Operation Manual

5. HET OPLOSSEN VAN FOUTEN DUTCH VERSION NO1-33058
5.2 Mogelijke problemen
N5- 3
5.1 Foutmeldingen (Voorbeeld)
Foutmeldingen Problemen/Oorzaken Oplossingen
RFID WRITE ERROR Na een vast aantal pogingen slaagde de
printer er niet in gegevens weg te
schrijven op RFID kaart.
Druk op de [RESTART] toets.
RFID ERROR De communicatie met de RFID module is
mislukt.
Zet de printer af en aan.
SYNTAX ERROR De printer ontvangt een onjuist
commando, bijvoorbeeld, een
uitvoercommando, terwijl hij zich in
download mode bevindt voor een upgrade
van firmware.
Zet de printer af en aan.
Other error messages Hardware of software problemen hebben
zich voorgedaan.
Zet de drukker af en aan. Indien het
probleem hiermee niet opgelost is, zet u de
printer af en stelt u zich in verbinding met
uw Toshiba TEC verdeler.
5.2 Mogelijke problemen
In dit deel vindt u een beschrijving van de problemen die zich kunnen tijdens het gebruik van de printer, hun
oorzaak en hun oplossing.
Mogelijke problemen Oorzaken Oplossingen
1. Het voedingsnoer is niet aangesloten. 1. Sluit het voedingsnoer aan.
2. Het stopcontact is niet goed. 2. Ga na of er stroom is met een ander
toestel.
De printer gaat niet
aan.
3. De zekering is gesprongen of de
stroomkring werd onderbroken.
3. Controleer de zekering of de
stroomkring.
1. De media is niet goed geladen. 1. Laad de media zoals het hoort.
Deel 2.4.
De media voert niet
door.
2. De printer bevindt zich in fout. 2. Los de fout van het scherm op. (Zie
Deel 5.1 voor meer informatie)
Drukken op de
[FEED] terwijl de
printer zich in
standaardmode
bevindt, veroorzaakt
een fout.
Er werd een poging gedaan tot voeding of
uitvoer buiten de onderstaande
standaardvoorwaarden:
Sensortype: voedingsholtesensor
Printmethode: Thermische transfer
Media pitch: 76.2 mm
Pas de printvoorwaarden aan d.m.v. de
printer driver of een printcommando in
functie van uw printvoorwaarden. Druk op
de [RESTART] toets om de foutstatus op
te heffen.
1. De media is niet goed geladen. 1. Laad de media zoals het hoort.
Deel 2.4.
2. Het lint is niet goed geladen. 2. Laad het lint zoals het hoort.
Deel 2.5.
3. De drukkop is niet goed geïnstalleerd. 3. Installeer de drukkop zoals het hoort en
sluit het blok.
De media wordt niet
geprint.
4. Het lint en de media zijn niet voor
elkaar bestemd.
4. Kies een lint dat past bij de media die
gebruikt wordt.
1. Het lint en de media zijn niet voor
elkaar bestemd.
1. Kies een lint dat past bij de media die
gebruikt wordt.
De afdruk is niet
keurig.
2. De drukkop werd niet gereinigd. 2. Reinig de drukkop met behulp van de
drukkopreininger of een katoenstaafje
die licht bevochtigd werd met ethyl
alcohol.