelegd, dan wordt het navolgende menu weergegeven. Ga in dat geval door met stap 3. KIES PAPIER FORMAAT COMP 13LG GEEN 3 Druk op de keuzetoetsen (midden, rechts) om het papierformaat dat in de lade is aangebracht, te selecteren.
5 Plaats het origineel. 6 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets. Het kopiëren begint. Opmerking Wanneer u via de handinvoerbak kopieën op overhead sheets maakt, neem dan de overhead sheets die zijn uitgevoerd op de kopieopvangbak één voor één eraf. Indien de overhead sheets zich opstapelen, kunnen zij gaan krullen en zijn dan niet meer geschikt voor gebruik.
KOPIEERFUNCTIES 3. In dit hoofdstuk worden verschillende functies beschreven met betrekking tot kopieeropdrachten, zoals het vergroten of verkleinen van afdrukken of het aanpassen van de kwaliteit van de kopieën. Voorbereidende werkzaamheden ..........................................................................70 Standaardinstellingen........................................................................................................................70 Ingestelde functies bevestigen................
3 KOPIEERFUNCTIES Voorbereidende werkzaamheden Standaardinstellingen Instellingen waarvan de instellinggegevens bij het inschakelen van de stroomvoorziening van de copier ongewijzigd blijven, worden standaardinstellingen genoemd. Iedere instelling keert terug naar de standaardinstelling ervan, wanneer de stroomvoorziening wordt ingeschakeld, wanneer de energiebesparingsstand wordt geannuleerd en wanneer de toets [FUNCTION CLEAR] wordt ingedrukt.
Papierselectie U kunt het formaat van het kopieerpapier op twee manieren selecteren. De eerste manier is het gebruik van de automatische papierselectie waardoor de copier automatisch het kopieerpapier selecteert dat hetzelfde formaat heeft als het origineel. De tweede manier is het gebruik van de handmatige papierselectie waarin u handmatig het gewenste papierformaat kunt selecteren.
3 KOPIEERFUNCTIES 3 Druk op de APS/AMS keuzetoets en selecteer APS. (De APS LED brandt.) Tips y De standaardinstelling bij installatie is APS. y Indien de richting van het papier in de lade afwijkt van die van de originelen, kan de afdruk van het origineel 90 graden gedraaid worden gekopieerd, zolang hun formaten hetzelfde zijn (alleen B5 en A4). 4 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets.
3 Druk een aantal malen op de toets [DRAWER] totdat de LED van de gewenste lade gaat branden. bijv.) Het selecteren van de lade van de copier 4 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets.
3 KOPIEERFUNCTIES Kopiëren van verschillende formaten in één opdracht - VERSCHILLENDE FORMATEN KOPIËREN - MIXED-SIZEWanneer originelen met een verschillend formaat in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) worden aangebracht, kunnen bepaalde combinaties van formaten in één opdracht worden gekopieerd. De combinatie van A3 en A4, B4 en B5 of A4-R en FOLIO is mogelijk. 1 Leg het papier in de lade. Opmerking Kopiëren met handinvoer is uitgeschakeld. Leg het papier in de lade.
4 Indien u alle originelen op hetzelfde papierformaat wilt kopiëren, druk dan op de toets [DRAWER] om de lade te selecteren. bijv.) Selecteer de lade van de copier Opmerking Wanneer de functie "MIXED SIZE" wordt gebruikt, kan groter kopieerpapier dan het aangebrachte origineel niet voor het kopiëren worden gebruikt. Gebruik papier van hetzelfde formaat als het origineel of kleiner. Wanneer bijvoorbeeld gemengde originelen van A4 en A3 formaat zijn aangebracht, selecteer dan A4 papier of kleiner.
3 KOPIEERFUNCTIES In- en uitzoomen van kopieën U kunt de reproductiefactor van de afdruk op de volgende drie manieren instellen: Automatische zoomselectie (AMS): Stel vooraf het formaat in van het kopieerpapier dat zal worden gebruikt. Als het origineel is aangebracht, bepaalt de copier vervolgens het formaat van het origineel en stelt automatisch de meest geschikte reproductiefactor naar het kopieerpapier vast.
1 Leg het papier in de lade. 2 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het gewenste papierformaat gaat branden. bijv.) Selecteren van het A4 formaat Tip Met de toets [DRAWER] kunt u op dezelfde wijze het gewenste papierformaat selecteren. 3 Druk op de APS/AMS keuzetoets totdat de AMS LED gaat branden. 4 Plaats het origineel. 5 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets.
3 KOPIEERFUNCTIES Specificeren van formaten van zowel het origineel als van het kopieerpapier 1 Leg het papier in de lade. 2 Plaats het origineel. 3 Druk een aantal malen op de toets [ORIGINAL] totdat de LED van het gewenste papierformaat gaat branden. bijv.) Selecteren van het B4 formaat van het origineel 4 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het gewenste papierformaat gaat branden. bijv.
De reproductiefactor handmatig specificeren 1 2 3 Leg het papier in de lade. Plaats het origineel. Druk op de keuzetoets (links). Het LCD-scherm geeft het navolgende beeld: ZOOM 100% 4 100% 25% ---- 200% + Druk op de keuzetoets (midden: – of rechts: +) om de gewenste reproductiefactor in te stellen. Eén druk op een van de toetsen verhoogt of verlaagt de reproductiefactor met 1%. Wanneer u een van de toetsen blijft indrukken, blijft de reproductiefactor ook veranderen.
3 KOPIEERFUNCTIES Afdrukinstelling selecteren Afhankelijk van de originelen, kunt u op de navolgende drie manieren de meest passende kwaliteit van de kopie selecteren: TEKST/FOTO: Originelen met zowel tekst als foto's FOTO: Originelen met foto's TEKST: Originelen met alleen tekst of met alleen tekst en scherpe illustraties Tip “TEKST/FOTO” is standaard ingesteld bij het installeren van de copier. 1 Leg het papier in de lade. 2 Plaats het origineel.
Belichtingsniveau aanpassen De automatische belichtingsinstelling, die automatisch het meest geschikte belichtingsniveau voor de kopie selecteert aan de hand van het niveau van het origineel, is standaard ingesteld bij het installeren van de copier. Op de volgende manier kunt u ook het belichtingsniveau naar behoefte handmatig aanpassen (= handmatige belichtingsinstelling): 1 Leg het papier in de lade. 2 Plaats het origineel.
GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4. In dit hoofdstuk worden een aantal handige kopieerfuncties beschreven, zoals hoe meer dan één pagina op één vel moet worden gekopieerd of hoe datum en tijd op de kopie kunnen worden afgedrukt. Kopieermenu ............................................................................................................ 84 Kopiëren in dezelfde paginavolgorde als de originelen - Kopiëren en sorteren -.86 Set na set gedraaid sorteren - ROTEREN........................................
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Kopieermenu Deze copier bezit een groot aantal handige kopieerfuncties. Wanneer u de keuzetoets (rechts) op het hoofdscherm “Kopieerinstelling”indrukt, verschijnt het kopieermenu. Selecteer in dit menu de gewenste functie. AFWERK DUPLEX 2IN1/4IN1 VERPL.BEELD TWEE PAG ID KAART WIS RAND NOTITIE XY ZOOM PAPIER TYPE TAAK OPBOUW TAAK OPSLAG Opmerking Meer dan één INSTELLING kan tegelijk worden gebruikt. Sommige functiecombinaties zijn echter geblokkeerd.
Overzicht kopieerfuncties De in het kopieermenu weergegeven kopieerfuncties zijn hieronder opgenomen. Functie AFWERK ( P.86, P.88) P.87, Omschrijving Selecteert afwerkingsfuncties voor de uitgevoerde kopieën op de kopieopvangbak. SORTEREN: In elke set uitgevoerd in dezelfde volgorde als de originelen. GEEN SORT: Ongesorteerd uitgevoerde kopieën. ROTEREN: Kopieën worden uitgevoerd terwijl zij worden gesorteerd, waarbij set na set afwisselend gedraaid wordt gesorteerd.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Kopiëren in dezelfde paginavolgorde als de originelen - Kopiëren en sorteren Wanneer u een aantal sets kopieert, kunnen de kopieën worden uitgevoerd in dezelfde volgorde als in de set originelen. Dit wordt kopiëren en sorteren genoemd. Gekopieerd en gesorteerd in 2 sets 1 1 2 1 2 3 2 3 3 Gekopieerd in 2 sets zonder sortering 1 1 1 2 2 2 3 3 3 1 2 Leg het papier in de lade. Plaats het origineel.
Set na set gedraaid sorteren - ROTEREN Wanneer u een aantal sets kopieert, kunnen de kopieën set na set worden gesorteerd en gedraaid uitgevoerd. Dit wordt roteren genoemd. Vooraf moet u in één lade het kopieerpapier in een liggende richting en in een andere lade hetzelfde formaat in een staande richting aanbrengen. Opmerking A4 of B5 formaat is voor deze functie beschikbaar. 1 2 3 Leg het papier in de lade. 4 Selecteer in het kopieermenu “AFWERK” en druk vervolgens op de toets [ENTER].
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Sorteren in tijdschriftvolgorde - MAGAZINE SORT De kopieën kunnen worden gemaakt om te worden uitgevoerd in een paginavolgorde van een boek. Dit wordt magazine sort genoemd. U kunt een boekje maken door de stapel kopieën in het midden te vouwen en in te binden. 1 2 3 12 1 10 3 8 5 12 Opmerkingen y A3, A4-R en B4 formaten zijn voor deze functie beschikbaar. y De automatische dubbelzijdige kopieereenheid (optie) is vereist.
5 Selecteer de meest bij het origineel passende dubbelzijdig kopiëren-functie en druk vervolgens op de toets [ENTER]. 1>2: Wanneer originelen enkelzijdig zijn 2>2: Wanneer originelen dubbelzijdig zijn MAGAZINE SORT 1>2 2>2 Het magazine sort is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Papier verschuiven om inbindruimte te maken - VERPL. BEELD U kunt een marge op de kopie maken door het gehele vel naar rechts of naar links te schuiven. De marge kan worden gebruikt om perforatiegaten te maken of voor nieten. Opmerkingen y Wanneer u het kopieerpapier in de handinvoerbak legt, leg dan vooraf het papierformaat in de copier vast. y Deze functie kan niet samen met de functie "Magazine sort" worden gebruikt. P.
5 Specificeer de breedte van de marge en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Deze breedte van de marge kan tussen 4 mm en 15 mm worden ingesteld. RECHTER MARGE 7mm 4mm ---- 15mm + Het beeld schuiven is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Papier verschuiven om inbindruimte te maken - VERPL.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Schaduw wissen op rand - WIS RAND Wanneer u dikke objecten, zoals boeken, kopieert, kan de rand van de kopie door schaduwwerking donkerder worden. Wanneer u deze kopie weer als origineel gebruikt, kunt u deze schaduw met deze functie wissen en een marge op alleen de rand van het papier aanbrengen. Opmerkingen y Alleen originelen met standaardformaat zijn te gebruiken. y Wanneer u het kopieerpapier in de handinvoerbak legt, leg dan vooraf het papierformaat in de copier vast.
5 Specificeer de breedte van de marge en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Deze breedte van de marge kan tussen 4 mm en 15 mm worden ingesteld. WIS RAND 7mm 4mm ---- 15mm + De functie Rand wissen is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Tweezijdig kopiëren - DUPLEX U kunt originelen en kopieën afzonderlijk selecteren of deze enkel- of dubbelzijdig zijn. Om papier te besparen kunt u van enkelzijdige originelen dubbelzijdige kopieën maken. Ook kunt u een boek dubbelzijdig kopiëren zodat u een ander boek kunt maken. 1>1 ENKELZIJDIG ( P.95) 2>1 DUBBELZ. NAAR 2 ENKELZ. ( 94 1>2 DUBBELZ. ( P.96) 2>2 DUBBELZ. ( P.96) Tweezijdig kopiëren - DUPLEX - P.
BOEK > 2 ( P.98) -3-1-31 -12- -13- -13- -12- -15- -15- Opmerkingen y Om dubbelzijdige originelen automatisch te scannen is het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) vereist. y Om dubbelzijdige kopieën te maken is de automatische dubbelzijdige kopieereenheid (optie) vereist. Enkelzijdig kopiëren U kunt enkel- of dubbelzijdige originelen op één zijde van het kopieerpapier kopiëren. 1 Leg het papier in de lade. 2 Plaats het origineel.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 5 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Het kopiëren begint. 6 Leg het volgende origineel neer indien u de glasplaat voor originelen gebruikt en selecteer vervolgens “JA”. Herhaal deze handeling totdat alle originelen zijn gescand. U kunt ook de toets [START] indrukken in plaats van “JA” te selecteren. VOLGEND ORIGINEEL? JA NEE Wanneer alle originelen zijn gescand Selecteer “NEE”.
4 Selecteer de kopieerfunctie “DUPLEX” en druk vervolgens op de toets [ENTER] of op toets . 1>2 DUBBELZ.: Enkelzijdig origineel naar dubbelzijdige kopie 2>2 DUBBELZ.: Dubbelzijdig origineel naar dubbelzijdige kopie DUBBELZIJDIG 1>1 ENKELZIJDIG 1>2 Dubbelz. 2>2 Dubbelz. 5 Selecteer de afwerkfunctie en druk vervolgens op de toets [ENTER]. BOEKMODEL: Geopend naar links KALENDERMODEL: Geopend naar boven DUBBELZIJDIG BOEKMODEL KALENDER MODEL De functie voor het dubbelzijdig kopiëren is ingesteld.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Boekjes dubbelzijdig kopiëren U kunt boek-originelen, zoals boeken of catalogi, dubbelzijdig kopiëren, op dezelfde wijze als het origineel. 1 Leg het papier in de lade. Opmerkingen y Gebruik normaal papier (64 tot 80 g/m2). y B5 en A4 formaten zijn beschikbaar. 2 3 Druk op de toets [DRAWER] om de te gebruiken lade te selecteren. Selecteer in het kopieermenu “DUPLEX” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFWERK DUPLEX 2IN1/4IN1 VERPL.
5 Selecteer of de eerste pagina van de kopie een rechter- of een linkerpagina is en selecteer ook of de laatste pagina een rechter- of een linkerpagina is. Druk vervolgens op de toets [ENTER] of op toets . Selecteer uit “RECHTS > RECHTS”, “RECHTS > LINKS”, “LINKS > LINKS” en “LINKS > RECHTS”. BOEK > 2 RECHTS > RECHTS RECHTS > LINKS LINKS > LINKS bijv.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 7 Leg het origineel neer en selecteer vervolgens naar behoefte andere kopieerfuncties. Druk vervolgens op de toets [START]. Voorzichtig Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen geen kracht uit op de glasplaat. Door het breken van de glasplaat kunt u letsel oplopen. Het scannen begint. 8 Sla de pagina om, leg het origineel neer en selecteer vervolgens “JA”. Herhaal deze werkwijze tot de laatste te kopiëren pagina is verwerkt.
Rechter- en linkerpagina's apart kopiëren - TWEE PAG Wanneer u een opengeslagen boek-origineel neerlegt op de glasplaat voor originelen, kunnen de rechter- en linkerpagina van het geopende gedeelte apart worden gekopieerd op aparte vellen. Ook wanneer de automatische dubbelzijdige kopieereenheid (optie) is geïnstalleerd, kunnen de pagina's dubbelzijdig worden afgedrukt. U hoeft het origineel niet op de glasplaat voor originelen te verplaatsen.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer “AAN” en druk vervolgens op de toets [ENTER] of op toets . DUBBELE PAGINA AAN UIT 5 Specificeer de breedte van de marge en druk vervolgens op de toets [ENTER]. De breedte van de marge kan tussen 8 mm en 30 mm worden ingesteld. BOEK MARGE 15mm 8mm ---- 30mm + De functie voor de dubbele pagina is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Het kopiëren begint.
Paginanummer, datum en tijd afdrukken - NOTITIE U kunt paginanummers, datum en tijd op de kopie afdrukken. Zoals hieronder is afgebeeld, wijkt de afdrukpositie van paginanummer, tijd, datum, enz. wanneer een origineel in het automatisch documentinvoersysteem / automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (beide optioneel) wordt aangebracht, af van die wanneer de glasplaat voor originelen wordt gebruikt. 10-04-2006 09:30 P.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer het af te drukken onderdeel en druk vervolgens op de toets [ENTER]. PAGINANUMMERS: Paginanummers Pagina, datum en tijd: Paginanummers, datum en tijd TIJDSTEMPEL PAGINA NUMMERS PAG.DATUM/TIJD UIT De functie “DATUM/TIJD” is ingesteld. 5 104 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
Kopieerinstelling wijzigen bij iedere opdracht - TAAKOPBOUW Dit is een handige functie voor originelen die bestaan uit verschillende opdrachten (=stapels). Voor iedere opdracht kunt u de instellingen en scanmethode veranderen en wanneer alle originelen met verschillende instellingen zijn gescand, worden zij in één keer gekopieerd. Maximaal 250 pagina's kunnen in één keer worden afgehandeld en maximaal 5 opdrachten kunnen worden gescand.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer “AAN”, druk op de toets [ENTER] en vervolgens op de toets [CANCEL]. TAAK OPBOUW AAN UIT De functie “Taakopbouw” is ingesteld en het LCD-scherm geeft het volgende beeld: BEDRIJFSKLAAR (TAAK OPBOUW) AMS SORTEREN ZOOM AFWERK BEWERK 1 5 Breng de eerste stapel originelen aan. 6 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Het scannen begint.
2 of 4 pagina's op 1 pagina kopiëren - 2IN1/4IN1 2 of 4 pagina's originelen kunnen op 1 pagina worden gekopieerd door hun reproductiefactor te verkleinen. Wanneer de automatische dubbelzijdige kopieereenheid (optie) wordt gebruikt, kunnen maximaal 8 pagina's op 1 vel worden gekopieerd, door beide zijden te gebruiken. 2IN1 4IN1 2IN1 DUBBELZIJDIG (a: Zijde 1, b: Zijde 2) y Wanneer een kopie is omgedraaid met de lijn als een scharnier, worden originelen op zijde 2 (achterzijde) afgedrukt, zoals afgebeeld.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 1 Leg het papier in de lade. Opmerking Wanneer u het kopieerpapier in de handinvoerbak legt, leg dan vooraf het papierformaat in de copier vast. 2 Selecteer in het kopieermenu “2IN1/4IN1” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFWERK DUPLEX 2IN1/4IN1 VERPL.BEELD TWEE PAG ID KAART WIS RAND NOTITIE XY ZOOM PAPIER TYPE TAAK OPBOUW TAAK OPSLAG 3 Selecteer 2IN1 of 4IN1 en druk vervolgens op de toets [ENTER] of op toets .
5 Selecteer de afwerkfunctie en druk vervolgens op de toets [ENTER]. BOEKMODEL: Geopend naar links KALENDERMODEL: Geopend naar boven DUBBELZIJDIG BOEK MODEL KALENDER MODEL Opmerking Wanneer in stap 4 “1>1 ENKELZIJDIG” is geselecteerd, is deze werkwijze niet nodig. De functie 2IN1 / 4IN1 is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Beide kanten van een kaart op 1 pagina kopiëren - ID-KAART De beide zijden van een origineel op kaart-formaat kunnen op één zijde van een A4 worden gekopieerd. Deze functie is nuttig wanneer u een groot aantal dubbelzijdige kaarten moet kopiëren. Voorkant 1 Achterkant Leg het papier in de lade. Opmerking A4 en A4-R formaten zijn beschikbaar. 2 Selecteer in het kopieermenu “ID-KAART” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFWERK DUPLEX 2IN1/4IN1 VERPL.
5 Leg een kaart origineel op de glasplaat voor originelen. Leg de kaart neer met de te kopiëren zijde naar beneden en duw de kaart naar de linker bovenhoek van de glasplaat voor originelen. Opmerking Het gedeelte van een origineel aan de boven- en linkerrand (breedte van ong. 2 mm) van de glasplaat voor originelen kan niet gekopieerd worden. Plaats een origineel daarom iets van beide randen vandaan, indien u het origineel in z'n geheel wilt kopiëren.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 112 10 Sluit de afdekklep (optie) of het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie) voorzichtig. 11 Druk op de toets [START].
Afmetingen in de horizontale en verticale richting afzonderlijk veranderen - XY-ZOOM U kunt iedere reproductiefactor in de horizontale en verticale richting apart selecteren. 1 2 Leg het papier in de lade. 3 Selecteer in het kopieermenu “XY-ZOOM” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Plaats het origineel. AFWERK DUPLEX 2IN1/4IN1 VERPL.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 7 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het gewenste papierformaat gaat branden. bijv.) Selecteren van het A4 formaat voor het kopieerpapier Tips y Met de toets [DRAWER] kunt u op dezelfde wijze het gewenste papierformaat selecteren. y Wanneer het aangebrachte standaard papierformaat anders is dan A3, A4, A4-R, A5-R of B4, leg dan dit formaat vooraf vast als "OTHER" formaat. P.
Vaak gebruikte functies vastleggen - TAAKOPSLAG U kunt de vaak gebruikte functiecombinaties opslaan en deze naar behoefte opnieuw oproepen. De eenmaal opgeslagen combinaties zullen niet worden gewist wanneer de stroomvoorziening van de copier wordt uitgeschakeld. Er kunnen max. 4 functiecombinaties opgeslagen worden.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4 Maak een keuze uit “OPDRACHT1”, “OPDRACHT2”, “OPDRACHT3” en “OPDRACHT4”. Druk vervolgens op de toets [ENTER]. bijv.) Selecteer “OPDRACHT4” OPSLAAN OPDRACHT2 OPDRACHT3 OPDRACHT4 Opmerking Een markering aan de linkerkant van de opdrachtnaam geeft aan dat de combinatie van functies reeds in het geheugen was opgeslagen. Wanneer u een reeds opgeslagen opdrachtnummer selecteert, zal de inhoud van de opdracht worden overschreven. De combinatie van functies werd opgeslagen.
3 Maak een keuze uit “OPDRACHT1”, “OPDRACHT2”, “OPDRACHT3” en “OPDRACHT4”. Druk vervolgens op de toets [ENTER]. bijv.) Selecteer “OPDRACHT4” OPROEPEN OPDRACHT2 OPDRACHT3 OPDRACHT4 Opmerking Een opdracht waaraan reeds een combinatie van functies werd toegewezen, heeft een markering aan de linkerkant van de opdrachtnaam. De combinatie van functies wordt opgeroepen. 4 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5. In dit hoofdstuk wordt de manier beschreven waarop iedere instelling van deze copier kan worden gewijzigd. Voorafgaande aan het wijzigen van de instellingen ..........................................121 Weergave van het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” .....................................................121 Bedieningstoetsen voor het wijzigen van de instellingen ................................................................122 Datum en tijd ...........
Aangepast menu ...................................................................................................157 APS / AMS..............................................................................................................159 Afdrukinstelling.....................................................................................................161 Belichtingsaanpassing.........................................................................................163 Afwerkfunctie ......................
Voorafgaande aan het wijzigen van de instellingen Afhankelijk van uw gebruik kunnen de instellingen van deze copier worden gewijzigd. In dit hoofdstuk worden het scherm en de basistoetsbediening uiteengezet. Weergave van het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” Om de instellingen te wijzigen, bedien de toetsen op het bedieningspaneel om het menu te bekijken. Druk op de toets [USER FUNCTIONS] op het bedieningspaneel. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN Bedieningstoetsen voor het wijzigen van de instellingen Gebruik de navolgende toetsen om de instellingen te wijzigen. [FUNCTION CLEAR] toets [CANCEL] toets / toetsen / toetsen [ENTER] toets Numerieke toetsen [CLEAR/STOP] toets [FUNCTION CLEAR] toets: [CANCEL] toets: Gebruik deze toets om terug te keren naar het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties”. Gebruik deze toets om een handeling te annuleren. Het scherm gaat terug naar het voorgaande menu.
Datum en tijd In deze paragraaf wordt de wijze beschreven waarop de weergave van de klok en de tijdafdruk moet worden ingesteld. Klokinstelling 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “BASISINSTELLINGEN” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “DATUM & TIJD” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Toets de datum in. bijv.) 10 april 2006: [2] [0] [0] [6] [0] [4] [1] [0] INSTELLING YYYY-MM-DD DAG 2006-04-10 ZO 6 UU:MM 09:45 AM Selecteer met de toetsen vervolgens op toets . en de dag van de week en druk INSTELLING YYYY-MM-DD DAG 2006-04-10 MA 7 UU:MM 09:45 AM Toets de tijd in. bijv.
Weergave datum en tijd U kunt de schermopmaak van de datum en de tijd instellen door ieder onderdeel van het menu “DATUM & TIJD” te selecteren. DATE & TIME 01.SETTING 02.TIME FORMAT 03.DATE FORMAT Opmaak tijdweergave Selecteer de opmaak tijdweergave. 24 UUR: 24-uurs weergave 12 UUR: 12-uurs weergave TIJD AANDUIDING 1.24 UUR 2.12 UUR Datuminstelling Selecteer de opmaak datumweergave. bijv.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN Weergave taalinstelling In deze paragraaf wordt beschreven hoe de taalweergave op het scherm kan worden geschakeld. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “BASISINSTELLINGEN” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “TAAL” met de toetsen de toets [ENTER].
Instelling papierformaat In deze paragraaf wordt beschreven hoe het papierformaat dat in de lade is aangebracht of op de handinvoerbak is gelegd, wordt ingesteld. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en vervolgens op de toets [ENTER]. de gewenste lade en druk LADE FORMAAT 01.LADE 1 02.LADE 2 03.LADE 3 6 Selecteer met de toetsen en het gewenste papierformaat en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Dit zijn de papierformaten die kunnen worden ingesteld: A3, A4, A4-R, B4, A5-R, FOLIO, B5, B5-R, LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP, 13"LG (Papier in formaat A5-R en ST-R kan alleen worden ingesteld bij gebruik van de handinvoerbak.
Instelling vervolgscherm In deze paragraaf wordt beschreven hoe het scherm wordt ingesteld wanneer de stroomvoorziening van de copier wordt ingeschakeld. In het startscherm, ingesteld op het moment van levering, wordt het hoofdscherm "Kopieerinstelling" weergegeven. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en het gewenste “VERVOLGSCHERM” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Maak een keuze uit KOPIËREN, FAX of SCAN. VERVOLGSCHERM 1.KOPIEREN 2.FAX 3.SCAN Opmerkingen y “FAX” wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie is geïnstalleerd. y “SCAN” wordt alleen weergegeven wanneer de Scanner Upgrade-optie is geïnstalleerd. Het vervolgscherm is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 4.
Instelling klokfunctie In deze paragraaf wordt beschreven hoe de navolgende klokfuncties worden ingesteld. AUTOM. RESET: Tijd totdat de geselecteerde instelling automatisch wordt gewist AUTOMATISCHE ENERGIEBESPARING:Tijd totdat de energiebesparingsstand is ingevoerd AUTOM. SLAAPSTAND: Tijd totdat de slaapstand is ingevoerd nadat de energiebesparingsstand is ingevoerd Voor de energiebesparingsstand en de slaapstand, zie “EPA ENERGY STAR” op de eerste pagina van deze handleiding.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 4 Selecteer “KLOKFUNCTIES” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk MACHINE INSTELLING 01.LADE FORMAAT 02.VERVOLGSCHERM 03.KLOKFUNCTIES 5 Selecteer de “AUTOM. RESET” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk TIMERS 1.AUTO CLEAR 2.AUTO POWER SAVE 3.AUTO SLEEP 6 Selecteer met de toetsen en de tijd van de “AUTOM. RESET” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Er kan worden gekozen uit de navolgende tijden.
2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “MACHINE-INSTELLING” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en STANDAARD INSTELLINGEN 01.MACHINE INSTELLING 02.KOPIE INSTELLING 03.FAX INSTELLEN 4 Selecteer “KLOKFUNCTIES” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk MACHINE INSTELLING 01.LADE FORMAAT 02.VERVOLGSCHERM 03.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 6 Selecteer met de toetsen en de tijd van de “AUTOMATISCHE ENERGIEBESPARING” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Er kan worden gekozen uit de navolgende tijden. (Eenheid: minuten) 1, 2, 3, 4, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 70, 80, 90, 100, 110, 120, 150, 180, 210, 240 KLOKFUNCTIES AUTOM. ENERGIE MODE: 15 240MIN 1MIN De tijd van de automatische energiebesparingsstand is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 5.
3 Selecteer “MACHINE-INSTELLING” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en STANDAARD INSTELLINGEN 01.MACHINE INSTELLING 02.KOPIE INSTELLING 03.FAX INSTELLEN 4 Selecteer “KLOKFUNCTIES” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk MACHINE INSTELLING 01.LADE FORMAAT 02.VERVOLGSCHERM 03.KLOKFUNCTIES 5 Selecteer “AUTOM. SLAAPSTAND” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en KLOKFUNCTIES 1.AUTOM. RESET 2.AUTOM. ENERGIE MODE 3.AUTOM.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN Instelling dag-/weekklokfunctie In deze paragraaf wordt beschreven hoe de dag-/weekklokfunctie wordt ingesteld. Gebruik de dag-/weekklokfunctie om de copier in te stellen, teneinde de slaapstand automatisch op een bepaald tijdstip te laten ingaan. U kunt de copier instellen voor het laten ingaan van de stand-by toestand wanneer de kantooruren beginnen en de slaapstand te laten ingaan wanneer het kantoor sluit. Voor iedere dag van de week kan de tijd worden ingesteld.
3 Selecteer “MACHINE-INSTELLING” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en STANDAARD INSTELLINGEN 01.MACHINE INSTELLING 02.KOPIE INSTELLING 03.FAX INSTELLEN 4 Selecteer “DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en MACHINE INSTELLING 02.VERVOLGSCHERM 03.KLOKFUNCTIES 04.DAG/WEEK KLOK FUNCTIE 5 Selecteer “AAN” met de toetsen de toets [ENTER]. en en druk vervolgens op DAG/WEEK KLOK FUNCTIE 1.UIT 2.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 8 Toets de tijd in waarop de stroomvoorziening moet worden uitgeschakeld en druk daarna op de toets [ENTER]. ZONDAG UIT TIJD: HH:MM 07:30 PM De tijd waarop de stroomvoorziening wordt in- of uitgeschakeld is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 6. 9 Stel de tijd in voor het dagelijks in- en uitschakelen van de stroomvoorziening volgens de stappen 6 t/m 8.
Aanpassing volume In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze het volume van het alarm, druktoetsvolume, belsignaalvolume en monitorvolume worden ingesteld. Opmerking Het menu voor deze instelling wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie is geïnstalleerd. Wanneer deze optie niet is geïnstalleerd kan alleen de druktoetstoon worden in- of uitgeschakeld. P.141 “Instelling druktoetstoon” 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en vervolgens op de toets [ENTER]. het gewenste volume en druk Van de navolgende onderdelen kan het volume worden ingesteld: Alarmvolume, druktoetsvolume, belsignaalvolume en monitorvolume Bijv.) Wanneer “ALARMVOLUME” wordt geselecteerd SPEAKER VOLUME 1.ALARM VOLUME 2.DRUKTOETS VOLUME 3.BELSIGNAAL VOLUME 6 Pas het volume aan met de toetsen op de toets [ENTER].
Instelling druktoetstoon In deze paragraaf wordt beschreven hoe de druktoetstoon kan worden in- en uitgeschakeld via het indrukken van de toetsen op het bedieningspaneel. Opmerking Het menu voor deze instelling wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie niet is geïnstalleerd. Wanneer deze optie is geïnstalleerd, kunnen alle volumes worden aangepast. P.139 “Aanpassing volume” 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer “AAN” of “UIT” met de toetsen volgens op de toets [ENTER]. en en druk ver- GELUIDSTERKTE DRUKTOETS 1.UIT 2.AAN Het scherm keert terug naar het menu in stap 4. 6 142 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling”. Instelling druktoetstoon (COPY).
Afdelingstoegangscode In deze paragraaf wordt beschreven hoe u in uw kantoor de kopieergegevens, de gegevens van Fax-transmissie/-ontvangst en de afdrukgegevens van iedere groep (afdeling) met behulp van het beheer van de afdelingstoegangscode kunt beheren en begrijpen. Wanneer het beheer van de afdelingstoegangscode is geactiveerd, wordt u op het scherm gevraagd, voordat u deze copier gebruikt, om uw afdelingstoegangscode in te voeren. Hierdoor wordt onbevoegd gebruik van deze copier voorkomen. P.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 4 Selecteer “AFDELINGSTOEGANGSCODE” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en MACHINE INSTELLING 04.DAG/WEEK KLOK FUNCTIE 05.SPEAKER VOLUME 06.AFDELINGS TOEGANGS CODE 5 Selecteer “JA” met de toetsen toets [ENTER]. en en druk vervolgens op de AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.JA 2.NEE 6 Selecteer “NIEUW” met de toetsen op de toets [ENTER]. en en druk vervolgens AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.HERSTEL OUDE DATA 2.
7 Toets de beheerdercodenaam in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. BEHEERDER CODE BEHEERDER CODE NUMMER: 01 INV. MASTER CODE NAAM(MAX20): Opmerkingen y Toets de beheerdercodenaam alleen in wanneer het extern toetsenbord (optie) is geïnstalleerd. y Maximaal 20 willekeurige tekens kunnen voor de beheerdercodenaam worden gebruikt. y De invoer van de beheerdercodenaam kan worden overgeslagen. Toets in dat geval geen beheerdercodenaam in, druk alleen op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 10 Voer de afdelingsnaam in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS TOEGANGS CODE PAGINA NUMMERS: 02 INVOER AFDELING NAAM(MAX20): SERVICE Opmerkingen y Toets de afdelingsnaam alleen in wanneer het extern toetsenbord (optie) is geïnstalleerd. y Maximaal 20 willekeurige tekens kunnen voor de afdelingsnaam worden gebruikt. y De invoer van de afdelingsnaam kan worden overgeslagen. Toets in dat geval geen afdelingsnaam in, druk alleen op de toets [ENTER].
Afdelingsnamen of -codes wijzigen In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze reeds geregistreerde afdelingsnamen of -codes kunnen worden gewijzigd. Toets in het invoerscherm voor de afdelingscode de beheerdercode in en ga vervolgens verder met de navolgende stappen. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer “JA” met de toetsen toets [ENTER]. en en druk vervolgens op de AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.JA 2.NEE 6 Toets het afdelingsnummer in waarvan u de instellingen wilt wijzigen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS TOEGANGS CODE VOER AFD. NUMMER IN (1-99): 2 Het onderstaande scherm wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven.
8 Voer een nieuwe afdelingsnaam in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS TOEGANGS CODE AFDELING NUMMER: 02 INVOER AFDELING NAAM(MAX20): SERVICE Opmerkingen y Toets de afdelingsnaam alleen in wanneer het extern toetsenbord (optie) is geïnstalleerd. y Maximaal 20 willekeurige tekens kunnen voor de afdelingsnaam worden gebruikt. y De invoer van de afdelingsnaam kan worden overgeslagen. Toets in dat geval geen afdelingsnaam in, druk alleen op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN Afdelingscodes verwijderen In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze reeds geregistreerde afdelingscodes kunnen worden verwijderd. Toets in het invoerscherm voor de afdelingscode de beheerdercode in en ga vervolgens verder met de navolgende stappen. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER].
5 Selecteer “JA” met de toetsen toets [ENTER]. en en druk vervolgens op de AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.JA 2.NEE 6 Toets het te verwijderen afdelingsnummer in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS TOEGANGS CODE VOER AFD. NUMMER IN(1-99): 2 Het onderstaande scherm wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven. DEPARTMENT CODE DEPARTMENT NUMBER: 02 Already assigned 7 Selecteer “VERWIJDEREN” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN Tellerstanden wissen In deze paragraaf wordt de wijze beschreven waarop tellerstanden, die het totaal aantal gekopieerde pagina's van iedere afdeling aangeven, worden gewist. Toets in het invoerscherm voor de afdelingscode de beheerdercode in en ga vervolgens verder met de navolgende stappen. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 Selecteer “JA” met de toetsen toets [ENTER]. en en druk vervolgens op de AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.JA 2.NEE 6 Toets het afdelingsnummer in waarvan u de tellerstand wilt wissen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Opmerking Door het afdelingsnummer van de beheerdercode (“01”) in te toetsen zullen de tellerstanden van alle afdelingsnummers gewist worden. AFDELINGS TOEGANGS CODE VOER AFD. NUMMER IN(1-99): 2 Het onderstaande scherm wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 9 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets (COPY). Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling”. Tellerstanden afdrukken In deze paragraaf wordt de wijze beschreven waarop de tellerstand van het totaal aantal gekopieerde pagina's van iedere afdeling, wordt afgedrukt. Opmerkingen y Tellerstanden, die moeten worden afgedrukt, behoren tot de afdeling die u heeft ingevoerd op het invoerscherm voor de afdelingscode.
4 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets (COPY). Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling”. Afdelingbeheer annuleren 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer “NEE” met de toetsen de toets [ENTER]. en en druk vervolgens op AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.JA 2.NEE 6 156 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling”. Afdelingstoegangscode (COPY).
Aangepast menu In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze de instelling van de aangepaste functie kan worden gewijzigd. De kopieerfunctie die is vastgelegd als aangepaste functie, kan snel opnieuw worden opgeroepen. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en de instelling die u wilt opslaan in het aangepast menu en druk vervolgens op de toets [ENTER]. De onderstaande kopieerfuncties kunnen worden opgeslagen: Afwerkfuncties, Dubbelzijdig, 2IN1/4IN1, Beeld schuiven, Twee pagina's en ID-kaart AANGEPAST MENU 4.BEELD SCHUIVEN 5.TWEE PAGINA'S 6.ID KAART Het onderdeel van het aangepast menu is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 4.
APS / AMS In deze paragraaf wordt beschreven hoe de basiskeuze tussen “Automatische papierselectie” en “Automatische zoomselectie” kan worden ingesteld. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en volgens op de toets [ENTER]. de basiskeuze en druk ver- APS: De automatische papierselectie wordt in eerste instantie geselecteerd. AMS: De automatische zoomselectie wordt in eerste instantie geselecteerd. NEE: Geen eerste selectie APS/AMS 1.APS 2.AMS 3.NEE De basiskeuze is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 4.
Afdrukinstelling In deze paragraaf wordt beschreven hoe de afdrukinstelling kan worden gewijzigd. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “KOPIE-INSTELLING” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk STANDAARD INSTELLINGEN 01.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en vervolgens op de toets [ENTER]. TEKST/FOTO: FOTO: TEKST: de afdrukinstelling en druk Originelen met zowel tekst als foto's Originelen met foto's Originelen met alleen tekst (of tekst en lijntekeningen) AFDRUK INSTELLING 1.TEKST/FOTO 2.FOTO 3.TEKST De afdrukinstelling is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 4.
Belichtingsaanpassing In deze paragraaf wordt beschreven hoe de instelling van de belichtingsaanpassing werkt. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “KOPIE-INSTELLING” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en de functie voor het aanpassen van de belichting en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AUTO: De copier meet de zwarting van een origineel en stelt automatisch de juiste belichting voor de kopie in. HANDMATIG: U kunt de zwarting van de kopie handmatig instellen. LICHT/DONKER 1.AUTO 2.
Afwerkfunctie In deze paragraaf wordt de wijze beschreven waarop de basisafwerkfunctie wordt ingesteld. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARDINSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en USER FUNCTIONS 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “KOPIE-INSTELLING” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk STANDAARD INSTELLINGEN 01.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en vervolgens op de toets [ENTER]. de basisafwerkfunctie en druk De onderstaande afwerkfuncties kunnen worden geselecteerd: SORTEREN, NIET SORTEREN, GEDRAAID SORTEREN en MAGAZINE SORT AFWERKING 2.SORTEREN 3.GEDRAAID SORTEREN 4.MAGAZINE SORT De basisafwerkfunctie is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 4.
Weergave melding instellen Wanneer u papier aanbrengt waarvan het formaat afwijkt van dat in de lade, moet het nieuwe papierformaat worden vastgelegd. Indien er vaak van papier wordt gewisseld, kan het menu voor het vastleggen van het papierformaat telkens wanneer de papierlade wordt gesloten, automatisch worden weergegeven. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN Indien “AAN” is geselecteerd, verschijnt er een melding wanneer de papierlade wordt gesloten. Indien u “PAPIERLADE-MELDING” op “AAN” zet, dan verschijnt er een melding wanneer de papierlade wordt gesloten. Leg in dat geval het papierformaat op de volgende manier vast. 1 Indien u papier aanbrengt waarvan het formaat afwijkt van dat van het eerder ingestelde papier, selecteer dan “JA”. Zo niet, selecteer “NEE”. Is het pap.formaat gewijzigd? 1.JA 2.
Verschillende lijsten afdrukken In deze paragraaf wordt beschreven hoe de lijst wordt afgedrukt om de onderstaande informatie te controleren. AFDELINGSTOEGANGSCODE: De afdelingstoegangscodes die zijn opgeslagen en de tellerstanden van iedere afdelingstoegangscode.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN 3 Selecteer met de toetsen en de lijst die u wilt afdrukken en druk vervolgens op de toets [ENTER]. LIJSTEN 1.AFDELINGS TOEGANGS CODE 2.FUNCTIE 3.SUPPLY BESTELLING Opmerkingen y “SUPPLY BESTELLING” wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie is geïnstalleerd. y “ITU POSTBUS” wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie is geïnstalleerd. y De “CONFIGURATIEPAGINA” en “NIC STATUSPAGINA” worden alleen weergegeven wanneer de netwerkprinter-optie is geïnstalleerd.
Menulijst afdrukken In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze de menulijst van de copier kan worden afgedrukt. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “MENULIJST” met de toetsen volgens op de toets [ENTER]. USER FUNCTIONS 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 04.MENULIJST en en druk ver- 1216 De menulijst wordt afgedrukt. Zie de navolgende pagina voor het afdrukvoorbeeld van de menulijst. P.
5 INSTELLINGEN VAN DE COPIER WIJZIGEN Weergave ROM-versie In deze paragraaf wordt beschreven hoe de productversie kan worden weergegeven. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “MACHINEREVISIES” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. USER FUNCTIONS 03.BASIS INSTELLINGEN 04.MENULIJST 05.MACHINE REVISIES en en druk 1216 De productversie van de copier wordt weergegeven.
STORINGZOEKEN 6. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe moet worden omgegaan met storingsmeldingen, hoe een papierstoring wordt opgeheven, hoe een tonercartridge wordt vervangen en hoe andere problemen moeten worden opgelost. Wanneer deze melding verschijnt .......................................................................174 Papierstoringen.....................................................................................................176 Plaats van de papierstoringen controleren................
6 STORINGZOEKEN Wanneer deze melding verschijnt Er verschijnt een melding wanneer er zich een probleem met de copier voordoet. Controleer de items in de onderstaande lijst en neem overeenkomstige tegenmaatregelen. Melding *** papierfout Sluit *** LADE * leeg Te veel pagina's Bel service Betekenis Deze melding verschijnt wanneer een origineel of een vel kopieerpapier is vastgelopen op de plaats die wordt aangegeven door “***”.
Melding Betekenis Actie Onbekende tonerpatroon De tonercartridge is niet correct geïnstalleerd. Er wordt een tonercartridge gebruikt welke niet door TOSHIBA wordt geadviseerd. Toner is leeg De toner in de tonercartridge is geheel verbruikt. Ongeldige afd.code De in het invoerscherm voor de afdelingstoegangscode ingevoerde afdelingstoegangscode is niet juist. Het ingebouwde geheugen van de copier is vol. Geheugenopslag is vol Verwijder pap.
6 STORINGZOEKEN Papierstoringen Plaats van de papierstoringen controleren Wanneer een origineel of een vel kopieerpapier in de copier is vastgelopen, stopt het kopieerproces en de navolgende melding verschijnt op het display om de plaatsen aan te geven waar het papier is vastgelopen. Pap. fout in mach. E41 Open zijklep van de copier. 1/ 6 Controleer de melding, verwijder het vastgelopen papier en druk vervolgens op de toets [START] om door te gaan met het kopiëren.
Wanneer papierstoringen regelmatig voorkomen Wanneer papierstoringen regelmatig voorkomen, is dit gewoonlijk het gevolg van een van de ondervermelde oorzaken. Controleer de navolgende zaken wanneer papierstoringen regelmatig voorkomen: y Originelen worden aangebracht die niet geschikt zijn voor het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie). P.
6 STORINGZOEKEN Papierstoringen in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie) 178 1 Til de hendel op en open vervolgens het bovendeksel. 2 Verwijder het vastgelopen origineel. 3 Draai aan de draaischijf om het vastgelopen origineel te verwijderen.
4 Open de doorvoergeleider. 5 Til de geleidingsplaat onder de doorvoergeleider op en verwijder vervolgens het vastgelopen origineel onder de geleidingsplaat. 6 Sluit de doorvoergeleider en sluit daarna het bovendeksel. Wanneer het automatische documentinvoersysteem wordt gebruikt, eindigt hier de werkwijze. Wanneer het automatische documentinvoersysteem met omkeerinrichting wordt gebruikt, gaat u met de navolgende werkwijze verder. 7 Open het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting.
6 STORINGZOEKEN 180 8 Open het omkeerdeksel en verwijder vervolgens het origineel. 9 Sluit het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting langzaam. 10 Til de hendel op en open vervolgens het bovendeksel. 11 Til de invoerklep voor originelen op en verwijder vervolgens het origineel onder de invoerklep.
12 13 Sluit de invoerklep voor originelen. Sluit het bovendeksel. Papierstoringen op de handinvoerbak 1 Trek het vastgelopen papier op de handinvoerbak eruit. Controleer het onderste gedeelte van de doorvoergeleider in het papierinvoergedeelte. Er kan papier vastgelopen zijn onder de doorvoergeleider achter de transporteenheid. Controleer of er papier is vastgelopen. P.
6 STORINGZOEKEN 1 Open de zijdeur. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de zijdeur. Papierstoring achter de transporteenheid Voorzichtig Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken tussen de copier en de zijdeur. Hierdoor kunt u letsel oplopen. 1 182 Open de zijdeur.
2 Trek, terwijl u de groene hendel omhoog houdt, de doorvoereenheid voorzichtig naar u toe en leg deze op de geopende zijdeur. 3 Verwijder het vastgelopen papier. Voorzichtig Zorg ervoor dat, bij het verwijderen van het vastgelopen papier, de fotogeleidingsdrum niet wordt aangeraakt. 4 Open de doorvoergeleider van het papierinvoergedeelte en controleer of er papier is vastgelopen onder deze geleider. Verwijder zo nodig het vastgelopen papier. 5 Sluit de transporteenheid en de zijdeur.
6 STORINGZOEKEN Papierstoringen in de fusereenheid Voorzichtig y Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken tussen de copier en de zijdeur. Hierdoor kunt u letsel oplopen. y Raak de fusereenheid of het metalen gedeelte rondom de fusereenheid niet aan. Dit kan brandwonden veroorzaken of letsel aan uw handen wanneer u het inwendige van de copier aanraakt. 1 Open de zijdeur en draai vervolgens de transporteenheid naar beneden.
3 Verwijder het vastgelopen papier. Trek het vastgelopen papier naar boven of naar beneden, zoals afgebeeld, afhankelijk van de plaats van het papier. Voorzichtig Zorg ervoor dat, bij het verwijderen van het vastgelopen papier, de fotogeleidingsdrum niet wordt aangeraakt. Naar boven trekken 4 Naar beneden trekken Breng de doorvoergeleider terug in zijn oorspronkelijke stand en sluit vervolgens de transporteenheid en de zijdeur.
6 STORINGZOEKEN 3 Sluit de papierinvoerdeur van de eenheid. Papierstoringen in de pedestal voor papierinvoer (optie) 186 1 Open de papierinvoerdeur van de pedestal voor papierinvoer. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de papierinvoerdeur van de pedestal voor papierinvoer.
Tonercartridge vervangen Wanneer er geen toner meer in de tonercartridge zit, verschijnt de navolgende melding op het display. Toner is leeg Open voordeurtje voorzijde rechts. 1/ 3 Vervang de tonercartridge door een nieuwe. Tip Wanneer er geen toner meer in de tonercartridge zit, verschijnt op het scherm de werkwijze om de tonercartridge te vervangen. Druk op de toetsen naar beneden te schuiven. en om de werkwijze naar boven en Waarschuwing Probeer nooit tonercartridges te verbranden.
6 STORINGZOEKEN Aanbevolen tonercartridges Voor een optimale printkwaliteit adviseren wij u de TOSHIBA tonercartridges te gebruiken. Indien u een door TOSHIBA geadviseerde tonercartridge gebruikt, kunt u kiezen uit de navolgende twee controlefuncties van dit onderdeel: Cartridgecontrolefunctie: Deze functie controleert of de tonercartridge op een juiste wijze is aangebracht en geeft aan wanneer dit niet het geval is.
1 Open het deksel aan de voorzijde. 2 Blijf de groene hendel ingedrukt vasthouden. 3 Trek de tonercartridge naar buiten. Waarschuwing Probeer nooit tonercartridges te verbranden. Dit kan een explosie veroorzaken.
6 STORINGZOEKEN 190 4 Schud de nieuwe tonercartridge goed, om de toner binnenin los te maken. 5 Trek het beschermlaagje aan het uiteinde van de cartridge eraf. 6 Trek de verzegeling in de richting van de pijl eruit.
7 Breng de tonercartridge aan via de geleiding. Opmerkingen y Controleer, voordat de tonercartridge wordt aangebracht, of de groene hendel weer omhoog staat en duw de hendel omhoog indien dit niet het geval is. y Duw de tonercartridge naar binnen totdat u een klik hoort. 8 Reinig de corona. Pak de reinigingsgreep van de corona vast en trek deze voorzichtig naar u toe totdat deze niet verder gaat. Duw de reinigingsgreep vervolgens weer zorgvuldig terug in zijn oorspronkelijke stand.
6 STORINGZOEKEN 9 192 Open de zijdeur. 10 Trek, terwijl u de groene hendel omhoog houdt, de doorvoereenheid voorzichtig naar u toe en leg deze op de zijdeur. 11 Verwijder de overdrachtcorona-reiniger uit het voorste opbergvak van de transporteenheid.
12 Veeg de overdrachtcorona met de overdrachtcorona-reiniger schoon. (1) Breng de overdrachtcorona-reiniger op het vooreinde van de overdrachtcorona aan. (2) Duw de reiniger tegen de voorste wand en controleer vervolgens of de reinigingsspons in contact komt met de overdrachtcorona. (3) Reinig de corona van het ene uiteinde naar het andere uiteinde, in twee heen en weer gaande bewegingen. (4) Verwijder, na de reinigingswerkzaamheden, de reiniger van het vooreinde van de overdrachtcorona.
6 STORINGZOEKEN Voordat de servicemonteur wordt gebeld Wanneer u tijdens het gebruik van deze copier een probleem tegenkomt, controleer dan de onderstaande onderwerpen. Algemene handelingen Verschijnsel De copier werkt helemaal niet. De copier reageert ook niet wanneer willekeurige toetsen worden ingedrukt. Gewoonlijke oorzaak Het snoer is niet goed aangesloten. De dag-/weekklokfunctie werkt en de copier bevindt zich in de slaapstand. Op het scherm verschijnt een melding.
Verschijnsel Gewoonlijke oorzaak Actie Functies kunnen niet worden ingesteld. Andere functies die niet tegelijk met de kopieerfuncties kunnen worden ingesteld, zijn ingesteld. Er is een andere afdelingstoegangscode dan de beheerdercode in het invoerscherm voor de afdelingscode ingevoerd. Een aantal functies kunnen niet gecombineerd worden ingesteld. P.
6 STORINGZOEKEN Aan originelen/kopieerpapier gerelateerde problemen Verschijnsel Gewoonlijke oorzaak Een origineel loopt vast. Er wordt een origineel gebruikt dat niet geschikt is voor de copier. Kopieerpapier loopt vast. Er wordt kopieerpapier gebruikt dat niet geschikt is voor de copier. Het formaat van het kopieerpapier dat in de lade zit of op de handinvoerbak ligt, is niet correct in de copier vastgelegd. Vastgelopen papier is getraceerd op een plek die u slecht kunt zien.
Problemen met de afdrukkwaliteit Verschijnsel De zwarting van de afdruk is niet voldoende. Gewoonlijke oorzaak De toner is op. De belichtingsinstelling is lichter ingesteld. De overdrachtcorona is vuil. De zwarting van de afdruk is te groot. De belichtingsinstelling is donkerder ingesteld. De afdruk vertoont vlekken. Het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie) of de afdekklep (optie) is niet volledig gesloten.
6 STORINGZOEKEN Verschijnsel De zwarting van de afdruk is in een horizontale richting ongelijk. Gewoonlijke oorzaak De overdrachtcorona is vuil. De afdruk ontbreekt gedeelte- Het formaat of de richting lijk. van het kopieerpapier en het origineel of de reproductiefactor is niet goed ingesteld. De inbindruimte is te groot. 198 De afdruk heeft zwarte strepen in een horizontale richting. Het scangebied of de geleiding vertoont vlekken. De corona is vuil.
ONDERHOUD EN CONTROLE 7. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de copier moet worden gereinigd om een zo goed mogelijke kopieerkwaliteit te kunnen waarborgen. Dagelijkse controle ...............................................................................................200 Reinigen van de corona ..................................................................................................................201 Overdrachtcorona reinigen.................................................................
7 ONDERHOUD EN CONTROLE Dagelijkse controle Om de de beste scankwaliteit te kunnen waarborgen, adviseren wij een wekelijkse reiniging van de navolgende onderdelen: Opmerkingen y Zorg ervoor dat de te reinigen onderdelen niet worden bekrast. y Gebruik geen oplosmiddelen zoals thinner of benzeen om de machine te reinigen. Dit zou vervorming of verkleuring kunnen veroorzaken. y Wanneer chemische reinigingssponzen worden gebruikt, let dan op de aanwijzingen die bij dat product horen. 2 3 4 1 1.
Reinigen van de corona Indien de binnenzijde van de corona vuil is, kunnen er vlekken op de afdruk verschijnen. Reinig de corona volgens de onderstaande werkwijze. 1 Open het deksel aan de voorzijde. 2 Reinig de corona. Pak de reinigingsgreep van de corona vast en trek deze voorzichtig naar u toe totdat deze niet verder gaat. Duw de reinigingsgreep vervolgens weer zorgvuldig terug in zijn oorspronkelijke stand. Herhaal deze werkwijze twee of drie keer.
7 ONDERHOUD EN CONTROLE Overdrachtcorona reinigen Wanneer de overdrachtcorona vuil is, kunnen hierdoor op de afdrukken witte vlakken of oneffenheden van de zwarting ontstaan of de zwarting van de gehele afdruk kan minder zijn. Reinig de overdrachtcorona volgens de onderstaande werkwijze. Voorzichtig Zorg er voor dat uw vingers niet beklemd raken tussen de copier en de zijdeur. Hierdoor kunt u letsel oplopen. 202 1 Open de zijdeur.
3 Verwijder de overdrachtcorona-reiniger uit het voorste opbergvak van de transporteenheid. 4 Reinig de overdrachtcorona met de overdrachtcorona-reiniger. 5 Plaats de overdrachtcorona-reiniger in het opbergvak en sluit vervolgens de transporteenheid. 6 Sluit de zijdeur. (1) Breng de overdrachtcorona-reiniger op het vooreinde van de overdrachtcorona aan. (2) Duw de reiniger tegen de voorste wand en controleer vervolgens of de reinigingsspons in contact komt met de overdrachtcorona.
SPECIFICATIONS AND OPTIONS 8. e-STUDIO167/207/237 Specifications..................................................................206 Continuous copying speed..............................................................................................................207 Specifications of Options.....................................................................................208 Packing List...........................................................................................................
8 SPECIFICATIONS AND OPTIONS e-STUDIO167/207/237 Specifications Model name Type Original glass Printing (copying) system Developing system Fusing method Photosensor type Original scanning system Original scanning sensor Scanning light source Resolution Scanning Writing Acceptable originals Acceptable original size Acceptable copy Drawer paper size Bypass Acceptable copy paper weight DP-1670/2070/2370 Desktop type Fixed Indirect electrophotographic method 2-component magnetic brush developing 2 halogen la
Continuous copying speed sheets/min. Paper size A4, A5-R*1, B5, LT, ST-R*1 A4-R, B5-R, LT-R B4, FOLIO, LG, COMP, 13"LG A3, LD Feeder e-STUDIO167 e-STUDIO207 e-STUDIO237 Drawer Bypass tray Drawer Bypass tray Drawer Bypass tray Drawer Bypass tray 16 16 15.5 15.5 13 13 11 11 20 20 15.5 15.5 13 13 11 11 23 23 17.5 17.5 15 15 12.5 12.5 *1 A5-R and ST-R can be placed only on the bypass tray.
8 SPECIFICATIONS AND OPTIONS Specifications of Options Reversing Automatic Document Feeder Model name MR-3019 Copy sides 1-side, Duplex Number of originals (A4) 100 originals (50 - 80 g/m2) or 16 mm or less in height (more than 80 g/m2) Feeding speed 45.5 - 182 mm/s Acceptable originals A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP (A5 and ST size are not acceptable.
Paper Feed Pedestal Model name KD-1022 Acceptable paper size A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP (A5, ST and non-standard size are not acceptable.) Paper weight 64 - 80 g/m2 Maximum capacity 500 sheets (80 g/m2) Dimensions 623 mm (W) x 657 mm (D) x 367 mm (H) Weight Approx. 26.0 kg Drawer Module Model name MY-1028 Acceptable paper size A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP (A5, ST and non-standard size are not acceptable.
8 SPECIFICATIONS AND OPTIONS Packing List Packing list Operator’s Manual Power cable Photoconductive drum Set-up report CD-ROM (2 pcs.
No No No No *2 Yes Job build 2in1/4in1 ID card XY zoom Job memory No Book > 2 No Yes 2>1 Split Annotation Yes Yes 2>2 Duplex 1>2 Duplex Dual page Duplex Yes 1>1 Simplex No Yes Paper type Magazine sort Edge erase No No Alternation Yes Yes Sort Image shift Finishing *1 Mixed original sizes Non-sort Mixed original sizes Already setting Next setting Yes Yes No No Yes No No No No No No Yes Yes Yes Yes Yes Yes Yes No Non-sort Yes Yes Yes Yes Yes
212 Copying Function Combination Matrix No No Yes Yes 2in1/4in1 ID card XY zoom Job memory Yes Yes No No No No No No No No Yes Yes Yes Yes No No Yes *1 No Annotation Yes *2 No No No No No Yes Yes Yes Yes Yes Yes Yes No Yes Yes Yes No Job build Yes *2 No No No No No No No No Yes Yes Yes Yes No Yes Yes *1 No 2in1/4in1 Yes *3 No No No No No No No No Yes Yes Yes Yes No Yes Yes *1 No ID card Yes No No No Yes Yes Yes
List Print Format Department code list D E PA R T M E N T C O D E L I S T PAGE TIME TEL NUMBER NAME DEPT NBR D D D D 01 02 03 99 NAME DEPT CODE XXXXXXXXXX XXXXXXXXXX XXXXXXXXXX XXXXXXXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX : : : : 001 10-04-2006 09:30 XXX-XXX-XXXX XXXXXXXXXX COPY PGS TX PGS RX PGS Print PGS XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX Function list XXXXX XXXXXX XXXXX XXXXXX FUNCTION PAGE TIME TEL NUMBER NAME AVAILABLE MEMORY GENERAL SETTING DRAWER SIZE DRAWER 1 BYPASS WALKUP SCRE
8 SPECIFICATIONS AND OPTIONS Supply notice list SUPPLY NOTICE FORM S E T U P I N F O R M AT I O N DESTINATION SETUP : XXX-XXX-XXXX DATE & TIME : 10-04-2006 CUSTOMER NUMBER : XXX-XXX-XXXX SHIP TO NAME : XXXXXXXXXX S H I P TO A D D R E S S : XXXXXXXXXX CONTACT NAME : XXXXXXXXXX CONTACT TEL NUMBER : XXX-XXX-XXXX 09:30 e-STUDIO 167/207 Series MACHINE NAME : XXXXXXXXXX FAX NUMBER : XXX-XXX-XXXX Mailbox list MAILBOX/RELAY BOX REPORT PAGE TIME TEL NUMBER NAME : : : : 001 10-04-2006 09:30
Configuration page list C O N F I G U R AT I O N PAG E S/N F/W Ver.
8 SPECIFICATIONS AND OPTIONS Menu list MENU LIST (PROGRAM) PAGE TIME TEL NUMBER NAME 01.DEFAULT SETTINGS 01.GENERAL SETTING 01.DRAWER SIZE 02.WALKUP SCREEN 03.TIMERS 04.WEEKLY TIMER 05.SPEAKER VOLUME 06.DEPARTMENT CODE 02.COPY SETUP 01.MENU CUSTOMIZE 02.APS/AMS 03.IMAGE MODE 04.LIGHT/DARK 05.FINISHING 03.FAX SETUP 01.LINE MONITOR 02.RECEIVE INTERVAL 03.ECM 04.DOCUMENT MODE 05.DIAL TYPE 06.REDIAL MODE 07.RECEPTION MODE 08.MEMORY TX 09.
INDEX Numerics D 2IN1/4IN1 ..........................................85, 107 Dagelijkse controle ....................................200 DATA LED ..................................................34 Datum en tijd ............................................123 Datuminstelling .........................................125 Deksel voorzijde ..........................................29 Dik papier ............................................ 38, 61 Doorgaan ...................................................
K Kenmerken ................................................ 17 Keuzetoets ................................................. 84 Klokinstelling ............................................ 123 Knop Annuleren .......................................... 34 Kopieermenu .............................................. 84 Kopieerpapier .......................................38, 39 Kopieerpapier aanbrengen ........................... 38 Kopieerproces stoppen ................................ 59 Kopieopvangbak ........
U USB-terminal .............................................. 30 USER FUNCTIONS toets ............................ 32 V Vastleggen papierformaat geplaatst op de handinvoerbak .................................... 61 Vastleggen van het formaat van het kopieerpapier ..................................... 48 VERPL. BEELD ....................................85, 90 Verschillende formaten kopiëren - mixed-size 74 Voordat de servicemonteur wordt gebeld .....
220 INDEX
DP-1670/2070/2370 OME06016600
In deze handleiding worden specifieke functies van uw machine uitgelegd en vindt u aanwijzingen voor het verhelpen van eventuele storingen en fouten. Op de Documentatie cd-rom, welke bij het apparaat wordt geleverd, staan diverse handleidingen waarin alle functieonderdelen worden uitgelegd. Bezoek ook onze website www.toshibatec.nl hierop is diverse informatie te vinden; zoals diverse documentatie, Nederlandse printerdrivers en FAQ’s.