Operation Manual

2. INSTELLING VAN DE PRINTER DUTCH VERSION NO1-33058
2.9 Instelling van werkomgeving
N2-22
2.9.1 Parameterinstelling
(vervolg)
(13) Controlecode
Met deze parameter wordt een controlecode gekozen.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer “<2>PARAMETER SET”
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
Bij het kiezen van “CODE MANUAL” zal het indrukken van de
[PAUSE] toers ervoor zorgen dat het scherm voor de instelling van de
controlecode’s 1 tot 3 op de LCD verschijnt.
Druk op de [PAUSE] toets na de instelling van controlecode 1 om het
scherm voor de instelling van controlecode 2 te bekomen. Druk opnieuw
op de [PAUSE] toets na de instelling van controlecode 2 om het scherm
voor de instelling van controlecode 3 te bekomen.
Druk op de [PAUSE] toets na de instelling van controlecode 3 en het
scherm voor de instelling van de afpel wachtstatus (zie punt 14)
verschijnt.
CONTROL CODE1
CONTROL CODE2
CONTROL CODE3
[PAUSE]
[PAUSE]
<2>PARAMETER SET
CONTROL CODE1 1B
[RESTART]
[FEED]
CONTROL CODE1 FF
CONTROL CODE1 FE
CONTROL CODE1 01
CONTROL CODE1 00
CONTROL CODE1 FD
CONTROL CODE1 02
<2>PARAMETER SET
CODE AUTO
CODE AUTO
CODE ESC,LF,NUL
[RESTART]
[FEED]
CODE{|}
CODE MANUAL
Automatische keuze
Manuële keuze
Manuële keuze
Controlecode moet
gespecifieerd worden.