Operation Manual
2. INSTELLING VAN DE PRINTER DUTCH VERSION NO1-33058
2.9 Instelling van werkomgeving
N2-30
2.9.1 Parameterinstelling
(vervolg)
(28) Achterwaartse Aanvoersnelheid
Deze parameter bepaalt de snelheid van een achterwaartse aanvoer.
In afpelmode kan de achterwaartse aanvoersnelheid van 3”/sec.
aanleiding geven tot een te kleine aanvoerhoeveelheid ten gevolge van
een gebrek aan torsie, de gladheid van de media, enz. Beperk in dat geval
de achterwaartse aanvoersnelheid tot 2”/sec. om de aanvoerhoeveelheid
van de media te verhogen..
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer “<2>PARAMETER SET”
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
(29) Maxi Code
Deze parameter bepaalt welke type Maxi Code van toepassing is.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer “<2>PARAMETER SET”
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
<2>PARAMETER SET
BACK SPEED STD
BACK SPEED STD
BACK SPEED LOW
[RESTART]
[FEED]
STD: 3 inch/sec.
LOW: 2 inch/sec.
<2>PARAMETER SET
MAXI CODE TYPE1
MAXI CODE TYPE1
MAXI CODE TYPE2
[RESTART]
[FEED]
TYPE 1: in overeenstemming met
de B-X reeks
TYPE 2: in overeenstemming
met aan huis leveringsbedrijven