Form No. 3422-219 Rev A Multi Pro® 1750 spuitmachine Modelnr.: 41188—Serienr.: 401381101 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Inleiding Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Deze machine is specifiek bedoeld voor het sproeien van gras, door deskundige aannemers, voor bedrijfsmatige toepassingen. Het systeem is met name ontworpen voor sproeien op goed onderhouden gazons in parken, golfbanen en sportvelden.
Na gebruik ........................................................... 38 Veiligheid na het werk ....................................... 38 De spuitmachine reinigen ................................. 38 Onderhoud .............................................................. 44 Veiligheid bij onderhoud.................................... 44 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 45 Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 46 Aantekening voor speciale aandachtsgebieden.............
Veiligheid De vloeistofstroommeter reinigen ..................... 66 De kleppen van de spuitmachine reinigen ......................................................... 66 Stalling .................................................................... 76 Het spuitsysteem gebruiksklaar maken............. 76 De onderhoudsprocedures uitvoeren................ 76 De motor en de accu voorbereiden ................... 76 De machine klaarmaken ................................... 77 Problemen, oorzaak en remedie .......
beschreven. Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij elk werktuig is geleverd voor aanvullende veiligheidsinstructies. veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel. U vindt bijkomende veiligheidsinformatie op de betreffende plaatsen in deze handleiding.
decal125-4129 125-4129 1. Linkerspuitboom 3. Rechterspuitboom 2. Middelste spuitboom decal125-4125 125-4125 1. Gas-/snelheidsblokkering in-/uitschakelen 3. Schuimmarkeerders in-/uitschakelen (optioneel) 2. Sonische spuitboom (optioneel) decal125-6694 125-6694 1. Locatie bevestigingspunt decal133-5619 133-5619 decal125-4128 125-4128 1. Linkerspuitboom omhoog-/omlaagbrengen 4. Motor – Lopen 2. Rechterspuitboom omhoog-/omlaagbrengen 5. Motor – Uitschakelen 3.
decal137-4289 137-4289 1. Schakelhendel 2. Differentieelvergrendeling inschakelen 3. Differentieelvergrendeling uitschakelen 4. Claxon decal127-3935 127-3935 5. Koplampen IN-/UITschakelen 6. Sonische spuitboom – AAN 3.
decal127-3937 127-3937 1. Waarschuwing – niet betreedbaar. 3. Risico om gegrepen te worden, riem – blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 2. Waarschuwing – blijf uit de buurt van hete oppervlakken. decal127-3939 127-3939 1. Waarschuwing – lees de 3. Gevaar van Gebruikershandleiding; snijwonden/amputatie draag altijd een – hou uw armen en benen veiligheidsgordel wanneer altijd binnen de omtrek u de machine gebruikt; laat van de machine.
decal127-3942 127-3942 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. 6. 7,5 A 2. 10 A – Contactslot 3. 15 A – Spuitboom 7. 7,5 A 8. 2 A – TEC 4. 15 A – Koplampen 9. 30 A – Spoeltank decal127-6981 127-6981 1. Omloop-retourstroom 3. Werking spuitboom 2. Stroom 5. 7,5 A decal127-6976 127-6976 1. Verminderen 2. Verhogen decal127-6982 127-6982 1. Omloop-retourstroom 2. Werking spuitboom decal127-6979 127-6979 1. Pomp-retourstroom 3. Mengstroom 2.
decal130-8293 130-8293 1. Spuitmachine uit 5. Versnellen 2. Spuitmachine aan 6. Vertragen 3. Motor aan 7. Mengen aan 4. Motor uit 8. Mengen uit decal133-0382 133-0382 1. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie over onderhoud.
decal127-3941 127-3941 1. Waarschuwing – gebruik de machine niet zonder de nodige training; lees de Gebruikershandleiding. 4. Gevaar op elektrocutie, bovengrondse elektrische leidingen – controleer het werkterrein op bovengrondse elektrische leidingen voordat u begint te werken. 2. Waarschuwing – houd omstanders uit de buurt tijdens het gebruik van de machine. 5. Waarschuwing – Stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u de machine verlaat. 6.
Montage Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Startsleutel Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding van de motor Instructiekaart onderdelencatalogus Instructiemateriaal voor gebruiker Schermfilter Hoeveelheid Gebruik 2 1 1 1 1 2 Lees de handleidingen en bekijk het instructiemateriaal voordat u de machine in gebruik neemt. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
1 Montage van de anti-overloopaansluiting 3. Monteer de slangadapter in de snelkoppeling (Figuur 3). 4. Zet de slangadapter vast door de hendels naar de adapter te draaien en de hendels vervolgens te borgen met de R-pennen (Figuur 3). 5. Installeer de anti-overloopslang via de grote opening van de beugel en op het geribde uiteinde van de elleboogfitting van 90° (Figuur 3).
B. Indien dit niet het geval is, moet u de contramoer aandraaien om de veren samen te drukken tot 4 cm. g035648 Figuur 4 1. Veer van het spuitboomscharnier 3. Afmeting samengedrukte veer – 4 cm 2. Contramoer 4. Herhaal deze procedure voor elke veer op beide spuitboomscharnieren. 5. Zet de spuitbomen kruiselings over elkaar in de transportstand. Zie De spuitbomen positioneren (bladz. 37) voor meer informatie.
Algemeen overzicht van de machine g033285 Figuur 5 1. Rolbeugel 4. Klepverdelers 7. Regelcilinder spuitboom 10. Linkerspuitboom 2. Anti-overloopaansluiting 5. Rechterspuitboom 8. Mengdosisklep 11. Brandstoftank 9. Drukfilter 12. Parkeerrem 3. Deksel van chemicaliëntank 6.
g033286 Figuur 6 1. Rechterspuitboom 4. Schoonwatertank 2. Transporthouder van spuitbomen 5. Bestuurdersstoel 3.
Bedieningsorganen g204239 Figuur 7 1. InfoCenter 6. Schakelhendel 11. Opwindknop van slanghaspel (optioneel) 16. Begrenzerschakelaar (dosis) 2. Schakelaar voor de schuimmarkeerder (optioneel) 7. Choke 12. Mengschakelaar 17. Hoofdschakelaar van de spuitbomen 3. Drukmeter 8. Schakelaar van koplampen 13. Spuitdrukschakelaar 4. Motorschakelaar 9. Differentieelvergrendeling 5. Schakelaars linker-, mid10. Schakelaar van sonische delste en rechterspuitboom spuitboom (optioneel) 18.
Gaspedaal VOORZICHTIG Versleten of verkeerd afgestelde remmen kunnen lichamelijk letsel veroorzaken. Het gaspedaal (Figuur 8) biedt de bestuurder de mogelijkheid de rijsnelheid van de spuitmachine te regelen. Als u het pedaal intrapt, verhoogt u de rijsnelheid. Als u het pedaal laat opkomen, vermindert de snelheid van de machine en verlaagt het toerental van de motor naar stationair.
Schakelaar van gas/toerentalbegrenzer Opmerking: Omdat de heuvelassistentie de spuitmachine slechts tijdelijk tegenhoudt, mag u deze functie niet gebruiken in plaats van de parkeerrem. Als de schakelhendel in de NEUTRAALSTAND staat, kunt u met behulp van het gaspedaal het motortoerental verhogen; vervolgens drukt u de schakelaar onder het InfoCenter naar voren om de motor af te stellen op dat toerental.
Schakelaar voor gebruiksdosis De schakelaar voor de gebruiksdosis bevindt zich op het bedieningspaneel aan de rechterkant van de bestuurdersstoel (Figuur 7). U moet de schakelaar naar voren drukken en ingedrukt houden om de druk in het spuitsysteem te verhogen of naar achteren drukken en ingedrukt houden om de druk te verminderen. Begrenzerschakelaar (dosis) De regelschakelaar bevindt zich op het bedieningspaneel aan de rechterkant van de bestuurdersstoel (Figuur 7).
Drukmeter machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met uw erkende Toro dealer. De drukmeter bevindt zich op het bedieningspaneel (Figuur 7). Deze meter toont de druk van de vloeistof in het systeem in psi en kPa. Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen.
Gebruiksaanwijzing • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Bewaar de machine en het brandstofvat niet afgesloten ruimte. op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
• Houd u aan de instructies van de fabrikant voor het • • • • • • • • • • kan u verzoeken dagelijks andere controles uit te voeren. Vraag daarom welke controles u moet uitvoeren. veilig gebruik van de chemische stof. Overschrijd de aanbevolen systeembedrijfsdruk niet. De machine niet vullen, kalibreren of reinigen wanneer er mensen, in het bijzonder kinderen, of huisdieren in de buurt zijn. Zorg voor een goede ventilatie van de ruimte waar u werkt met chemische stoffen.
Opmerking: Vervang versleten of beschadigde banden. 4. Vul de benzinetank tot ongeveer 2,5 cm vanaf de bovenkant van de tank (de onderkant van de vulbuis). Brandstof bijvullen Opmerking: Deze lucht geeft de brandstof in de tank ruimte om uit te zetten. Vul de brandstoftank niet te vol.
De spuitmachine gebruiksklaar maken Een spuitdop selecteren Opmerking: Raadpleeg de selectiegids met spuitdoppen die verkrijgbaar is bij uw erkende Toro verdeler. De spuitdoppenhouders zijn geschikt voor de 3 verschillende spuitdoppen. Kiezen van de gewenste spuitdop: 1. 2. Parkeer de veldspuit op een gelijke ondergrond, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking.
van chemische producten of oplossingen met een viscositeit gelijkwaardig met die van water.
Gebruik de spuitdopfiltertabel om na te gaan welk gaas u dient te gebruiken voor uw spuitdoppen op basis van chemische producten of oplossingen met een viscositeit gelijkwaardig met die van water.
Opmerking: Het tankdeksel bevindt zich midden op de tank. Om dit te openen, moet u de voorste helft van het deksel naar links draaien en open klappen. U kunt de zeef aan de binnenzijde verwijderen om deze te reinigen. Om de tank af te sluiten, moet u het deksel dichtdoen en de voorste helft van het deksel naar rechts draaien. 6. Giet ongeveer ¾ van de benodigde hoeveelheid water in de spuittank via de anti-overloopaansluiting. Belangrijk: U moet de tank altijd vullen met schoon water.
De tankbanden controleren 1. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de tankbanden. Vul de spuittank van de spuitmachine met schoon water. Opmerking: Zorg dat er genoeg water in de tank is om de kalibratie te voltooien. Belangrijk: De bevestigingen van de tankbanden 2. Stel de parkeerrem in werking en start de motor. te vast aandraaien kan vervorming en beschadiging van de tank en banden veroorzaken. 3. Zet de pompschakelaar op AAN en zet de mengschakelaar op aan.
B. Ga naar het kalibratiemenu door de rechterselectieknop van het InfoCenter in te drukken. C. Selecteer FLOW CAL en druk op de rechterselectieknop van het InfoCenter. D. In het volgende scherm voert u de gekende hoeveelheid water in die uit de spuitbomen zal worden gesproeid voor de kalibratieprocedure; raadpleeg de onderstaande tabel. E. 2. 1. Vul de tank met schoon water. 2. Duid op een open, vlak terrein een afstand van 45 tot 152 m aan.
4. Zet de 3 spuitboomschakelaars op AAN, maar laat de hoofdschakelaar van de spuitbomen uit. 5. Zet de pompschakelaar op AAN en zet de mengschakelaar op aan. 6. Druk het gaspedaal in tot u het maximale toerental bereikt en zet de gasblokkering op AAN. 7. Ga in het InfoCenter naar het kalibratiemenu en selecteer TEST SPEED. g028047 Figuur 22 Opmerking: U kunt op elk moment het 8. 9. pictogram van het hoofdscherm selecteren om de kalibratie te annuleren. 1.
g214029 Figuur 23 1. Open g028049 3. Tussenstand Figuur 24 2. Gesloten (0) 1. Mengomloopklep De mengomloopklep kalibreren 12. Onderhoudsinterval: Jaarlijks Belangrijk: Gebruik indien mogelijk geen teruggewonnen water (grijs water) in de spuittank. 2. Omloop van spuitboomhoofdschakelaar Druk de pompschakelaar naar de stand UIT, zet de gashendel op STATIONAIR en draai de contactschakelaar naar de stand UIT.
• Spuit niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt, of als de rand afbrokkelt. • Neem gas terug en verminder de lading als u moet rijden op oneffen terrein en vlak langs wegranden, kuilen en andere onverwachte veranderingen in het terrein. De lading kan gaan schuiven waardoor de machine haar stabiliteit verliest.
Veiligheid van de rolbeugel Opmerking: Voor elke machine in deze Gebruikershandleiding geldt dat een door Toro gemonteerde cabine een rolbeugel betreft. • De rolbeugel niet van de machine verwijderen. • Bevestig de veiligheidsgordel en zorg ervoor dat u deze snel kunt losmaken in een noodgeval. Draag altijd uw veiligheidsgordel als de rolbeugel omhoog staat of op een machine met een door Toro gemonteerde cabine. • Controleer grondig of er boven de machine obstakels zijn en zorg ervoor dat u deze niet raakt.
rijdt. Als de lading gaat schuiven, kan de machine omslaan. Gebruik van de machine Motor starten 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, steek het sleuteltje in het contact en draai het rechtsom naar de stand LOPEN. 2. Druk het koppelingspedaal in en zet de schakelhendel in de NEUTRAALSTAND . 3. Zorg ervoor dat de pompschakelaar op UIT staat. 4. Als de motor koud is, trekt u de chokeknop omhoog.
5. bent, reinigt u de tank. Voer deze drie stappen achtereenvolgens uit om schade aan de spuitmachine te voorkomen. Zo kunt u beter chemische stoffen niet 's avonds in de tank gieten en mengen en pas de volgende ochtend gaan spuiten. Hierdoor bestaat de kans dat de chemische stoffen worden gescheiden, hetgeen schade kan toebrengen aan de onderdelen van de spuitmachine. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk start.
Heffen van de buitenste spuitbomen tot de transportstand te mengen, moet u de pomp ingeschakeld hebben en de motor hoger dan stationair laten lopen. Als de machine stilstaat en menging nodig is: stel de parkeerrem in werking, druk het gaspedaal geheel in, zet de vergrendeling van het gas op AAN. 1. Breng de spuitbomen omlaag. 2. Zet de spuitpompschakelaar AAN. 3. Zet de hoofdschakelaar van de spuitbomen UIT en zet de 3 spuitboomschakelaars AAN. 4.
• Stal de machine of het brandstofvat nooit in de achterkant van de machine te rusten. Hoewel de spuitbomen hierbij geen schade oplopen, dienen zij onmiddellijk te worden teruggeplaatst in de transporthouder. • Belangrijk: De spuitbomen kunnen beschadigd raken als zij niet gekruist worden getransporteerd in de transporthouder. • Om de spuitbomen terug te plaatsen in de transporthouder, moet u ze neerlaten in de spuitstand en vervolgens weer omhoogbrengen in de transportstand.
4. Plaats de opvangbak onder het uiteinde van het ventiel en draai de hendel van het ventiel linksom naar de open stand (Figuur 27). 5. Als de tank volledig leeggelopen is, draait u het de handgreep van het aftapventiel dicht en monteert u het ventiel op de beugel (Figuur 27). Belangrijk: Voer chemicaliën uit de spuittank af volgens de plaatselijk geldende voorschriften en de instructies van de fabrikant van het materiaal. 8. Controleer of alle spuitdoppen naar behoren werken. 9.
spuitpomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 2. Plaats een opvangbak onder het drukfilter (Figuur 30). g033577 Figuur 28 1. Zuigslang 2. Borgclip 3. Verwijder de slang en de slangfitting van de behuizing van de zuigkorf (Figuur 28). 4. Trek de zuigkorf uit zijn behuizing in de tank (Figuur 29). g033293 Figuur 30 1. Filterkop 4. Pakking (aftapplug) 2. Pakking (bak) 5. Aftapdop 3. Filterelement 6. Bak 3.
De optionele spuitdopfilters reinigen 1. 2. u merkt dat een spuitdop/spuitdoppen druppelt/druppelen nadat de spuitboomschakelaar(s) is/zijn uitgeschakeld. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de spuitpomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 1. Draai de dop van het membraan linksom en neem de dop van de spuitdopbehuizing (Figuur 32). Neem de spuitdop uit de houder Figuur 31 g209504 Figuur 31 1. Spuitdophouder 3. Spuitdop 2.
propyleenglycol antivriesmiddel en water. Bereid het antivriesmengsel voor zoals aangegeven door de fabrikant voor een concentraat dat geschikt is voor temperaturen tot minimaal -45 °C. Belangrijk: Gebruik uitsluitend schoon water om de spuitmachine te reinigen. g239583 B. Start de motor en zet de spuitpompschakelaar op AAN. C. Trap het gaspedaal in om het motortoerental te verhogen. D. Zet de mengschakelaar op AAN. Figuur 33 1. Puntig uiteinde (membraan) 5. 6.
g216272 Figuur 34 1. Voorste bevestigingspunt 2. Achterste bevestigingspunten De spuitmachine slepen In noodgevallen mag de spuitmachine over een korte afstand worden gesleept. Dit mag echter niet regelmatig worden gedaan. WAARSCHUWING Als u de machine bij een te hoge snelheid sleept, kunt u de controle over het stuur verliezen. Dit kan letsel veroorzaken. Sleep de spuitmachine nooit sneller dan 8 km per uur. De machine moet worden gesleept door 2 personen.
Onderhoud Opmerking: Download het schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Voor bijkomende informatie over het spuitsysteem, raadpleegt u het schema van het spuitsysteem in Schema's (bladz. 81). Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid bij onderhoud • De machine mag uitsluitend worden onderhouden, • • gerepareerd, afgesteld of geïnspecteerd door vakbekwame en erkende technici.
• Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaam- • Plaats de machine of onderdelen ervan op heden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. assteunen indien dit nodig is. • Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren aan. • Hydraulisch filter vervangen. Na de eerste 50 bedrijfsuren • De motorolie verversen.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 400 bedrijfsuren • Verricht alle jaarlijkse onderhoudsprocedures die staan vermeld in de gebruikershandleiding van de motor. • Brandstofleidingen controleren. • Brandstoftank aftappen en reinigen. • De zuigkorf vervangen. • Het drukfilter vervangen. • Controleer de pompmembranen en vervang indien nodig (raadpleeg een erkende Toro verdeler). • Controleer de afsluitkleppen van de pomp en vervang indien nodig (raadpleeg een erkende Toro verdeler).
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel(s) los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Vet in alle smeernippels spuiten. Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis Zie Figuur 36 voor de plaats van de smeernippels. g028108 Figuur 35 1. Krikpunt aan de voorzijde g216476 Figuur 36 2. Achterste bevestigingspunten 1. Veeg de smeernippel eerst schoon zodat er geen vuil in het lager of de bus wordt gedrukt. 2. Pomp vet in het lager of de lagerbus. 3. Veeg overtollig vet weg.
Spuitboomscharnieren smeren Opmerking: De pomp bevindt zich onder de stoel; zie Locatie van de spuitpomp (bladz. 32). 3. Veeg de 2 uitwendige smeernippels schoon (Figuur 37A en Figuur 37B). Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Belangrijk: Als het spuitboomscharnier is afgespoeld met water, moet al het water en vuil van het scharnier worden verwijderd en moet u het scharnier opnieuw met vet smeren. Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis 1.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. Het luchtinlaatrooster controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Het roterende motorscherm controleren. g001980 Figuur 39 Om de 100 bedrijfsuren—Het roterende motorscherm reinigen (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). Indien nodig dient u het luchtinlaatrooster op de voorkant van de motor vóór elk gebruik of dagelijks te controleren en te reinigen.
Papierelement controleren Motoroliepeil controleren Controleer het papierelement op scheuren, een vettig oppervlak, beschadigingen van de rubberen afdichting, overmatig vuil of andere schade (Figuur 41). Als u een van deze zaken constateert, moet u het filter vervangen. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie.
VOORZICHTIG De onderdelen onder de stoel zullen heet zijn als de spuitmachine in gebruik is geweest. U kunt zich verbranden als u hete onderdelen aanraakt. Laat de machine afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert of onderdelen onder de motorkap aanraakt. 4. Plaats een opvangbak onder de aftapplug. 5. Verwijder de aftapplug (Figuur 43). 4. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen pakking van het nieuwe filter. 5. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk.
g001985 Figuur 44 1. Bougiekabel 2. Bougie Bougies controleren 1. Bekijk de binnenkant van de bougies (Figuur 45). Opmerking: Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter. Belangrijk: Bougies nooit schoonmaken. Bougies altijd vervangen bij een zwarte laag op de bougie, versleten elektroden, een vettige laag op de bougie of scheuren. 2.
Onderhoud brandstofsysteem Onderhoud uitvoeren aan de van de koolstofhouder Brandstoffilter vervangen Het luchtfilter voor de koolstofhouder inspecteren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Brandstoffilter vervangen. Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Brandstofleidingen controleren. 1. Stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
Brandstof aftappen uit de brandstoftank Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Veiligheid van het elektrisch systeem Als het brandstofsysteem vervuild raakt of als u de machine voor langere tijd wilt stallen, moet u de brandstoftank aftappen en reinigen. Gebruik verse, schone brandstof om de tank uit te spoelen. 1. • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht.
Accu verwijderen 1. Plaats de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de spuitpomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 2. De accu bevindt zich aan de rechterzijde van de machine, achter de pomp (Figuur 48). 3. Maak de minkabel (zwart) los van de accupool. Accu monteren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Controleer de aansluitingen van de accukabels. 1.
Accu bijvullen met water Onderhoud aandrijfsysteem U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water voordat u de machine gaat gebruiken. Het water vermengt zich dan goed met het accuzuur. 1. Maak de bovenkant van de accu schoon met een tissue. 2. Verwijder de vuldoppen van de accu en giet langzaam gedistilleerd water in elke cel totdat het peil tot aan de Vol-streep staat. Plaats de vuldoppen terug.
De voorkant van de wielen moet 0 tot 6 mm dichterbij staan dan de achterkant van de voorwielen. g002425 g002006 Figuur 49 1. Kabel differentieelvergrendeling 3. Veer 2. Transaxlebeugel 4. Opening van 0,25 tot 1,5 mm 3. 4. Figuur 50 1. Hart-op-hart-afstand – achterkant wielen 2. Hart-op-hart-afstand – voorkant wielen 3. Middellijn van as Stel de contramoeren zo af dat er een opening van 0,25 tot 1,5 mm ontstaat tussen de veerhaak en de buitenkant van het gat in de transaxlehendel. 5.
Parkeerrem afstellen Onderhouden remmen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—De parkeerrem controleren. Remvloeistofpeil controleren 1. Verwijder de plastic handgreep. 2. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 53). Het reservoir voor de remvloeistof is in de fabriek gevuld met DOT 3-remvloeistof. Controleer elke dag het remvloeistofpeil voordat u de motor start. g023036 Figuur 53 1. Parkeerremhendel g023047 3.
Onderhoud hydraulisch systeem Veiligheid van het hydraulische systeem • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts. • Voer alle druk in het hydraulische systeem veilig af voordat u hieraan werkzaamheden gaat verrichten.
12. Start de motor en laat de spuitmachine rijden zodat de vloeistof zich verspreidt door het hydraulische systeem. 13. Controleer het oliepeil en vul indien nodig olie bij. Hydraulisch filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) g002003 Figuur 55 1. Peilstok van het hydraulische systeem Gebruik ter vervanging een Toro filter (Onderdeelnr. 54-0110). 2.
Hydraulische slangen en leidingen controleren Onderhoud van het spuitsysteem Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en slangen op lekkages, kinken, loszittende steunen, slijtage, loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden en de inwerking van chemische stoffen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.
g033578 Figuur 59 1. Schermklep 5. g033293 2. Zuigkorf Figuur 60 1. Filterkop 4. Bak Monteer de nieuwe zuigkorf in de behuizing. 2. O-ring (bak) 5. O-ring (aftapplug) Opmerking: Verzeker dat de korf goed op zijn 3. Filterelement 6. Aftapplug plaats zit. 6. 3. Lijn de slang en de slangfitting uit met de behuizing van de korf bovenaan de tank en bevestig de fitting en de behuizing met de borgclip die u verwijderd hebt in stap 2. Opmerking: Laat de bak volledig leeglopen.
Het spuitdopfilter vervangen Opmerking: De volgende onderdelen zijn onderhevig aan slijtage door gebruik, tenzij deze gebreken vertonen, en vallen niet onder de dekking van de garantie op deze machine. Opmerking: Kies de gewenste maasgrootte Laat een erkende Toro verdeler de volgende inwendige onderdelen van de pomp op schade controleren: van het spuitdopfilter voor uw toepassing, zie Een spuitdopfilter kiezen (optioneel) (bladz. 26). 1.
6. Verwijder de draaibussen van de voor- en achterkant van de draaibeugel en controleer deze (Figuur 62). 4. Controleer de pen op beschadigingen en vervang deze indien dit nodig is. 5. Zet een moersleutel op de platte kanten van de actuatorstang om deze te immobiliseren en zet vervolgens de contramoer los zodat de stang met het oog kan worden bewogen (Figuur 64). Opmerking: Vervang versleten of beschadigde bussen. 7.
Reiniging 7. Opmerking: Als de turbine niet vrij draait, geef dan de zeskantige pal aan de onderkant van de turbinenaaf 1/16 draai tot de turbine vrij draait. De vloeistofstroommeter reinigen De kleppen van de spuitmachine reinigen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (vaker bij gebruik van bevochtigbaar poeder). 1. Het volledige spuitsysteem grondig uitspoelen en aftappen. 2. Verwijder de vloeistofstroommeter en spoel deze af met schoon water.
De klepactuator verwijderen 1. Plaats de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 2. Neem de 3-polige connector van de actuator van de klep uit de connector op de koppeling van de spuitmachine. 3. Bewaar de borgclip waarmee de actuator is verbonden met de verdelerklep voor de klep voor de dosisregeling, menging, hoofdklep of spuitboomklep (Figuur 66).
klepbevestiging en verwijder de verdeler uit de machine (Figuur 70). voor de gebruiksdosis is bevestigd aan de klepbevestiging en verwijder de verdeler uit de machine (Figuur 68). Opmerking: Maak indien nodig de bevestigingsmaterialen van de drukfilterkop los om de regelklep voor de gebruiksdosis gemakkelijker te kunnen verwijderen. De mengverdelerklep verwijderen 1.
De spuitboomverdelerklep verwijderen 1. Verwijder de klemmen en pakkingen waarmee de verdeler voor de spuitboomklep (Figuur 73) bevestigd is aan de aangrenzende spuitboomklep (indien linker spuitboomklep en verloopkoppeling). g033328 Figuur 71 1. Pakking 5. Connector met 3 pennen (klepactuator – hoofdklep spuitboom) 2. Flens (omloop – hoofdklep 6. Houder (uitgaande fitting) van spuitboom) 3. Flens (mengklep) 7. Borgclip 4. Verdeler (hoofdklep van spuitbomen) 8. Klem g028236 Figuur 73 3.
g028238 g028239 Figuur 74 1. Borgclip 3. Houder (uitgaande fitting) 2. Houder (omloopfitting) 4. Verdelerklep 3. Figuur 75 1. Omloopfitting Bij de kleppen van de linker- en rechterspuitbomen: verwijder de flenskopbouten en flensmoeren waarmee de klep/kleppen van de spuitbomen op de klepbevestiging zijn gemonteerd, en verwijder de klepverdeler(s) van de machine. Bij de klep van de middelste spuitboom: verwijder de spuitboomklepverdeler van de machine (Figuur 75). 2.
g028243 Figuur 77 Mengklepverdeler 1. Houder van afsluiter 7. O-steunring (0,676" x 0,07") 2. Afsluiter 8. Ring klepzitting 3. Ventielopening g028240 Figuur 78 Spuitboomklepverdeler 9. Behuizing van verdeelstuk 4. Ventielhouder 10. Kogelklep 5. Dopaansluiting 11. Dopaansluiting 1. Ventielzitting 7. O-ring van dop (0,796" x 0,139") 2. Ventieleenheid 8. O-steunring (0,676" x 0,07") 3. Ventielopening 6. Afdichtring voor dop (0,796" x 0,139") 9. Kogelzitting 4. Houder van afsluiter 10.
De verdelerklep monteren 7. Door de bestuurder verstrekt materiaal: doorzichtig siliconenvet. Draai de afsluiter zo dat de klep gesloten is (Figuur 76B) 8. Herhaal stap 4 en 5 voor de andere dopaansluiting. Belangrijk: Gebruik uitsluitend siliconenvet wanneer u de klep monteert. 1.
2. Monteer de verdelerklep voor de gebruiksdosis, de pakking en de drukfilterkop met een flensklem en draai handmatig vast (Figuur 80A). 3. Lijn de pakking uit tussen de flenzen van de regelklep voor de gebruiksdosis en de mengklepverdeler (Figuur 80A). 4. Monteer de verdelerklep voor de gebruiksdosis, de pakking en de mengklepverdeler met een flensklem en draai handmatig vast (Figuur 80A). 5.
8. Bevestig de dopaansluiting aan de uitgaande fitting door een borgclip in de houder van de uitgaande fitting te plaatsen (Figuur 81C). 9. Monteer de mengklep op de klepbevestiging met de flenskopbout en flensborgmoer die u hebt verwijderd in stap 3 van De mengverdelerklep verwijderen (bladz. 68) en draai de moer en bout vast met 1017 tot 1243 N∙cm 10. de spuitboomhoofdschakelaar met een klem die handvast is gezet (Figuur 82A).
10. Als u het bevestigingsmateriaal hebt losgedraaid voor de omloopfitting, dient u de moer en bout aan te draaien tot 10-12 N·m. De klepactuator plaatsen g238558 Figuur 83 1. Flens (verloopkoppeling) 6. Houder (uitgaande fitting) 2. Houder (omloopfitting) 7. Borgclip 3. Omloopfitting 8. Flens (verdeler – spuitboomklep) 4. Flens (aangrenzende verdeler – mengklep) 9. Pakking 5. Dopaansluiting (verdelerklep) 10. Flensklem 2.
Stalling spuitbomen. Breng de spuitbomen omhoog totdat zij zich geheel kruiselings over elkaar in de transportstand in de transporthouder bevinden en de spuitboomcilinders volledig zijn teruggetrokken. Het spuitsysteem gebruiksklaar maken 1. Plaats de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 2.
G. 2. 3. 4. 5. 6. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren. Verwerk deze volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Belangrijk: Brandstof waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet langer dan 90 dagen bewaren. Verwijder de bougies en controleer hun toestand; zie Bougies verwijderen (bladz. 52). Nadat de bougies uit de cilinder zijn verwijderd, giet u twee eetlepels motorolie in de bougie-opening.
Problemen, oorzaak en remedie Problemen met de motor en de machine verhelpen Probleem De startmotor slaat niet aan. Mogelijke oorzaak 1. De schakelhendel staat in de versnelling en niet in de NEUTRAALSTAND . 1. Het rempedaal intrappen en de schakelhendel in de NEUTRAALSTAND zetten. 2. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 3. Doorgebrande of losse zekering. 4. Accu is leeg. 5. Het veiligheidssysteem is defect. 2. Controleren of de elektrische aansluitingen goed contact maken. 3.
Probleem Motor loopt niet stationair. Mogelijke oorzaak 1. De ontluchting van de brandstoftank wordt belemmerd. 1. Brandstoftankdop vervangen. 2. Vuil, water of oude brandstof in het brandstofsysteem. 2. Brandstof aftappen uit de brandstoftank en deze schoonspoelen. Tank vullen met verse brandstof. 3. Bougie vervangen. 4. Neem contact op met uw erkende Toro dealer. 5. Neem contact op met uw erkende Toro dealer. 6. Neem contact op met uw erkende Toro dealer. 7. Neem contact op met uw erkende Toro dealer.
Problemen met het spuitsysteem verhelpen Probleem Een spuitboom werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De elektrische aansluiting op de klep van de spuitboom is vuil of los. 1. De klep met de hand uitschakelen. De elektrische connector op de klep losmaken en alle kabels reinigen; daarna de elektrische connector aansluiten. 2. Een van de zekeringen is doorgebrand. 2. De zekeringen controleren en indien nodig vervangen. 3. Slang repareren of vervangen. 4.
Schema's g028078 Schema van de veldspuit (Rev.
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw garantieclaim te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie mee te delen, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.