Operation Manual
2. INSTELLINGEN VAN DE PRINTER DUTCH VERSION NO1-33089
2. INSTELLINGEN VAN DE PRINTER
N2- 1
2. INSTELLINGEN VAN DE PRINTER
In dit deel leest u hoe u de printer voor gebruik kunt instellen. Hier vindt u ook de voorzorgsmaatregelen,
werkwijzen voor het laden van media en linten, het aansluiten van kabels, het instellen van de printvoorwaarden
en hoe u een printtest on line kunt uitvoeren.
Referentie Werkwijze Instellingsoverzicht
Lees eerst de veiligheidsvoorschriften in
deze handleiding en plaats de printer op een
ve
ili
g
e
n
s
ta
b
i
e
l
oppe
r
v
lak
.
Installatie
2.1 Installatie
Sluit het voedingsnoer aan met de printer en
vervolgens met een stopcontact.
Laad de etiketten.
Regel de positie van de voedingsholtesensor
of zwarte stip sensor in functie van de media
die zal
g
e
p
rint worden.
Laad het lint in geval van thermische transfer
p
rinting.
Sluit de printer aan met een host computer of
een netwerk.
Instelling van de printe
r
parameters in
“System Mode”.
Aansluiting voedingsnoe
r
Laden van de media
Printer Instellingen
Instelling positie mediasenso
r
Laden van het lin
t
Aansluiting met de compute
r
Voer een printtest uit onder de juiste
p
rintvoorwaarden en controleer het
p
rintresultaat.
Prin
t
tes
t
2.2 Aansluiting van de
voedingsnoer
2.3.1 Het Laden Van Papier
2.3.1 Het Laden Van Papier
2.3.2 Laden Van Het Lint
2.4 Aansluiting van de
kabels met de printer
2.6 P
r
inter Instellingen
2.8 Print test
Manuele instelling
printstartpunt
Installeer de printer driver indien nodig op de
host computer.
Installatie van de printer drive
r
2.7 Installatie van de Printer
Driver
Stel het printstartpunt automatisch in, indien
het printstartpunt van voorgedrukte etiketten
niet juist kan gedetecteerd worden.
Indien het printstartpunt niet juist kan
gedetecteerd worden na het uitvoeren van
een automaische instelling van het startpunt,
voer dan een manuele instelling uit.
2.10 Instelling
printstartpositie
2.10 Instelling
printstartpositie
Zet de printer onder spanning.
Schakelaar aanzetten
2.5 Het aan en afzetten van
de drukker
Fijne instelling positie en
printintensiteit
Pas de printstar
t
-, snij/afpelpositie, de
p
rintintensiteit, enz., indien nodig aan.
2.9 Fijne instelling
printpositie en
printintensiteit.
Automatische instelling
printstartpunt